Campus

Sport

Vreugde alom bij de hockeydames van DSHC. Bij aanvang van het duel met HC Waalwijk, afgelopen zondag op het sportcentrum, kwamen zij nog een paar punten tekort om de tweede plaats in hun afdeling en daarmee promotie veilig te stellen.

“In het begin moesten we ervoor knokken”, vertelt middenveldster Nynke Schrakamp over de wedstrijd tegen de Brabantse degradatiekandidaat. “Maar toen we eenmaal voor kwamen te staan, zakte de moed al snel in hun schoenen.” Dankzij onder meer twee doelpunten van Ilse van den Bosch (beide door de benen van de keeper) behaalden de Delftse studentes een 4-1 zege. Schrakamp ziet het hernieuwde verblijf in de eerste klasse met vertrouwen tegemoet: “We waren altijd al een steady eersteklasser, alleen vorig jaar ging het mis en degradeerden we. Als de selectie een beetje bij elkaar blijft, moeten we komend jaar goed mee kunnen draaien.” Behalve met bloemen en champagne werd de promotie gevierd met een traditionele boottocht door de Delftse grachten. De mannen van DSHC mochten meevaren, want die wisten zich dankzij een opzienbarende eindsprint op te werken uit de degradatiezone van de eerste klasse. Zondag versloeg de corpsploeg de Virgiliaanse broeders van Dopie met 4-1. Net als de dames, die zondag nota bene hun eerste seizoenszege binnenhaalden tijdens een uitwedstrijd bij IJssel (1-3), degradeert het hoogste herenteam van Dopie naar de tweede klasse.
Niet alleen de hockeyers, ook de rugbyers van het corps zagen hun seizoen zowaar tot een goed einde komen. Na de terugtrekking van de kampioen van de eerste klasse, kreeg het aanvankelijk al gedegradeerde DSR-C een onverwachte mogelijkheid zich alsnog te handhaven. De mannen grepen die kans in de play-offs tegen The Bassets op de valreep met beide handen aan. In Sassenheim werd op 26 april de eerdere thuisnederlaag (20-22) goedgemaakt door een zege van 14-27. “We blijven inderdaad in de ereklasse”, aldus een opgetogen Ward Italianer, die van een spannende wedstrijd verhaalt, waarin de score halverwege nog op 14-14 stond. “Uiteindelijk waren wij de betere ploeg en hebben we rechtgezet wat we de eerste wedstrijd hebben laten liggen.”
Bij de Batavierenrace, eind april, liep dit jaar geen officieel TU-team mee in het onderdeel universiteitscompetitie. Wel streden er diverse Delfts getinte ploegen om een plaats in het algemeen klassement van de 180 kilometer lange studentenestafetteloop van Nijmegen naar Enschede. Het voor een groot deel uit (ex-)Delvers bestaande team, dat zich onder de welluidende naam Snot inschreef, bleek daarvan verreweg het snelste. Met een eindtijd van elf uur en negen minuten veroverde de ploeg het brons. “In september wonnen we voor de derde opeenvolgende keer het studentenklassement in de Hart van Brabantloop”, verklaarde aanvoerder Rob Mulders. “Daarop ontstond het idee om dit jaar ook eens mee te doen aan de Batavierenrace.”

Dubai wil er zeker van zijn dat het hoogste gebouw ter wereld op zijn grondgebied staat. De bouw van de Burj Dubai, een wolkenkrabber van 808 meter, is niet voltooid of er wordt alweer een nieuw project aangekondigd. De nieuwe Nakheel Tower moet een kilometer hoog worden.
Technisch gezien levert de bouw van zo’n hoge wolkenkrabber geen problemen op. Zolang de basis maar breed genoeg is, kan een gebouw zo hoog worden als je maar wilt. Lastig wordt het pas als je een slanke toren wilt bouwen. “Dan krijg je plotseling te maken met allerlei merkwaardige problemen”, vertelt prof.ir. Rob Nijsse, hoogleraar ontwerpen en draagconstructies bij Bouwkunde. “Een hoog gebouw zwiept heen en weer. Dat is voor de veiligheid geen probleem, maar mensen zijn er erg gevoelig voor. Ze vinden het verontrustend en worden er soms zeeziek van. Om het zwiepen tegen te gaan, wordt nu nog vaak heel veel staal en beton gebruikt. Dat maakt de constructie van hoge gebouwen erg duur, want al het bouwmateriaal moet omhoog getakeld worden en dat kost veel tijd en geld.”
Een ander nadeel van hoogbouw is dat slechts een relatief klein deel van de vloeroppervlakte van het gebouw kan worden gebruikt als kantoor-, woon- of recreatieruimte. Dat stelt hoogleraar draagconstructies prof.ir. Jan Vamberský van Civiele Techniek en Geowetenschappen. Een groot deel van het oppervlak wordt in beslag genomen door stalen en betonnen draagconstructies. Ook gaat veel ruimte verloren aan de infrastructuur voor ‘verticaal transport’: liftschachten en leidingen voor water, lucht en gas. Ingenieurs breken zich het hoofd over hoe ze de ruimte efficiënter kunnen benutten. Vamberský: “Degene die een liftsysteem ontwerpt dat maar de helft van de oppervlakte inneemt van huidige systemen, krijgt eeuwige roem en hoeft zijn leven lang niet meer te werken.”
Hoogbouw is dus niet bepaald voordelig. Waarom dan toch beginnen aan de bouw van een toren van een kilometer hoog? Het antwoord ligt voor de hand: status.
Rob Nijsse: “Status is allesoverheersend in dit soort projecten. Tot 1995 stond het hoogste gebouw ter wereld steeds in westerse landen, maar sinds de opkomst van de economieën in zuidoost-Azië lopen landen als Maleisië en Taiwan op dit gebied voorop. Nu is Dubai aan de beurt, maar ik verwacht dat binnenkort China of India komen met een nog hogere toren, gewoon om de rest van de wereld te imponeren. En het gekke is: het werkt nog ook. Bedrijven willen er een kantoor omdat het een goede indruk maakt. Ook de appartementen zijn vaak erg gewild. De appartementen boven in de Burj Dubai, de toren die nu al in Dubai in aanbouw is, waren binnen twee dagen verkocht.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.