Campus

Sport

Erg nat was het. En koud. En er stond ook nog een stevige wind. Geen ideale omstandigheden dus tijdens het zondag verspeelde rugbytoernooi om de Delft Bokaal, op het veld van RC Delft.

Het jaarlijkse evenement om de eervolle vermelding van beste rugbyclub van de stad vond ondanks de helse omstandigheden gewoon doorgang: “Je bent rugbyer of niet”, aldus een vastberaden Nam Vo van DSR-C, de namens het Delftse corps deelnemende ploeg. Bij afwezigheid van het team van Virgiel werd het openingsduel op het verrassend goed bespeelbare veld gespeeld tussen de ‘burgers’ van RC Delft en studentenvereniging Thor. Laatstgenoemd vijftiental won in een gelijk opgaande strijd met 7-0. Tegen het twee afdelingen hoger spelende, maar door een trainingsweekend vermoeide DSR-C werd vervolgens een eervolle nederlaag van 10-7 geleden. “Een goede start van het seizoen”, vond Thor-captain Francis Ndonga. “We konden een paar nieuwe spelers uitproberen en dat bleek goed te klikken.” De aanvoerder ziet de komende jaargang hoopvol tegemoet. Zijn team zet het nieuwe competitieseizoen, na de promotie naar de derde klasse, hoog in: “We mikken minimaal op een plaats bij de bovenste vier.” DSR-C, dat na enkele seizoenen in de ereklasse terugzakte naar de eerste klasse, verloor met een gelegenheidsteam het laatste duel van RC Delft dat op doelsaldo tot winnaar werd uitgeroepen. De aanvoerder overhandigde de beker echter aan Thor, omdat die ploeg er voor het eerst in de historie in was geslaagd om RC Delft te verslaan.

Het jaarlijkse beachhandbaltoernooi van de Delftse studentenhandbalclub Torius, op het strand van Hoek van Holland, had eveneens last van het slechte weer. Van de aan het toernooi gekoppelde NSK konden de finalewedstrijden zondag niet doorgaan. Toch kijkt persvoorlichtster Sodaba Roustayar terug op een geslaagd evenement. “Zaterdag werd het tot onze verbazing geweldig weer. ’s Middags scheen de zon en op een korte bui na bleef het droog. We hebben het hele speelschema kunnen afwerken.” Zondag werd het restant van het toernooi afgelast. “Vanwege de veiligheid”, aldus Roustayar, “Bovendien was het veel te koud om in je korte broek en sportshirt op het strand te verblijven.” De door het organiserende Torius beschikbaar gestelde Supercup, voor de meest enthousiaste deelnemer, werd uitgereikt aan het Eindhovense Oktopus.

Een week eerder, tijdens de op zaterdag 21 augustus gereden Ronde van Pijnacker, waren de weersomstandigheden totaal anders. Het mogelijke geklaag betrof dit keer de enorme hitte. Malaya van Ruitenbeek had er blijkbaar weinig moeite mee. De student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek, die zijn pogingen om een profcontract bij een grote ploeg te verdienen zag mislukken, rijdt tegenwoordig als eliterijder bij de ploeg van Odwin Bink. Met Sjoerd Kouwenhoven vocht hij in Pijnacker in de eindsprint om de prijzen, hetgeen de eerste plaats opleverde. Eerder dit seizoen won Van Ruitenbeek al tien criteriums.

De verwachtingen waren hooggespannen. Het slotdebat van de Sustainablabla!? 2009 Stylos Conferentie beloofde ‘deblat’ op hoog niveau. In het panel zaten niet minder dan Jo Coenen, oud-rijksbouwmeester, Liesbeth van der Pol, regerend rijksbouwmeester en Bas van der Griendt, general manager duurzaamheid bij Bouwfonds. Dat eminente trio stond onder leiding van de even teruggehaalde bouwkundeprof Kees Duijvestein. Een mooie bezetting.

Daarnaast was de serieuze hoop dat tijdens de 2,5 dag durende conferentie het wijdlopige debat over duurzaamheid overstegen zou worden. Anders zet je in je naam niet ‘blabla!?’ Vooraf was het onderwerp keurig ingeperkt. ‘De conferentie is opgebouwd aan de hand van drie thema’s: water, materiaal & energie’, meldde de site.

‘Stuurman’ Kees Duijvestein hield in zijn inleiding de hoop levend door te signaleren dat er veel ‘blabla’ is over duurzaamheid. Zijn panelleden moesten zich vervolgens binnen drie minuten – kookwekker bij de hand – introduceren. Duijvestein zette een structuur neer voor de discussie: zijn al eerder ten beste gegeven tetraëder van de duurzaamheid. Op de p-driehoek people-planet-prosperity zette hij de p van project. En bij elk van de p’s hoort een rijtje van pakweg tien factoren die daarbij meespelen. Dat exposé ging in een geweldige gang, met veel woorden, sheets én de Duijvestein zo eigen drukte. Geen blabla, maar wel een aanslag op het uithoudingsvermogen van de ongeveer vijftig toehoorders.

Wat de panelleden nog misten, vroeg Duijvestein. Daar wisten ze alle drie wel een puntje te bedenken. Politieke wil, zei Coenen. Tijd voor bezinning, stelde Van der Pol. Wat doe je tot het perfecte duurzame plaatje rond is, wierp Van de Griendt op. Vervolgens mocht het trio stickers plakken op sustainability-aspecten die ze al dan niet belangrijk vonden. En die toelichten natuurlijk. In een wip werd het begrip duurzaamheid heel breed. Maar vrijwel geen water, materiaal en energie.

Waarover spraken zij dan wel? Over comfort. In veel facetten. Coenen vindt bij duurzaamheid comfort niet iets om zich druk om te maken. Veiligheid wel, want ‘je moet je ergens comfortabel voelen’. Van de Griendt verstaat er onder meer onder het besef dat je CO2-consumptie wordt gecompenseerd.
Het ging over het verschil stad-land. Is ook onderdeel van duurzaamheid, meent Van der Pol, net als een groot netwerk van gladde voet- en wandelpaden. Hard nodig, stelt ze, vanwege de vergrijzing en de golf aan rollators die die te weeg gaat brengen. En paleis Soestdijk, door zijn historische waarde na alle defilés die er voorbijtrokken.
Het beeld werd steeds diffuser. Imago, identiteit en participatie passeerden de revue, maar ook dat laatste had bij de drie debaters vele gezichten. Onderhoudend was het debat en gezellig. Niet eenduidig. Toch iets te veel blabla.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.