Iran was sinds de presidentsverkiezingen van 12 juni het toneel van protesten. Alles wijst op verkiezingsfraude, maar elke vorm van vreedzaam protest daartegen wordt als ‘illegaal’ bestempeld en hard aangepakt. Ook onze collega’s aan de Iraanse universiteiten hebben het niet gemakkelijk.
In de woelige Iraanse geschiedenis speelden de universiteiten altijd een belangrijke rol. In 1953, toen Richard Nixon – destijds vice-president onder Eisenhower – een bezoek bracht aan bondgenoot Mohammadreza Sjah, kon hij op weinig waardering van de studenten rekenen. Immers, eerder dat jaar had de CIA in een coup de Sjah weer in het zadel geholpen. Het neerslaan van de felle studentenprotesten en de doden die daarbij vielen hebben een symbolische betekenis gekregen. Sindsdien ontkent niemand meer de kracht van de universiteiten in Iran.
Ook tijdens en na de revolutie waren de universiteiten een broedplaats voor vrijdenkers. De dictatuur van de Sjah en de huidige tirannie beschouwen de intellectuelen (onder andere) aan de universiteiten als hun grootste uitdagers en daarmee als potentiële vijanden van hun voortbestaan. In deze context moet het hardhandige optreden van de afgelopen weken in de universiteiten gezien worden. Twee dagen na de verkiezingen – toen de contouren van serieuze protesten zichtbaar begonnen te worden – werden enkele studentenhuizen in Teheran en Isfahan preventief bestormd. Minstens vijf studenten zijn doodgeslagen en tientallen werden afgevoerd. De dagen daarna zijn er grote protesten aan diverse universiteiten in Iran georganiseerd.
In zijn eerste termijn ondernam Ahmadinejad meerdere pogingen om de liberale en kritische academici en studenten van de universiteiten te ‘verwijderen’. Een verdergaande ‘zuiveringsoperatie’ wordt nu meer dan ooit verwacht. Honderden academici in diverse steden dienden zelf al – uit protest – hun ontslag in. Zeventig van hun collega’s zijn na een ontmoeting met Mousavi gearresteerd.
Dit roept de vraag op of wij als een universiteit in een vrije samenleving zwijgzaam moeten toekijken. Iraniërs aan de TU organiseerden al een manifestatie, maar wij kunnen nog een stap verdergaan. Zonder politiek een kant te kiezen in de verkiezingen, kan de TU zich solidair verklaren met onze medestudenten en collega-wetenschappers aan de Iraanse universiteiten wiens meest fundamentele rechten in het geding zijn. Een dergelijk initiatief is inmiddels mede ondersteund door vooraanstaande academici zoals Noam Chomsky (MIT) en de Sloveense filosoof Slavoj Žižek.
In het redactioneel commentaar van het gerenommeerde blad Nature stond vorige week het bemoedigende stuk We are all Iranians waarin gepleit wordt voor een brede solidariteit met de Iraanse academici en universiteiten. Maar het vergt allereerst een mentaliteitsverandering om Iran niet langer als een ‘gezichtloze vijand’ te beschouwen, zoals Bush dat volgens Nature deed met zijn ‘as van het kwaad’. In plaats van discriminatoire maatregelen te treffen om hun toegang tot de Westerse academici te belemmeren, moeten we juist oog hebben voor de diversiteit van het land en de plaats van onze collega’s daarin.
Binnenkort wordt er een exodus van de Iraanse studenten en academici verwacht. Onder deze groep bevinden zich vele technici, aangezien technische universiteiten in Iran bekend staan om hun groot engagement in maatschappelijke protesten. Om deze academici te kunnen helpen, verwijst Nature naar het internationale netwerk Scholars at Risk. Wetenschappers die het werken in eigen land onmogelijk wordt gemaakt kunnen aan één van de aangesloten universiteiten verblijven. Het is heugelijk te constateren dat de TU Delft in het gezelschap verkeert van de Nederlandse universiteiten die dit programma verwelkomden. We kunnen onze solidariteit in daden omzetten door een aantal Iraanse wetenschappers tijdelijk een academisch onderdak te bieden in Delft. Dit kleinschalige initiatief heeft bovenal een maatschappelijke meerwaarde. Voor onze collega’s in Iran zal het (h)erkennen van hun strijd een hartverwarmend signaal zijn. En solidariteit tussen de universiteiten vergroot het bewustzijn voor de academische vrijheid en de vitale rol van de universiteiten in een vrije samenleving, menen de initiatiefnemers. Daar ben ik het hartgrondig mee eens.
Behnam Taebi is docent en promovendus bij de sectie filosofie, Techniek, Bestuur en Management.
We are all Iranians is te lezen in Editorial, Nature 460, 11-12 (2 July 2009).
Naam: Ir. Harry Mols (34)
Woonplaats: Holten
Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd
Studie: Civiele Techniek
Afgestudeerd: 2001
Afstudeerrichting: Kustwaterbouwkunde
Loopbaan: Van 2001 tot en met 2004 was Harry Mols projectingenieur bij Witteveen+Bos. In 2005 werd hij projectleider en adviseur bij datzelfde bedrijf. In 2007 kwam daar nog de functie van groepshoofd waterkeringen en hoogwaterbescherming bij.
Comments are closed.