TNO en de vijf grote technologische instituten van ons land (GTI’s) hebben de regering-Kok gevraagd niet te bezuinigen op de uitgaven voor onderzoek en technologie-ontwikkeling.
Zij verzetten zich tegen de ‘afbraak’ van de kennisinfrastructuur en de plannen om in deze sector tot en met 1998 rond de vijfhonderd miljoen gulden te korten.
TNO, ECN, Grondmechanica Delft, Marin, het NLR en het Waterloopkundig Laboratorium achten de aangekondigde plannen strijdig met uitspraken in de regeringsverklaring dat Nederland nieuwe, duurzame produkten en diensten met een hoge toegevoegde waarde moet ontwikkelen. En dat voor een aantal maatschappelijke problemen, zoals bodemvervuiling, infrastructuur en criminaliteit via nieuwe technologie oplossingen gevonden kunnen worden.
Bezuinigingen op deze terreinen zullen ertoe leiden, aldus TNO en de GTI’s, dat grotere bedrijven hun kennis in het buitenland gaan inkopen. En dat het midden- en kleinbedrijf achterop raakt in de internationale concurrentiestrijd.
De instituten wijzen er ook op dat de Europese Gemeenschap een groei van de R&D-uitgaven tot drie procent van het bruto binnenlands produkt nodig acht om de concurrentie met Amerika, Japan en de jonge Aziatische industriestaten vol te houden. De EG-landen zitten nu op zo’n twee procent, maar Nederland zakt steeds verder onder dat gemiddelde.
,,Technologische infrastructuur is een essentiële basisvoorziening in de samenleving die niet als een harmonika kan worden ingedrukt en daarna weer uitgetrokken”, aldus de instituten, die vrezen honderden mensen te zullen moeten ontslaan. ,,Het kost jaren van investeren in mensen om een goede researchgroep op te bouwen. Capaciteit die eenmaal is verdwenen kan niet – als de behoefte daar is – snel weer worden opgebouwd.” (R.M.)
TNO en de vijf grote technologische instituten van ons land (GTI’s) hebben de regering-Kok gevraagd niet te bezuinigen op de uitgaven voor onderzoek en technologie-ontwikkeling. Zij verzetten zich tegen de ‘afbraak’ van de kennisinfrastructuur en de plannen om in deze sector tot en met 1998 rond de vijfhonderd miljoen gulden te korten.
TNO, ECN, Grondmechanica Delft, Marin, het NLR en het Waterloopkundig Laboratorium achten de aangekondigde plannen strijdig met uitspraken in de regeringsverklaring dat Nederland nieuwe, duurzame produkten en diensten met een hoge toegevoegde waarde moet ontwikkelen. En dat voor een aantal maatschappelijke problemen, zoals bodemvervuiling, infrastructuur en criminaliteit via nieuwe technologie oplossingen gevonden kunnen worden.
Bezuinigingen op deze terreinen zullen ertoe leiden, aldus TNO en de GTI’s, dat grotere bedrijven hun kennis in het buitenland gaan inkopen. En dat het midden- en kleinbedrijf achterop raakt in de internationale concurrentiestrijd.
De instituten wijzen er ook op dat de Europese Gemeenschap een groei van de R&D-uitgaven tot drie procent van het bruto binnenlands produkt nodig acht om de concurrentie met Amerika, Japan en de jonge Aziatische industriestaten vol te houden. De EG-landen zitten nu op zo’n twee procent, maar Nederland zakt steeds verder onder dat gemiddelde.
,,Technologische infrastructuur is een essentiële basisvoorziening in de samenleving die niet als een harmonika kan worden ingedrukt en daarna weer uitgetrokken”, aldus de instituten, die vrezen honderden mensen te zullen moeten ontslaan. ,,Het kost jaren van investeren in mensen om een goede researchgroep op te bouwen. Capaciteit die eenmaal is verdwenen kan niet – als de behoefte daar is – snel weer worden opgebouwd.” (R.M.)
Comments are closed.