De 39ste editie van de Batavierenrace was ook voor de vele Delftse studentenploegen weer een groot sport- en gezelligheidsfeest. De beste prestatie leverde het team Snot, dat net als vorig jaar als vierde eindigde.
De vierde plaats is een knap resultaat gezien het uit meer dan driehonderd ploegen bestaande algemeen klassement. De eindtijd van tien uur en 44 minuten exact zou in het apart opgemaakte universiteitsklassement goed zijn geweest voor een tweede plek achter het RuG Hanze Runnersworld Team uit Groningen. Aan de universiteitscompetitie deed overigens opnieuw geen officiële ploeg namens de TU Delft mee.
De snelste loper van Snot tijdens de 177 kilometer lange estafetteloop van Nijmegen naar de Twentse campus afgelopen weekend was Martin
Bloemendal. De civieltechnische promovendus liep de laatste (25ste) etappe in een gemiddelde snelheid van 19.05 kilometer per uur. Opmerkelijk omdat Bloemendal als enige al een (nacht)etappe achter de rug had, nota bene met 11,2 kilometer de langste. “Die liep hij met een snelheid van 17,6 kilometer per uur”, aldus aanvoerder Marco Janssen. “Niet bijzonder voor hem, maar Martin heeft er een handje van om een tweede etappe heel goed of zelfs harder te lopen. Vorige maand liep hij al een keer 19 kilometer per uur op een vijfkilometer, nu deed hij het in de snikkende hitte over 7.2 kilometer.” Wouter Hordijk en Jannis Topfer vielen op door beiden hun respectieve etappe te winnen. De laatste deed dat op een erg zwaar parkoers met een ruim drie kilometer lang heuvelachtig stuk door mul zand. Topfer versloeg daarin onder anderen de bekende, in Amsterdam studerende Nederlandse subtopper Michiel de Ruyter met bijna anderhalf minuut.
De eindtijd van Snot was ondanks de hitte iets sneller dan die van vorig jaar. “Vooraf hadden we natuurlijk gehoopt op een podiumplek”, aldus Janssen, “ook omdat we een sterker team hadden dan vorig jaar. Onze concurrenten hebben echter ook niet stilgezeten. Ik geloof dat de snelste ploeg, Appeltaart uit Breda, in totaal veertig minuten sneller liep dan de winnaars van vorig jaar, erg hard dus.”
Twee jaar geleden debuteerde Snot op de Batavierenrace. Het voor de derde keer winnen van het studentenklassement van de Hart van Brabantloop, acht maanden eerder, bracht hen op dat idee. Het team fungeerde feitelijk als alternatief voor de door perikelen met de toenmalige Delftse Studenten Sport Federatie (DSSF) ontbrekende officiële TU-ploeg in de universiteitscompetitie. De mix van snelste Delftse lopers en eigen clubleden haalde bij de eerste deelname zelfs de derde plaats, in een tijd van elf uur en negen minuten.
Centraal staat het meerjarenplan My Living Faculty van decaan Wytze Patijn. Enkele punten daaruit zijn: minder studenten en nominaal studeren, verbreding van het studieaanbod, oprichting van een graduate school, vereenvoudiging van het onderwijscurriculum en een duurzaam gebouw. Deelnemers aan het debat ontvangen dit meerjarenplan voor aanvang.
Enkele stellingen in het debat zijn: het verminderen van het aantal studenten verhoogt de studeerbaarheid, het onderwijsprogramma is veel te gecompliceerd, de onderzoeksafdeling moet krimpen, meer samenwerking met andere faculteiten is goed en de organisatie kan veel efficiënter werken.
Comments are closed.