Er zijn in Delft wel wat dingen veranderd, sinds vroeger. Geen professor bijvoorbeeld die zijn studenten nog in jacquet op een tentamen verwacht; de meeste hoogleraren zijn inmiddels wel gewend aan de gymzalen vol met half voorbereid casual gekleed studievee.
‘Onderwijs voor velen’ smaakt eerder naar hamburgers dan naar biefstuk.
Toch zijn er in de uithoeken van de TU nog wel haarden van ouderwets elitaire stijl te vinden. Zoals bij prof.ir. K. Smit van de vakgroep luchtvaarttechnische bedrijfskunde, waar je op een afspraak wel strak in het pak dient te verschijnen. En wie überhaupt bij zijn vakgroep wil, moet eerst een psychologische test ondergaan. Selectie aan de poort van de vakgroep.
Wie zich aanmeldt, wordt na een eerste gesprekje voor de test naar het Studentenadviesbureau gestuurd. ,,O, een Smitje”, constateert men daar als je uitlegt waar je voor komt. De psychologen zijn ‘al jaren bekend’ met het verschijnsel, zo zeggen ze zelf.
,,De gebruikelijke procedure is dat we eerst een gesprek hebben om te bepalen waarom de student het gesprek wil hebben”, verklaart een woordvoerder. ,,Daarna volgt een test, zodat we een advies kunnen geven over zijn vakgroepkeuze.”
De bedoeling van deze test is volgens ingewijden ‘om de student zichzelf ervan te laten vergewissen, of hij geschikt is voor de vakgroep’. Prins Johan Friso, bijvoorbeeld, bleek geschikt.
Mr. L.M. Jonkers, juriste van het Studenten-adviesbureau, noemt de testen ‘een bekend probleem’. ,,De wet formuleert een aantal toegestane toelatingseisen en daar hoort dit niet bij”, aldus Jonkers. ,,Als men bij een vakgroep selecteert op basis van ons advies, is dat dus in strijd met de wet.”
Studieadviseur dr. B.A. Reith van Lucht- en Ruimtevaarttechniek weet ook van de procedure. Maar volgens hem mag een vakgroep wèl kandidaten weigeren, ook als er genoeg capaciteit is. ,,Bij Industriële Organisatie van Bikker doen ze het ook.”
Smit, part-time werkzaam in het bedrijfsleven, schijnt trouwens niet onverdeeld tevreden te zijn over de resultaten van de test. Het advies schijnt altijd op hetzelfde neer te komen: positief. In het vervolg wil men de selectie daarom zelf ter hand nemen.
Smit weigerde toelichting of commentaar te geven, ondanks meerdere pogingen.
Michael Persson
Er zijn in Delft wel wat dingen veranderd, sinds vroeger. Geen professor bijvoorbeeld die zijn studenten nog in jacquet op een tentamen verwacht; de meeste hoogleraren zijn inmiddels wel gewend aan de gymzalen vol met half voorbereid casual gekleed studievee. ‘Onderwijs voor velen’ smaakt eerder naar hamburgers dan naar biefstuk.
Toch zijn er in de uithoeken van de TU nog wel haarden van ouderwets elitaire stijl te vinden. Zoals bij prof.ir. K. Smit van de vakgroep luchtvaarttechnische bedrijfskunde, waar je op een afspraak wel strak in het pak dient te verschijnen. En wie überhaupt bij zijn vakgroep wil, moet eerst een psychologische test ondergaan. Selectie aan de poort van de vakgroep.
Wie zich aanmeldt, wordt na een eerste gesprekje voor de test naar het Studentenadviesbureau gestuurd. ,,O, een Smitje”, constateert men daar als je uitlegt waar je voor komt. De psychologen zijn ‘al jaren bekend’ met het verschijnsel, zo zeggen ze zelf.
,,De gebruikelijke procedure is dat we eerst een gesprek hebben om te bepalen waarom de student het gesprek wil hebben”, verklaart een woordvoerder. ,,Daarna volgt een test, zodat we een advies kunnen geven over zijn vakgroepkeuze.”
De bedoeling van deze test is volgens ingewijden ‘om de student zichzelf ervan te laten vergewissen, of hij geschikt is voor de vakgroep’. Prins Johan Friso, bijvoorbeeld, bleek geschikt.
Mr. L.M. Jonkers, juriste van het Studenten-adviesbureau, noemt de testen ‘een bekend probleem’. ,,De wet formuleert een aantal toegestane toelatingseisen en daar hoort dit niet bij”, aldus Jonkers. ,,Als men bij een vakgroep selecteert op basis van ons advies, is dat dus in strijd met de wet.”
Studieadviseur dr. B.A. Reith van Lucht- en Ruimtevaarttechniek weet ook van de procedure. Maar volgens hem mag een vakgroep wèl kandidaten weigeren, ook als er genoeg capaciteit is. ,,Bij Industriële Organisatie van Bikker doen ze het ook.”
Smit, part-time werkzaam in het bedrijfsleven, schijnt trouwens niet onverdeeld tevreden te zijn over de resultaten van de test. Het advies schijnt altijd op hetzelfde neer te komen: positief. In het vervolg wil men de selectie daarom zelf ter hand nemen.
Smit weigerde toelichting of commentaar te geven, ondanks meerdere pogingen.
Michael Persson
Comments are closed.