Er zijn onderhand veel te veel ‘studentenfuiken’ die niets toevoegen aan het hoger onderwijs, vindt het Interstedelijk Studenten Overleg. Zulke opleidingen kunnen beter dicht.
Vlak voordat de grote bezuinigingsvoorstellen naar de Tweede Kamer gaan, komt het ISO met een eigen suggestie voor het hoger onderwijs: snoei in het aantal opleidingen, zodat de goede overblijven. Dan zullen meer studenten een diploma halen en dat levert vanzelf geld op, zegt voorzitter Henno van Horssen.
,Wat is het probleem?
Er zijn nu meer dan tweeduizend opleidingen aan vijftig hogescholen en dertien universiteiten. Die kunnen niet allemaal van topniveau zijn. Studenten kunnen maar moeilijk een studiekeuze maken, want waarvoor kiezen ze? Het zijn fuiken waarvan ze niet weten wat ze ervan kunnen verwachten.
,Welke opleidingen zouden hun deuren moeten sluiten?
Er zijn bijvoorbeeld tweeëntwintig opleidingen commerciële economie. Daar kan zo de helft vanaf. Maar eigenlijk gaat het niet om de precieze voorbeelden. Wat ons betreft moeten instellingen zich afvragen waar ze nu werkelijk goed in zijn en wat ze studenten willen aanbieden. Als de instellingen het niet zelf willen doen, dan moet de overheid ingrijpen.
,Hoe levert dit geld op?
Er zullen veel meer studenten hun opleiding afmaken en dat scheelt geld. Bovendien zullen studenten beter worden opgeleid, wat weer goed is als ze gaan werken. Er is jarenlang op studenten beknibbeld met het verkorten van de studieduur en het invoeren van de prestatiebeurs; nu zijn instellingen aan de beurt.
,Krijg je hier geen massale opleidingen van, waar jullie je ook tegen verzetten?
Ik denk dat we vooral betere opleidingen krijgen en dat het geld op een betere plaats terecht komt. Dat hoeft niet tot schaalvergroting te leiden, want grote opleidingen kun je ook kleinschalig aanbieden met kleine werkgroepen en zo.
,En duiken al die opleidingen dan weer op als afstudeervarianten?
Dat is niet erg. Nu kies je in één keer voor een specifieke richting, maar afstudeervarianten bieden meer vrijheid: als een student eenmaal weet wat de opleiding ongeveer inhoudt en waar zijn interesses liggen, kan hij zelf bepalen welke kant hij opgaat.
Luchtvaart- en ruimtevaarttechniekstudenten Gerben Huiszoon en John van den Heuvel zeilden vorige week vrijdag rond Texel met hun zelfgebouwde kite-catamaran. In de Texel Dutch Open, voorafgaand aan het zeilevenement Ronde om Texel, zetten ze het eerste record voor catamarans met een vlieger op vier uur en drie kwartier.
Huiszoon is blij met de tijd. “Ons doel was binnen zes uur de ronde af te leggen.” Ter vergelijking: Herbert Dercksen en Mark Bulkely braken dezefde dag het snelheidsrecord voor ‘gewone’ catamarans door hetzelfde rondje in twee uur, zeven minuten en twee seconden te varen. “Zij hadden zeker drie keer zoveel zeiloppervlak”, voert Huiszoon aan. “En wij deden de tweede helft rustig aan om het materiaal te sparen.”
Bij het oefenen gaan de vliegers regelmatig kapot, vertelt de L&R-student. Ze gebruiken vliegers voor kitesurfen. “Die zijn niet gemaakt op het trekken van een boot en twee bemanningsleden.” Daarom werken ze voor hun afstuderen aan de ontwikkeling van een beter geschikte vlieger.
Het prototype van de vlieger moet 25 vierkante meter worden. “Maar een standaard vlieger voor kitesurfen gewoon opschalen kan niet. We moeten goed bedenken waar we de opblaasbare delen willen en welke stukken we moeten versterken.” Met hun kennis van vliegtuigvleugels willen ze de vlieger ook aerodynamischer maken. Hoe goed hij werkt, testen ze op het strand door de krachten op de lijnen te meten en de hoek van de vlieger in de wind te bestuderen.
Waar Van den Heuvel vooral aan de ontwikkeling van de vlieger werkt, zoekt Huiszoon naar mogelijkheden om kitezeilen in de markt te zetten. Bij de Ronde om Texel waren zeilers al geïnteresseerd. Maar of het een officiële klasse wordt bij het evenement betwijfelt woordvoerder Edwin Lodde. “We hebben een vergunning voor een catamaranevenement. En de milieubeweging ziet kiten toch als iets heel anders.”
Vlak voordat de grote bezuinigingsvoorstellen naar de Tweede Kamer gaan, komt het ISO met een eigen suggestie voor het hoger onderwijs: snoei in het aantal opleidingen, zodat de goede overblijven. Dan zullen meer studenten een diploma halen en dat levert vanzelf geld op, zegt voorzitter Henno van Horssen.
Wat is het probleem?
Er zijn nu meer dan tweeduizend opleidingen aan vijftig hogescholen en dertien universiteiten. Die kunnen niet allemaal van topniveau zijn. Studenten kunnen maar moeilijk een studiekeuze maken, want waarvoor kiezen ze? Het zijn fuiken waarvan ze niet weten wat ze ervan kunnen verwachten.
Welke opleidingen zouden hun deuren moeten sluiten?
Er zijn bijvoorbeeld tweeëntwintig opleidingen commerciële economie. Daar kan zo de helft vanaf. Maar eigenlijk gaat het niet om de precieze voorbeelden. Wat ons betreft moeten instellingen zich afvragen waar ze nu werkelijk goed in zijn en wat ze studenten willen aanbieden. Als de instellingen het niet zelf willen doen, dan moet de overheid ingrijpen.
Hoe levert dit geld op?
Er zullen veel meer studenten hun opleiding afmaken en dat scheelt geld. Bovendien zullen studenten beter worden opgeleid, wat weer goed is als ze gaan werken. Er is jarenlang op studenten beknibbeld met het verkorten van de studieduur en het invoeren van de prestatiebeurs; nu zijn instellingen aan de beurt.
Krijg je hier geen massale opleidingen van, waar jullie je ook tegen verzetten?
Ik denk dat we vooral betere opleidingen krijgen en dat het geld op een betere plaats terecht komt. Dat hoeft niet tot schaalvergroting te leiden, want grote opleidingen kun je ook kleinschalig aanbieden met kleine werkgroepen en zo.
En duiken al die opleidingen dan weer op als afstudeervarianten?
Dat is niet erg. Nu kies je in één keer voor een specifieke richting, maar afstudeervarianten bieden meer vrijheid: als een student eenmaal weet wat de opleiding ongeveer inhoudt en waar zijn interesses liggen, kan hij zelf bepalen welke kant hij opgaat.
Comments are closed.