Opinion

Signalement

Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialistenKun je een heel boek vol schrijven over de invloed van de microscoop op de filosofie? Jawel, dat kan, blijkens Catherine Wilson, The invisible, early modern philosophy and the invention of the microscope (Princeton University Press, 1995) .

Bij lezing blijkt de op het eerste gezich wat vreemd aandoende gedachte toch zo gek nog niet. De ontdekking van de microscoop maakte de mens er immers van bewust dat er nog een hele wereld bestaat die niet direct met de zintuigen waarneembaar is.

Behalve het nodige biologische onderzoek leverde de microscoop zo ook een en ander aan filosofische beschouwingen op. In de eerste plaats leek de verborgen wereld een antwoord te kunnen geven op de vragen die open bleven in het mechanische wereldbeeld van Descartes en Newton. Maar bovenal was er de vraag: wie garandeert ons dat er niet nóg meer is waar wij geen weet van hebben? Wilson heeft er een goede kijk op, maar een vervelend nadeel van haar tekst is dat die het gewicht en de consistentie heeft van een pizza met een kilo gesmolten kaas erop. Niet teveel tegelijk van eten dus.

Iets lichtere kost dan, Christoph Reifenrath, Automobil design, Geschichte und Zukunft, form follows vision (Düsseldorf, Econ Verlag, 1993) . Voor autofielen is dit ongetwijfeld een smulboek: ruim driehonderd bladzijden met veel plaatjes uit de tijd dat auto’s nog geen aerodynamisch platgeslagen eenheidsworsten waren. Niet dat ze toen allemaal mooi waren. De Bugatti 30 (bijgenaamd ‘De tank’) is zelfs uitgesproken lelijk, en de Fiat 500 Topolino Cabrio (zo klein maakt zelfs Mazda ze niet meer) is eerder aandoenlijk dan fraai.

De begeleidende tekst gaat in chronologische volgorde de ontwerptrends langs, van de eerste gemotoriseerde koetsjes via de treeplankwagens en de gestroomlijnde mobielen van voor de oorlog tot de haaievinnevehikels, de koekblikken en windtunnelgangers van erna. Reifenrath heeft ook veel aandacht voor de ontwerpers achter de wagens, wat zijn boek een duidelijke meerwaarde geeft boven de gebruikelijke auto-geschiedenissen.

De vreemde eend van deze aflevering is Ralph Shapiro, Nutrition labeling handbook (New York, Marcel Dekker, 1995) , een pil van 700 bladzijden over wat er op de verpakking moet staan wil je in de VS iets eetbaars op de markt mogen brengen. De omvang geeft al aan dat het niet een kwestie is van een keer een klont Thuismenu in een reageerbuis mikken en de uitkomst van de analyse op het etiket schrijven. Typisch zo’n boek dat je nooit zult lezen, maar waarvan het interessant is te weten dat het bestaat en dat het voor duizenden mensen de dagelijkse belevingswereld weergeeft.

Recente aanwinsten van de bibliotheek die ook interessant zijn voor niet-vakspecialisten

Kun je een heel boek vol schrijven over de invloed van de microscoop op de filosofie? Jawel, dat kan, blijkens Catherine Wilson, The invisible, early modern philosophy and the invention of the microscope (Princeton University Press, 1995) . Bij lezing blijkt de op het eerste gezich wat vreemd aandoende gedachte toch zo gek nog niet. De ontdekking van de microscoop maakte de mens er immers van bewust dat er nog een hele wereld bestaat die niet direct met de zintuigen waarneembaar is.

Behalve het nodige biologische onderzoek leverde de microscoop zo ook een en ander aan filosofische beschouwingen op. In de eerste plaats leek de verborgen wereld een antwoord te kunnen geven op de vragen die open bleven in het mechanische wereldbeeld van Descartes en Newton. Maar bovenal was er de vraag: wie garandeert ons dat er niet nóg meer is waar wij geen weet van hebben? Wilson heeft er een goede kijk op, maar een vervelend nadeel van haar tekst is dat die het gewicht en de consistentie heeft van een pizza met een kilo gesmolten kaas erop. Niet teveel tegelijk van eten dus.

Iets lichtere kost dan, Christoph Reifenrath, Automobil design, Geschichte und Zukunft, form follows vision (Düsseldorf, Econ Verlag, 1993) . Voor autofielen is dit ongetwijfeld een smulboek: ruim driehonderd bladzijden met veel plaatjes uit de tijd dat auto’s nog geen aerodynamisch platgeslagen eenheidsworsten waren. Niet dat ze toen allemaal mooi waren. De Bugatti 30 (bijgenaamd ‘De tank’) is zelfs uitgesproken lelijk, en de Fiat 500 Topolino Cabrio (zo klein maakt zelfs Mazda ze niet meer) is eerder aandoenlijk dan fraai.

De begeleidende tekst gaat in chronologische volgorde de ontwerptrends langs, van de eerste gemotoriseerde koetsjes via de treeplankwagens en de gestroomlijnde mobielen van voor de oorlog tot de haaievinnevehikels, de koekblikken en windtunnelgangers van erna. Reifenrath heeft ook veel aandacht voor de ontwerpers achter de wagens, wat zijn boek een duidelijke meerwaarde geeft boven de gebruikelijke auto-geschiedenissen.

De vreemde eend van deze aflevering is Ralph Shapiro, Nutrition labeling handbook (New York, Marcel Dekker, 1995) , een pil van 700 bladzijden over wat er op de verpakking moet staan wil je in de VS iets eetbaars op de markt mogen brengen. De omvang geeft al aan dat het niet een kwestie is van een keer een klont Thuismenu in een reageerbuis mikken en de uitkomst van de analyse op het etiket schrijven. Typisch zo’n boek dat je nooit zult lezen, maar waarvan het interessant is te weten dat het bestaat en dat het voor duizenden mensen de dagelijkse belevingswereld weergeeft.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.