Education

Scriptieprijs ethiek

Afstudeerders kunnen zich weer inschrijven voor de jaarlijkse NBN-Rabobank Scriptieprijs.

Het gaat om en een prijs van het Netwerk Bedrijfsethiek Nederland voor de de beste afstudeerscriptie met bedrijfsethiek, integriteit en/of maatschappelijke verantwoordelijkheid als hoofdonderwerpt.

Ook kunnen scripties worden ingediend waarbij bedrijfsethiek een belangrijke invalshoek is binnen een bredere probleemstelling.

Tot 15 februari 2010 kunnen afstudeerwerkstukken worden ingezonden, die in het kalenderjaar 2009 goedgekeurd zijn bij een in Nederland gevestigde universiteit of HBO-instelling. Voor zowel master- als bachelor-scripties is een prijs beschikbar van duizend euro.

Een jury onder voorzitterschap van prof.dr.E. Kimman zal zich buigen over de inzendingen. In de beoordeling wordt gekeken naar aspecten als bedrijfsethische relevantie, originaliteit, diepgang en praktische waarde. Tijdens een in het voorjaar van 2010 te houden colloquium worden de scriptieprijzen uitgereikt.

In de loop van de jaren zijn prijzen gevallen op scripties met uiteenlopende onderwerpen, variërend van Islamitisch bankieren, duurzame ontwikkeling als managementvraagstuk, portefeuilleselectie van sociaal verantwoorde beleggingen tot governance in sportorganisaties.

De scripties kunnen – in digitale vorm – worden ingediend via de website van het Netwerk Bedrijfsethiek Nederland. Daar is ook nadere informatie beschikbaar over de wedstrijd.

WIE IS ERIK BOESCHOTEN?
Erik Boeschoten werd in 1983 geboren in Bunnik. Op de basisschool wilde hij pizzabakker of leraar worden. Een half jaar van zijn middelbare schooltijd bracht hij door op de bank, geveld door de ziekte van Pfeiffer. Hij leerde zichzelf uit verveling programmeren en ging websites ontwerpen. Al gauw begon de zaak te rollen. Een grote opdracht voor ASM Europe leidde tot de oprichting van Joeri Multimedia. Boeschoten betrok zijn neef Job Christians erbij en samen begonnen ze in 2003 de website Onderwijsmaakjesamen.nl. In 2006 richtten ze stichting Onderwijs Maak Je Samen op, later werd de stichting omgezet in een succesvolle onderneming.

Hoe ziet de werkweek van een studerende bedrijfsleider eruit?
“Op maandag, woensdag en vrijdag ben ik op ons kantoor in Helmond. Om half zeven spring ik in Delft in de trein en bereid de dag voor. Ik houd van de trein. Er is niets om je af te leiden, je kunt er rustig werken. Om tien over acht kom ik in Helmond aan en begin ik aan een dag vol afspraken. Ik geef onze stagiaire opdrachten, bespreek een productidee met een van onze adviseurs en heb een overleg met een klant.
Mijn dagen in Delft zijn gericht op mijn studie, ik probeer dan zoveel mogelijk studie-overleggen te plannen. Gelukkig zijn mijn projectgenoten tot nu toe altijd erg begripvol geweest. Ik kan nu eenmaal niet bij alle besprekingen zijn, maar zet me wel voor honderd procent in voor de studie en streef naar cijfers boven de acht.”

Heb je nog wel tijd voor ontspanning?
”Mijn werk en mijn studie beheersen mijn hele leven. Vroeger sportte ik veel en in mijn eerste Delftse jaren deed ik met veel plezier de mediacommissie bij studentenvereniging Virgiel, maar dat zit er nu niet meer in. Ik merk wel dat ik soms aan mijn taks zit. Op zo’n moment ga ik een simpel klusje doen, zoals het stansen en printen van folders.”

Wat doet de stichting Onderwijs Maak Je Samen?
“Onderwijs Maak Je Samen wil mensen in het onderwijs informeren, inspireren en enthousiasmeren. Concreet betekent dit dat docenten op onze website onder meer lessen, spelletjes en artikelen kunnen vinden. De website dient tevens als platform voor docenten om hun ideeën met anderen te delen. Naast het kennisdelen heeft ons bedrijf drie subdomeinen. Het multimediabedrijf dat ik op de middelbare school begonnen ben, is nu onderdeel van Onderwijs Maak je Samen. Met onze uitgeverij bieden we docenten ons eigen lesmateriaal, literatuur en inspirerende spelletjes. Ook gaan we zelf op pad met workshops en trainingen, zoals de workshop onderlinge kindermassage. Ik vind dat zelf een erg leuke workshop: de kinderen masseren op een laagdrempelige manier elkaars rug. Dat is niet gebruikelijk in onderwijsland, maar het versterkt de verbondenheid tussen de kinderen en kan pesten verminderen.
We vinden het belangrijk dat docenten elkaar niet alleen maar digitaal ontmoeten, maar ook fysiek tegen het lijf lopen en kennis en ervaringen uitwisselen. Daarom hebben we op 11 maart een onderwijsconferentie gehouden.”

Hebben docenten nog wel tijd om naar onderwijsconferenties te komen?
“Onze conferentie is gelukkig goed bezocht, er waren ongeveer 130 bezoekers. Er zijn naast onze conferentie een aantal andere congressen georganiseerd in deze periode. Daardoor moesten we extra ons best doen ons te onderscheiden. Ik denk dat mensen merken dat we een passie hebben voor wat we doen en dat ze daarop afkomen. We hebben een sterke visie op hoe zo’n conferentie eruit moet zien. We willen niet dat mensen in een zaal gaan zitten en de hele dag naar een spreker luisteren. Het is juist de bedoeling dat ze elkaar ontmoeten en inspireren. Wij helpen ze daarbij. Ik heb zelf een workshop gegeven over het gebruiken van gratis software in de les. Ik ben zelf geen leraar en ga de docenten in mijn workshop niet voorschrijven hoe ze de software moeten gebruiken. Mijn rol is die van aangever; ik laat de docenten Skype zien en vertel dat het mogelijk is om kinderen op verschillende scholen met elkaar te laten communiceren met Skype en een webcam. Vervolgens is het aan de docenten om te brainstormen over hoe zij dat in hun klas zouden kunnen toepassen en fungeer ik als discussieleider.”

Wat heeft een industrieel ontwerper met het inspireren van docenten?
“Die vraag heeft me lange tijd bezig gehouden. Mijn neef Job Christians, met wie ik Onderwijs Maak Je Samen leid, komt van de Pabo. Hij heeft zijn roots in het onderwijs en is doordrongen van het idee dat docenten meer ideeën uit de onderwijspraktijk moesten delen. Ik hielp hem in deze missie als graficus en programmeur van de website van Onderwijs Maak Je Samen, maar had in het begin nog geen feeling met het onderwerp. Mijn ouders hebben allebei voor de klas gestaan, dat was mijn link met onderwijs. Nu zie ik dat mijn werk en mijn studie steeds meer naar elkaar toegroeien. Ik merk dat onderwerpen uit mijn master strategic product design van pas komen in mijn functie als directeur. Je leert bijvoorbeeld dat branding heel belangrijk is als je een bedrijf opricht. Alles moet in lijn zijn met je visie, van hoe je website eruit ziet tot hoe je de telefoon opneemt. Ons nieuwe pand is daar een goed voorbeeld van. Het is een inspirerend gebouw, dat uitnodigt tot speelsheid. Docententeams mogen gratis de vergaderruimte gebruiken, in ruil voor het delen van hun ideeën en de thema’s waar ze mee bezig zijn. Ook dat is informeren, inspireren, enthousiasmeren.”

Wordt je afstuderen je kans om te laten zien hoe industrieel ontwerpen en het onderwijs verenigd kunnen worden?
“De planning is dat ik in april 2010 begin met afstuderen. Ik heb dus nog even de tijd om erover na te denken. Op dit moment denk ik dat ik graag aan de slag wil met producten in de klas. Ik zie dat ontwerpers producten bedenken die vaak niet aansluiten bij de onderwijsrealiteit. Neem het digitale schoolbord. Dat lijkt een prachtig hulpmiddel, maar is feitelijk meer geschikt voor presentaties in het bedrijfsleven dan voor in de klas. Er wordt immers steeds minder klassikaal lesgegeven en het schoolbord heeft dan ook een kleinere rol in het onderwijs. Ik denk dat het belangrijk is docenten en scholieren te betrekken bij het ontwerpen van producten voor in de klas. Producten kunnen dan precies ontworpen worden voor hun functie: het ondersteunen van het leerproces.”

Wat verwacht je dat de input van docenten en scholieren zal opleveren?
“In het geval van het digitale schoolbord hadden zij de ontwerpers kunnen vertellen dat ze vaker in kleine groepjes werken en dat de juf niet meer de hele dag voor de klas staat. Het digitale schoolbord had er dan heel anders uit kunnen zien. Misschien was het wel een digitale tafel geweest, waar leerlingen omheen kunnen zitten, of hadden er meer kinderen tegelijkertijd op kunnen schrijven, zodat de interactie bevorderd wordt. In Engeland heeft een project plaatsgevonden waarbij ontwerpers en leerlingen samen een ontwerpuitdaging oplosten, zoals het veelvuldig kwijtraken van de jassen. De kinderen hadden een frisse blik en leerden de ontwerpers ècht out of the box te denken. De scholieren leerden hun ideeën te concretiseren en uit te leggen aan de ontwerpers en staken op die manier iets op van het project. Ik zou deze ontwerpmethode graag verder uitwerken en een product voor in de klas verzinnen, of misschien zelfs wel een compleet klaslokaal van de toekomst.”

Wat vind je van het onderwijs op de TU Delft?
“Ik vind dat ik veel geleerd heb tijdens mijn opleiding, niet alleen op technisch vlak. Tijdens de colleges van een van de eerste vakken van strategic product design worden gastsprekers van verschillende achtergronden uitgenodigd, die allemaal vertellen over hun visie op ontwerpen. Je wordt uitgedaagd om na te denken welke methode bij jou past en waarom. Dat is uiteindelijk wat je een unieke ingenieur zal maken volgens mij. Met alleen de technische vaardigheden onderscheid je je niet van de massa, die precies dezelfde productietechnologieën en mechanica in huis heeft. Je moet jezelf verkopen door een eigen visie.
Iets anders wat ik goed vind aan het onderwijs is de koppeling tussen theorie en praktijk. In een academische omgeving is het gevaar dat je met je hoofd in de wolken theorieën verzint, die in de praktijk moeilijk toe te passen zijn. Op de TU krijg je een reality check: je docenten wijzen je er fijntjes op dat jouw ultra-innovatieve ipod-opvolger onmogelijk te produceren is. Je leert om je ideeën niet te laten zweven, maar in te passen in de realiteit.”

Hoe zie jij de toekomst van Onderwijs Maak je Samen?
“Ik heb honderdduizend toekomstdromen en wil nog niet vastleggen welke droom er uit zal komen. Zo werken we ook niet. We willen dingen aanpakken die passen bij onze missie van informeren, inspireren en enthousiasmeren en aansluiten bij waar op dat moment vraag naar is. Ik zou het in ieder geval mooi vinden als we met Onderwijs Maak Je Samen meer mensen kunnen bereiken. We werken nu vooral in Brabant en er zitten twee mensen in Amsterdam. Het zou fantastisch zijn als we met ons netwerk de Randstad zouden kunnen beslaan.”

En inhoudelijk?
“Natuurlijk hoop ik dat het ontwikkelen van schoolproducten in samenwerking met ontwerpers, docenten en leerlingen zal lukken. Ik geloof er heilig in dat leerlingen en docenten ontwerpers tot prachtige dingen kunnen inspireren!”

onderwijsmaakjesamen.nl

Het gaat om een prijs van het Netwerk Bedrijfsethiek Nederland voor de beste afstudeerscriptie met bedrijfsethiek, integriteit en/of maatschappelijke verantwoordelijkheid als hoofdonderwerp. Ook kunnen scripties worden ingediend waarbij bedrijfsethiek een belangrijke invalshoek is binnen een bredere probleemstelling.

Tot 15 februari 2010 kunnen afstudeerwerkstukken worden ingezonden, die in 2009 zijn goedgekeurd bij een in Nederland gevestigde universiteit of hbo-instelling. Voor zowel master- als bachelorscripties is een prijs beschikbaar van duizend euro.

Een jury onder voorzitterschap van prof.dr. E. Kimman (economische wetenschappen en bestuurskunde aan de VU) beoordeelt de inzendingen. Daarbij wordt gekeken naar aspecten als bedrijfsethische relevantie, originaliteit, diepgang en praktische waarde. Tijdens een in het voorjaar van 2010 te houden colloquium worden de scriptieprijzen uitgereikt.

In de loop van de jaren zijn prijzen gevallen op scripties met uiteenlopende onderwerpen, variërend van islamitisch bankieren, duurzame ontwikkeling als managementvraagstuk en portefeuilleselectie van sociaal verantwoorde beleggingen tot governance in sportorganisaties.

De scripties kunnen – in digitale vorm – worden ingediend via de website van het Netwerk Bedrijfsethiek Nederland. Daar is ook nadere informatie beschikbaar over de wedstrijd.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.