Education

Schilderen met licht

Als de avond valt, lijkt het aanknipperen van de straatlichten niet meer dan vanzelfsprekend. Maar dat is het niet. Ir. Iris Dijkstra bedenkt lichtplannen en maakt daarmee letterlijk het verschil tussen licht en donker in Rotterdam.

Eigenlijk had Iris Dijkstra geen passie voor licht toen ze in 2003 bij de faculteit Industrieel Ontwerpen afstudeerde. Ze rolde erin, zoals ze het zelf zegt, omdat ze door haar afstudeeropdracht de Rotterdamse Coolsingel goed had leren kennen. Een lichtplan bedenken om de straat ook ‘s avonds allure te geven, leek een logisch vervolg van haar afstudeeropdracht.

De opdracht voor de Coolsingel zorgde er al snel voor dat ze samen met compagnon ir. Sjoerd van Beers het bedrijfje Atelier Licht en Kleur opzette. Anderhalf jaar later is Dijkstra erg gepassioneerd over licht op straat. “Dat ik lichtplannen bedenk voor mijn eigen stad, geeft me veel plezier. Het is leuk om plannetjes te maken, maar je wilt ze graag ook terugzien in de stad. Als ik naar huis rijd op mijn fiets en langs de fontein en het stadhuis kom, waar wij het lichtplan voor hebben ontworpen, dan word ik echt heel blij. Daar doe ik het per slot van rekening voor. Het is soms net alsof je schildert met licht.”

Een lichtplan bedenken is een heel stuk lastiger dan op het eerste gezicht lijkt. Het is veel meer dan een paar lantarenpalen neerzetten en een nieuw peertje in de fitting draaien. “Veel mensen denken vrij banaal over licht. Het algemene idee is vaak: verlicht alles, dan voelt iedereen zich veilig. Maar het werkt niet overal zo. Naast de basisverlichting moet je ervoor zorgen dat de plekken die mensen mooi vinden, worden verlicht. Dat kan een mooi gebouw zijn, of een karakteristieke boom, of een plek waar mensen graag samen komen. Veiligheid is de laatste jaren steeds meer een hype, maar met meer licht voelen mensen zich niet per se veiliger. Lantarenpalen hebben soms zelfs een averechts effect, omdat mensen er vaak hun fiets aan vast maken. En dat levert een rommelig straatbeeld op.”

Het is beter om fijne plekken met licht te benadrukken, dan om alles fel te verlichten, meent de industrieel ontwerper. “Bij knelpunten in wijken, is het soms lastig te bepalen of je ze wel of niet extra moet verlichten. Want als mensen dronken zijn en uit het café komen, willen ze nog wel eens de goed verlichte aanpalende wijk in trekken. Als het donker is, hebben ze er niets te zoeken. Maar weinig licht is voor de bewoners van die wijk ook niet fijn. Het is dan de vraag wat erger is.”

Een lichtplan bedenken, lijkt soms net op het sprookje van Hans en Grietje, waarbij de kleine kinderen broodkruimels strooien om de weg terug naar huis te vinden. Dijkstra: “Je verlicht de herkenningspunten in een wijk, zodat je de mensen veilig naar huis begeleidt.”
Allure

Maar hoe belangrijk licht als herkenningspunt ook is, licht kan een wijk ook meer allure geven en een omgeving verfraaien. Het lichtplan dat Dijkstra met Van Beers voor de Coolsingel bedacht, stelt alle markante gebouwen in een gunstiger licht. Daarbij gaan ze anders te werk, dan collega’s van andere bedrijven, benadrukt Dijkstra. “Dit werk wordt voornamelijk gedaan door mensen die ook voor de lichten in theaters zorgen. Zij denken vanuit de mogelijkheden van de lampen. Vaak belichten ze gebouwen heel extreem. Omdat er tegenwoordig door nieuwe technologieën heel veel mogelijk is, kan een lichtplan daardoor ook overdone zijn. Wij willen het lichtplan laten aansluiten bij de stijl van de architectuur, zodat je ook ‘s avonds goed kunt zien, hoe een architect een gebouw bedoeld heeft.”

Een goed voorbeeld van hun werkwijze is het stadhuis van Rotterdam. “Dat was eerder helemaal egaal verlicht, het stadhuis verdronk er helemaal in. We hebben er uiteindelijk voor gekozen, om strijklicht en witter licht te gebruiken, zodat de details en de textuur van de gevel beter zichtbaar zijn. De fontein van het Hofplein is ook door ons bedacht, en vervolgens uitgevoerd door lichtarchitect Har Holland. We wilden dat de fontein, net als vroeger weer van binnenuit verlicht zou worden, waardoor het water meer zou sprankelen. Er zitten nu led-armaturen in, zodat elk seizoen een ander kleurenpalet heeft.”

Ook het havenmuseum was vroeger bijna niet verlicht. Nu valt de felrode, stalen constructie op. De vuurtoren, de kranen, de graanzuiger en de grote Simson bok, staan prominent in het licht. “Nu zie je het havenmuseum al van uit de verte.” Voor de Steigerkerk in de binnenstad van Rotterdam lichtte Dijkstra vooral de indrukwekkende glas-in-loodramen van binnenuit aan. “Een ander bedrijf had er ook een lichtplan voor gemaakt, dat alles verlichtte en daarom ontzettend veel stroom vrat, en erg duur was. Wij wilden ervoor zorgen, dat die prachtige ramen de blikvanger zouden worden. En dat is gelukt. Want veel mensen hadden de kerk, die toch midden in de binnenstad staat, nog nooit gezien. Maar ‘s avonds viel het godshuis ineens wel op, door de verlichte ramen. Dat is een groot compliment.”
Bagage

In het begin was het nog wel lastig, om er achter te komen wat er technisch mogelijk was met licht, zegt Dijkstra. “Maar we leren snel. Ik vind IO een goede basis voor dit werk. Je leert tijdens je studie goed hoe je onafhankelijk moet waarnemen, en hoe je zaken moet analyseren. Daar heb je bij dit werk veel aan. Want een lichtplan gaat vaak verder dan alleen het licht. Je moet ook rekening houden met de zichtlijn. Die hoort overzichtelijk te zijn, en niet te worden belemmerd door dingen als prullenbakken en bankjes. Licht moet de goede punten in een omgeving benadrukken. Bij IO leer je wat de betekenis is van de keuzes die je maakt, en daar heb ik nu heel veel aan.”

Alhoewel Dijkstra aanvankelijk geen passie had voor lichten, is de keuze voor lichtontwerpen haar meer op het lijf geschreven dan ze dacht. “Ik heb altijd al iets willen doen, wat heel breed is. Dit is technisch, creatief en omdat het om zoiets essentieels als licht gaat, praten we ook veel met mensen die gebruik maken van de openbare ruimte. Omdat Sjoerd en ik een technische studie hebben gedaan, houden we alle technische ontwikkelingen goed in de gaten. We zijn allebei afgestudeerd bij de vakgroep design for sustainability, waardoor we het belangrijk vinden om binnen projecten te zoeken naar alternatieven voor energiebesparend licht.”

Technische bagage kreeg ze bij IO wel mee, maar de zakelijke kennis moest ze geheel zelf opdoen.”Bij IO leer je slechts enkele basisprincipes voor het runnen van een eigen bedrijf. In de praktijk komt er heel veel meer bij om de hoek kijken, want in het begin weet je nog niet hoe het werkt met de belastingen. Daar ben je dan veel tijd aan kwijt. Maar al doende snappen we nu hoe het in elkaar zit.”

Ook in het dagelijks leven van Dijkstra is licht steeds belangrijker geworden. “Ik verhuis binnenkort naar een oud schoolgebouw. De speeltuin wordt onze gezamenlijke tuin. De oude lichtbolletjes van de Coolsingel wil ik graag in onze tuin hergebruiken. Dat moet voor een geweldige sfeer zorgen. En inmiddels heb ik genoeg ervaring opgedaan, om in mijn eigen huis voor een geweldig lichtplan te zorgen.”

www.atelierlek.nl

Naam: Iris Dijkstra (31)

Woonplaats: Rotterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd en samenwonend

Afgestudeerd: 2003

Afstudeerproject: ‘West meets East in the middle’, een onderzoek naar de culturele identiteit van Tsjechische designproducten, en een productontwerp voor een buitenruimte op de Coolsingel

Loopbaan: In 2004 opdrachten als freelancer voor openbare verlichting. 2005 tot nu: Atelier Licht en Kleur, in Rotterdam, samen met vennoot Sjoerd van Beers.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Eigenlijk had Iris Dijkstra geen passie voor licht toen ze in 2003 bij de faculteit Industrieel Ontwerpen afstudeerde. Ze rolde erin, zoals ze het zelf zegt, omdat ze door haar afstudeeropdracht de Rotterdamse Coolsingel goed had leren kennen. Een lichtplan bedenken om de straat ook ‘s avonds allure te geven, leek een logisch vervolg van haar afstudeeropdracht.

De opdracht voor de Coolsingel zorgde er al snel voor dat ze samen met compagnon ir. Sjoerd van Beers het bedrijfje Atelier Licht en Kleur opzette. Anderhalf jaar later is Dijkstra erg gepassioneerd over licht op straat. “Dat ik lichtplannen bedenk voor mijn eigen stad, geeft me veel plezier. Het is leuk om plannetjes te maken, maar je wilt ze graag ook terugzien in de stad. Als ik naar huis rijd op mijn fiets en langs de fontein en het stadhuis kom, waar wij het lichtplan voor hebben ontworpen, dan word ik echt heel blij. Daar doe ik het per slot van rekening voor. Het is soms net alsof je schildert met licht.”

Een lichtplan bedenken is een heel stuk lastiger dan op het eerste gezicht lijkt. Het is veel meer dan een paar lantarenpalen neerzetten en een nieuw peertje in de fitting draaien. “Veel mensen denken vrij banaal over licht. Het algemene idee is vaak: verlicht alles, dan voelt iedereen zich veilig. Maar het werkt niet overal zo. Naast de basisverlichting moet je ervoor zorgen dat de plekken die mensen mooi vinden, worden verlicht. Dat kan een mooi gebouw zijn, of een karakteristieke boom, of een plek waar mensen graag samen komen. Veiligheid is de laatste jaren steeds meer een hype, maar met meer licht voelen mensen zich niet per se veiliger. Lantarenpalen hebben soms zelfs een averechts effect, omdat mensen er vaak hun fiets aan vast maken. En dat levert een rommelig straatbeeld op.”

Het is beter om fijne plekken met licht te benadrukken, dan om alles fel te verlichten, meent de industrieel ontwerper. “Bij knelpunten in wijken, is het soms lastig te bepalen of je ze wel of niet extra moet verlichten. Want als mensen dronken zijn en uit het café komen, willen ze nog wel eens de goed verlichte aanpalende wijk in trekken. Als het donker is, hebben ze er niets te zoeken. Maar weinig licht is voor de bewoners van die wijk ook niet fijn. Het is dan de vraag wat erger is.”

Een lichtplan bedenken, lijkt soms net op het sprookje van Hans en Grietje, waarbij de kleine kinderen broodkruimels strooien om de weg terug naar huis te vinden. Dijkstra: “Je verlicht de herkenningspunten in een wijk, zodat je de mensen veilig naar huis begeleidt.”
Allure

Maar hoe belangrijk licht als herkenningspunt ook is, licht kan een wijk ook meer allure geven en een omgeving verfraaien. Het lichtplan dat Dijkstra met Van Beers voor de Coolsingel bedacht, stelt alle markante gebouwen in een gunstiger licht. Daarbij gaan ze anders te werk, dan collega’s van andere bedrijven, benadrukt Dijkstra. “Dit werk wordt voornamelijk gedaan door mensen die ook voor de lichten in theaters zorgen. Zij denken vanuit de mogelijkheden van de lampen. Vaak belichten ze gebouwen heel extreem. Omdat er tegenwoordig door nieuwe technologieën heel veel mogelijk is, kan een lichtplan daardoor ook overdone zijn. Wij willen het lichtplan laten aansluiten bij de stijl van de architectuur, zodat je ook ‘s avonds goed kunt zien, hoe een architect een gebouw bedoeld heeft.”

Een goed voorbeeld van hun werkwijze is het stadhuis van Rotterdam. “Dat was eerder helemaal egaal verlicht, het stadhuis verdronk er helemaal in. We hebben er uiteindelijk voor gekozen, om strijklicht en witter licht te gebruiken, zodat de details en de textuur van de gevel beter zichtbaar zijn. De fontein van het Hofplein is ook door ons bedacht, en vervolgens uitgevoerd door lichtarchitect Har Holland. We wilden dat de fontein, net als vroeger weer van binnenuit verlicht zou worden, waardoor het water meer zou sprankelen. Er zitten nu led-armaturen in, zodat elk seizoen een ander kleurenpalet heeft.”

Ook het havenmuseum was vroeger bijna niet verlicht. Nu valt de felrode, stalen constructie op. De vuurtoren, de kranen, de graanzuiger en de grote Simson bok, staan prominent in het licht. “Nu zie je het havenmuseum al van uit de verte.” Voor de Steigerkerk in de binnenstad van Rotterdam lichtte Dijkstra vooral de indrukwekkende glas-in-loodramen van binnenuit aan. “Een ander bedrijf had er ook een lichtplan voor gemaakt, dat alles verlichtte en daarom ontzettend veel stroom vrat, en erg duur was. Wij wilden ervoor zorgen, dat die prachtige ramen de blikvanger zouden worden. En dat is gelukt. Want veel mensen hadden de kerk, die toch midden in de binnenstad staat, nog nooit gezien. Maar ‘s avonds viel het godshuis ineens wel op, door de verlichte ramen. Dat is een groot compliment.”
Bagage

In het begin was het nog wel lastig, om er achter te komen wat er technisch mogelijk was met licht, zegt Dijkstra. “Maar we leren snel. Ik vind IO een goede basis voor dit werk. Je leert tijdens je studie goed hoe je onafhankelijk moet waarnemen, en hoe je zaken moet analyseren. Daar heb je bij dit werk veel aan. Want een lichtplan gaat vaak verder dan alleen het licht. Je moet ook rekening houden met de zichtlijn. Die hoort overzichtelijk te zijn, en niet te worden belemmerd door dingen als prullenbakken en bankjes. Licht moet de goede punten in een omgeving benadrukken. Bij IO leer je wat de betekenis is van de keuzes die je maakt, en daar heb ik nu heel veel aan.”

Alhoewel Dijkstra aanvankelijk geen passie had voor lichten, is de keuze voor lichtontwerpen haar meer op het lijf geschreven dan ze dacht. “Ik heb altijd al iets willen doen, wat heel breed is. Dit is technisch, creatief en omdat het om zoiets essentieels als licht gaat, praten we ook veel met mensen die gebruik maken van de openbare ruimte. Omdat Sjoerd en ik een technische studie hebben gedaan, houden we alle technische ontwikkelingen goed in de gaten. We zijn allebei afgestudeerd bij de vakgroep design for sustainability, waardoor we het belangrijk vinden om binnen projecten te zoeken naar alternatieven voor energiebesparend licht.”

Technische bagage kreeg ze bij IO wel mee, maar de zakelijke kennis moest ze geheel zelf opdoen.”Bij IO leer je slechts enkele basisprincipes voor het runnen van een eigen bedrijf. In de praktijk komt er heel veel meer bij om de hoek kijken, want in het begin weet je nog niet hoe het werkt met de belastingen. Daar ben je dan veel tijd aan kwijt. Maar al doende snappen we nu hoe het in elkaar zit.”

Ook in het dagelijks leven van Dijkstra is licht steeds belangrijker geworden. “Ik verhuis binnenkort naar een oud schoolgebouw. De speeltuin wordt onze gezamenlijke tuin. De oude lichtbolletjes van de Coolsingel wil ik graag in onze tuin hergebruiken. Dat moet voor een geweldige sfeer zorgen. En inmiddels heb ik genoeg ervaring opgedaan, om in mijn eigen huis voor een geweldig lichtplan te zorgen.”

www.atelierlek.nl

Naam: Iris Dijkstra (31)

Woonplaats: Rotterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Verliefd en samenwonend

Afgestudeerd: 2003

Afstudeerproject: ‘West meets East in the middle’, een onderzoek naar de culturele identiteit van Tsjechische designproducten, en een productontwerp voor een buitenruimte op de Coolsingel

Loopbaan: In 2004 opdrachten als freelancer voor openbare verlichting. 2005 tot nu: Atelier Licht en Kleur, in Rotterdam, samen met vennoot Sjoerd van Beers.

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.