Education

Scheikunde vindt eigen onderzoek ‘redelijk’

De faculteit Scheikunde kan zich slechts voor een deel vinden in de kritiek van de onderzoeksvisitatiecommissie. Decaan Grievink noemt het chemisch onderzoek in Delft ‘redelijk, maar voor verbetering vatbaar’.

De criteria die de commissie hanteert zijn volgens hem minder geschikt voor een technische universiteit.

In een schriftelijke mededeling aan de pers concludeert de faculteit dat het chemisch technologisch onderzoek aan de TU van hoog niveau is. Zij baseert zich op twee onderzoeksgroepen die op alle vier criteria ‘excellent’ scoren en enige onderzoeken die het predikaat ‘goed’ krijgen. Het persbericht benadrukt verder de onvolledigheid van het onderzoek van de VSNU.

Voor nader commentaar verwijst de gehele faculteit naar decaan prof.ir. J. Grievink. ,,De onderzoeksoutput van een technische universiteit bestaat niet alleen uit internationale publicaties. Chemie in Delft is veel meer dan dat”, zegt deze. ,,Er zijn belangrijke chemisch-technologische ontwikkelingen gaande in samenwerking met de industrie en andere faculteiten. Het visitatierapport houdt maar ten dele rekening met ‘grijze’ output als testopstellingen en procesontwerpen.”

Deelname aan het systeem van de visitatie is door de faculteit overigens vooraf geaccepteerd, en zij was betrokken bij de samenstelling van de visitatiecommissie.
Leerstoelen

Het rapport van de VSNU roemt een aantal uitmuntende chemiesecties in Delft, maar legt ook de vinger op zwakheden. Het vermeldt dat de faculteit de vooraanstaande rol is kwijtgeraakt die zij vele jaren heeft gespeeld in Nederland. Grievink protesteert tegen die conclusie: ,,Het scheikundig onderzoek ontwikkelt zich in vele richtingen. Die verschillende aspecten hebben niet allemaal even veel gewicht gekregen in het visitatierapport.”

De communicatie tussen bestuur en wetenschappers van STM behoeft dringend verbetering, aldus het rapport. Verder acht de commissie het niet verstandig om rigoreus te snoeien in het aantal leerstoelen, zoals Scheikunde heeft aangekondigd in haar strategisch bedrijfsplan. Er zou beter bezuinigd kunnen worden op het aantal docenten. Prof.dr.ir. Van Bekkum van de sectie katalyse is het daar mee eens: ,,Ik ben blij met die aanbeveling. Het zou het behoud zijn van deze vakgroep. Als we de leerstoelen kunnen behouden, moet je inderdaad kijken naar de invulling. Het is een goede gelegenheid om de boel eens te vitaliseren, en de fondsenwerving goed te regelen.”

Vier secties binnen de faculteit STM worden in het rapport uniek en onmisbaar genoemd. Er wordt dan ook aangedrongen op behoud van deze onderzoeksafdelingen. Wrang detail daarbij is dat twee van deze secties zeer hoog scoren, de andere twee zijn ondermaats. Grievink: ,,De uitersten liggen ver uit elkaar. Het gemiddelde ligt echter op landelijk niveau.”

Leo de Vries

De faculteit Scheikunde kan zich slechts voor een deel vinden in de kritiek van de onderzoeksvisitatiecommissie. Decaan Grievink noemt het chemisch onderzoek in Delft ‘redelijk, maar voor verbetering vatbaar’. De criteria die de commissie hanteert zijn volgens hem minder geschikt voor een technische universiteit.

In een schriftelijke mededeling aan de pers concludeert de faculteit dat het chemisch technologisch onderzoek aan de TU van hoog niveau is. Zij baseert zich op twee onderzoeksgroepen die op alle vier criteria ‘excellent’ scoren en enige onderzoeken die het predikaat ‘goed’ krijgen. Het persbericht benadrukt verder de onvolledigheid van het onderzoek van de VSNU.

Voor nader commentaar verwijst de gehele faculteit naar decaan prof.ir. J. Grievink. ,,De onderzoeksoutput van een technische universiteit bestaat niet alleen uit internationale publicaties. Chemie in Delft is veel meer dan dat”, zegt deze. ,,Er zijn belangrijke chemisch-technologische ontwikkelingen gaande in samenwerking met de industrie en andere faculteiten. Het visitatierapport houdt maar ten dele rekening met ‘grijze’ output als testopstellingen en procesontwerpen.”

Deelname aan het systeem van de visitatie is door de faculteit overigens vooraf geaccepteerd, en zij was betrokken bij de samenstelling van de visitatiecommissie.
Leerstoelen

Het rapport van de VSNU roemt een aantal uitmuntende chemiesecties in Delft, maar legt ook de vinger op zwakheden. Het vermeldt dat de faculteit de vooraanstaande rol is kwijtgeraakt die zij vele jaren heeft gespeeld in Nederland. Grievink protesteert tegen die conclusie: ,,Het scheikundig onderzoek ontwikkelt zich in vele richtingen. Die verschillende aspecten hebben niet allemaal even veel gewicht gekregen in het visitatierapport.”

De communicatie tussen bestuur en wetenschappers van STM behoeft dringend verbetering, aldus het rapport. Verder acht de commissie het niet verstandig om rigoreus te snoeien in het aantal leerstoelen, zoals Scheikunde heeft aangekondigd in haar strategisch bedrijfsplan. Er zou beter bezuinigd kunnen worden op het aantal docenten. Prof.dr.ir. Van Bekkum van de sectie katalyse is het daar mee eens: ,,Ik ben blij met die aanbeveling. Het zou het behoud zijn van deze vakgroep. Als we de leerstoelen kunnen behouden, moet je inderdaad kijken naar de invulling. Het is een goede gelegenheid om de boel eens te vitaliseren, en de fondsenwerving goed te regelen.”

Vier secties binnen de faculteit STM worden in het rapport uniek en onmisbaar genoemd. Er wordt dan ook aangedrongen op behoud van deze onderzoeksafdelingen. Wrang detail daarbij is dat twee van deze secties zeer hoog scoren, de andere twee zijn ondermaats. Grievink: ,,De uitersten liggen ver uit elkaar. Het gemiddelde ligt echter op landelijk niveau.”

Leo de Vries

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.