De universiteiten leveren steeds meer bachelors en masters af, maar ze krijgen nauwelijks extra geld. Er is sprake van scheefgroei, meldt het Rathenau Instituut vandaag.
De universiteiten kregen sinds 2009 meer geld voor hun onderwijs (dertien procent), maar de inflatie groeide bijna even snel (tien procent). Intussen steeg het aantal afgestudeerden veel sneller: jaarlijks behalen 33 procent meer masters en 29 procent meer bachelors hun diploma.
Vooral bij de vier technische universiteiten (Delft, Eindhoven, Enschede en Wageningen) is de scheefgroei aanzienlijk. Zij verstrekten in 2016 bijna 5.200 bachelordiploma’s: 62 procent meer dan in 2009. Het aantal masterdiploma’s steeg met 44 procent naar bijna zevenduizend. “In diezelfde periode steeg de rijksbijdrage voor deze vier universiteiten met 8,5 procent”, aldus het Rathenau Instituut.
Debat voeren
Geen wonder dat universiteiten studentenstops overwegen, vindt het Rathenau Instituut. Maar eigenlijk leidt dat de aandacht af van het onderliggende probleem. “In plaats van praten over studentenstops, zouden we het debat moeten voeren over de kwaliteit van het universitaire onderwijs en moeten bedenken welk systeem daar het beste bij past”, zegt directeur Melanie Peters.
De universiteiten doen allemaal hun best om zoveel mogelijk studenten te werven, zowel in Nederland als in het buitenland. Zo zit het systeem nu eenmaal in elkaar, legt onderzoeker Jos de Jonge uit, die de analyse maakte.
Taart
“Ik trek graag de vergelijking met een taart”, zegt De Jonge. “Die taart wordt niet echt groter. Als je meer studenten trekt, krijg je een iets groter deel van de taart. Maar als iedereen dat doet, krijg je uiteindelijk dus geen extra geld. Wel word je er slechter van als je minder studenten werft. Eigenlijk kan alleen een grote universiteit als Utrecht zich dat permitteren.”
Het Rathenau Instituut is geen activistische organisatie, benadrukt hij. “Ik wil niet zeggen dat er per se meer geld naar het hoger onderwijs of de universiteiten moet. Ik kan me ook voorstellen dat universiteiten kleiner worden en er meer geld naar het hbo gaat. Die opties staan open.”
Maar hij wijst erop dat Nederland het bachelor-mastersysteem heeft ingevoerd om meer buitenlandse studenten te trekken en om die reden ook steeds meer Engelstalige opleidingen aanbiedt. De Jonge: “Als die mensen dan hier komen, tellen ze wel mee voor de bekostiging, maar de totale bedragen gaan niet of nauwelijks omhoog.”
Uit het hart gegrepen
De universiteiten zeggen al tijden dat ze te weinig geld krijgen voor het onderwijs en dat het aantal studenten veel harder groeit dan de financiering: “De analyse van het Rathenau Instituut is ons uit het hart gegrepen”, zegt een woordvoerder van universiteitenvereniging VSNU.
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is geschrokken, laat voorzitter Rhea van der Dong weten: “Als we nu geen actie ondernemen, zal dit grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van ons onderwijs.” Ze vestigt haar hoop op de partijen die nu onderhandelen over een nieuw kabinet.
Geleidelijk
Tegelijkertijd maakt het ISO zich ook zorgen over de snelle internationalisering in het wetenschappelijk onderwijs. Het moet niet alleen om geld gaan, vindt het ISO, en daar lijkt het soms wel op. Je kunt niet van de ene op de andere dag internationaal zijn, aldus Van der Dong. “Dit vraagt om een geleidelijke overgang, doordacht beleid en investeringen.”
HOP, Bas Belleman
Comments are closed.