Education

Ruzie over vakantiedagen

Het college van bestuur heeft het lokaal overleg met de bonden opgeschort. Reden is een verschil van mening over drie vakantiedagen.

Vier kaderleden van de bonden claimen recht te hebben op drie vakantiedagen zoals die in de Vakantieregeling 2005 met de TU waren afgesproken. Het gaat om dagen die volgens de huidige cao (ingegaan in 2008) niet meer worden toegekend in ruil voor een hogere eindejaarsuitkering.

De Vakantieregeling van de TU is niet aangepast op dit punt. Daarvoor is instemming van de ondernemingsraad nodig, die weer advies krijgt van de bonden. Volgens de voorzitter van het lokaal overleg, Floor Koornneef, was er echter pas twee weken geleden overleg over.

Collegelid Paul Rullmann verklaarde de Vakantieregeling 2005 niet te willen uitvoeren. “Maar je kunt niet tijdens het jaar de regeling wijzigen”, zegt Koornneef. Volgens hem blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad dat cao-afspraken minimumbepalingen zijn. “Het is toegestaan betere afspraken te maken.”

De bonden kwamen elk via een kaderlid met hun claim op de drie dagen. “Het gaat ons te ver als het college van bestuur eenzijdig besluit zijn eigen regeling niet uit te voeren”, zegt Koornneef. “Wat zijn afspraken dan waard?”

Juist die claims schoten bij Rullmann in het ‘verkeerde keelgat’. “Je hebt een eindejaarsuitkering genoten en wilt toch drie dagen terug. Het gaat mij er niet om wie er gelijk heeft, maar louter om het feit dat je overweegt de cao op deze wijze onderuit te schoffelen. Het is die houding waar ik niet mee overweg kan. Zit je hier voor de universiteit of voor het binnenhalen van extra voordeeltjes? Eten van twee walletjes.”

Koornneef zegt dat het college ‘ook nog eigenmachtig het verjaardagsverlof heeft afgeschaft’. “Het college grabbelt gemakkelijk in de secundaire arbeidsvoorwaarden.” Volgens Rullmann is het verjaardagsverlof een ‘verworven gewoonte’. “Niet iets waar we instemming voor moeten vragen. Dat heeft kwaad bloed gezet, dat snap ik wel.”

In een brief aan de vakbonden schrijft Rullmann pas weer te overleggen als de kwestie met elk van de vier kaderleden is afgewikkeld of als zij hun claim hebben ingetrokken. “Dat klinkt als chantage”, zegt Koornneef. De bonden overleggen maandagmiddag 6 juli over Rullmanns brief.

De ondernemingsraad noemt de kwestie een zaak tussen Rullmann en de bonden. “We onderschrijven wel dat het college niet zo sterk is met het handhaven van eigen procedures”, aldus or-secretaris Niek Tholen.

Toegegeven, het lab heeft weinig weg van een buurtschap. De ruimte staat vol met manshoge beige stalen kasten. Erbinnen kleinere kasten, kabels en klemmen. Over de achterwand lopen koperen strippen, met bouten stevig vastgezet. Achter de kasten verscholen liggen duimdikke kabels en aan elkaar gekoppelde elektromotoren. “Er staat veel vermogenselektronica”, zegt ir. Arjan van Voorden (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica).  Hij bouwde de opstelling samen met ing. Johan Vijftigschild en dr.ir. Bob Paap. “Regelbare aandrijvingen uit hijskranen en dat soort dingen. Siemens had eigenlijk geen speciale spullen voor wat wij wilden.”

De bedoeling was een laboratorium te bouwen voor duurzame energie, het DENlab zoals het nu heet. Rond 2000 kwam de vraag op of een klein groepje huizen zelfvoorzienend (‘autarkisch’) kon zijn in de stroomvoorziening. Het samenwerkingsverband duurzame energie (SDE), bestaand uit ondermeer het ministerie van economische zaken, Shell en Eneco, had er geld voor klaar liggen. “Ik schreef een voorstel op een A4-tje en ik kreeg een miljoen gulden”, herinnert hoogleraar elektriciteitsvoorziening prof.ir. Lou van der Sluis zich. “Dat was het begin.”

Acht jaar later functioneert het DENlab. Op het dak van de EWI-laagbouw liggen 180 zonnepanelen met een piekvermogen van 68 watt ieder. In het laboratorium daaronder zijn verder aangesloten: een gesimuleerde windturbine, een gesimuleerde warmtekrachtinstallatie (een gasgestookt toestel dat behalve warmte ook stroom levert) en twee sets accu’s met omvormers. Dit alles staat aangesloten op een vermogensregelaar die zorgt dat de zaak in balans blijft.
De gesimuleerde windturbine bestaat uit een elektromotor die een generator aandrijft. Regelaars zorgen ervoor dat de stroom uit de generator dezelfde dynamiek en traagheid heeft als een windturbine. Een windmeter op de hoogbouw geeft de windsnelheid door en stuurt daarmee de turbine. Het mag dan gesimuleerd zijn, er vloeien hier wel echte stromen bij hoge spanningen.

Een stabiele stroomvoorziening vereist dat de spanning en frequentie constant blijven en dat de stroombalans tussen aanbod (zon, wind, warmtekrachtkoppeling) en vraag (gemodelleerd naar verbruiksgegevens) gehandhaafd blijft. In DENlab speelt het accusysteem de sleutelrol. Het bepaalt de spanning en frequentie, en het buffert verschillen tussen vraag en aanbod.

Geavanceerd allemaal, maar waarom zou je de stroombalans niet simuleren op de computer? Van Voorden: “Uit een simulatie volgt alleen wat je er zelf in hebt gestopt. Wij staan een stapje dichter bij de werkelijkheid en in de praktijk gebeuren onverwachte dingen.” Van der Sluis valt hem bij: “Ik geloof niet zo van blokje A praat met blokje B. Je moet laten zien dat het echt werkt. Dat trekt bovendien ook studenten. Tot uit Zuid-Amerika aan toe.”
Van Voorden was vooral verbaasd over de snelheid waarmee veranderingen in het systeem zich voltrekken. “Als een wolk voor de zon schuift, dan klapt de stroom uit de zonnepanelen binnen een seconde in elkaar. Dat zie je niet bij simulaties. Daar gaat het over een dag- of uurgemiddelde.”
Die snelle veranderingen zijn schadelijk voor de accu’s. Maar gelukkig is er een nieuw fenomeen op de markt gekomen dat juist heel goed reageert op snelle stroomveranderingen: de supercaps. Van der Sluis: “Vroeger had je condensator van honderd microFarad, nu heb je zulke dingen.” Hij houdt duim en wijsvinger tien centimeter uit elkaar. “Met een capaciteit van één Farad”. Tienduizend keer meer dus, dankzij de nanotechnologie. Op de lading uit een supercondensator of supercap kan een modeltreintje tien minuten lang rijden. Maar de kracht ligt in de opvang van snelle veranderingen. Van Voorden: “Accu’s zijn voor energie, supercaps voor snelle vermogensveranderingen.”

Nu het laboratorium werkt, is het tijd voor verder onderzoek. Zo gaat de Costa Ricaanse promovenda ir. Laura Ramirez Elizondo aan het werk met de integratie van een brandstofcel. Van der Sluis gelooft dat decentrale opwekking de toekomst heeft. “Je moet ergens in geloven”, relativeert hij. “Zonnepanelen komen bij de Blokker en windturbines op gebouwen. We gaan een spannende toekomst tegemoet.”

Ir. Arjan van Voorden verdedigt zijn proefschrift ‘Power Balancing in Autonomous Renewable Energy Systems’ op maandag 24 november.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.