De raad van toezicht heeft zich dus niet door de ondernemingsraad uit koers laten blazen en de professoren Wakker en Berkhout benoemd tot nieuwe leden van het college van bestuur.
De hoogste toezichthouders van de TU hebben zich daarbij laten leiden door diverse andere adviezen die géén blokkades opwierpen (studentenraad, decanen, raad van hoogleraren). En bovenal door het feit dat de drie nieuwe cvb-leden aangeven dat ze een gezamenlijk programma hebben dat ze eensgezind willen uitvoeren. Dat vinden topmanagers van multinationals interessant.
Als men nu maar niet denkt dat de problemen voorbij zijn. De bestuursnotitie van dit cvb (zie elders in deze krant) erkent dat ook. Maar papier is geduldig. De werkelijkheid is redelijk vaak te beluisteren tijdens de frequente afscheidsborrels die de laatste tijd worden gehouden voor 55-plussende, of anderszins vertrekkende, TU-medewerkers (gisteren ex-cvb-lid Veenendaal…).
Het constante thema aan de bar, in de felicitatierij, of tijdens de speeches, is het onbegrip van de TU-medewerkers voor wat er met en in hun organisatie de laatste jaren is gedaan. Nog erger is dat menig lid van het middenkader of hoger management eveneens van zijn hart geen moordkuil maakt. Zij die bij uitstek de veranderingsprocessen en de reorganisaties zouden moeten uitvoeren, en uitleggen aan hun medewerkers, dié mensen voelen zich in de kou gezet, gepasseerd of genegeerd.
,,Hoe moet dit ooit weer goed komen”, verzuchtte een manager laatst boven zijn witbier. En een collega somberde: ,,De TU is in snel tempo aan het desintegreren.” De wanhoop achter dergelijke uitspraken baande zich vorige week een weg naar het negatieve advies van de ondernemingsraad. En het laat ook zien dat het nieuwe cvb een fikse geloofwaardigheidskloof te overbruggen heeft.
Gesteld voor die taak zit het nieuwe cvb niet in een benijdenswaardige positie. Boven zich een raad van toezicht die nauwlettend zal toezien op de uitvoering van de bestuursnotitie en op het verder achterwege blijven van ruzies over de pikorde. Bovendien kan de dwang tot consensus die het cvb nu feitelijk is opgelegd bestuurlijk ook verlammend werken.
Onder zich treft het cvb een ondernemingsraad aan die publiekelijk heeft laten weten de samenstelling van dit college niet goed te vinden en de bestuursnotitie vooral vergelijkt met de weg naar de hel. Die was immers ook ,,geplaveid met goede voornemens”.
En buiten de vergaderzalen is er dan de weerbarstige materie van de universitaire reorganisaties: de clustering van de faculteiten, het integrale management en de modernisering van de ondersteunende diensten (MOD). Het college heeft nu wel met de vakbonden een akkoord gesloten over een ,,eindconfiguratie” voor de MOD, maar dat is vooral om ,,rust in de tent” te brengen. De doelstellingen waar het allemaal om begonnen was – dertig miljoen bezuinigen ten gunste van onderwijs en onderzoek, en kwaliteitsverbetering in hetondersteunende werk – moeten allemaal nog gerealiseerd worden. De voor 1998 net gereed gekomen begroting van de TU bijvoorbeeld erkent dat ook.
De raad van toezicht wijst erop dat de afgelopen jaren veel veranderingen zijn ingezet die door het nieuwe college tot een goed einde moeten worden gebracht. Die veranderingen zijn voor de medewerkers ‘in de wijk’ amper de vellen van de flap-overs, of de sheets van de presentaties, ontstegen. Namen en functies zijn veranderd, maar de feitelijke gang van zaken is vrijwel onveranderd.
Vanuit die belevenis van de werkelijkheid was het begrijpelijk dat de ondernemingsraad heeft gepleit voor een sterke en duidelijke portefeuille voor personeel en organisatie binnen het cvb. Er is op zichzelf veel te zeggen voor de nieuwe werkverdeling en werkwijze binnen het cvb, nu de TU een sterke decentralisatie doormaakt en steeds sterker haar kwaliteit moet bewaken en bevorderen. Maar het moment ervoor is ongelukkig gekozen. Er was een klus af te maken, terwijl nu de indruk is gewekt dat voor het cvb de reorganisaties eigenlijk al voorbij zijn. En dat de resultaten ondergeschikt worden aan ,,rust in de tent”.
Richard Meijer
De auteur is redacteur van Delta
De raad van toezicht heeft zich dus niet door de ondernemingsraad uit koers laten blazen en de professoren Wakker en Berkhout benoemd tot nieuwe leden van het college van bestuur. De hoogste toezichthouders van de TU hebben zich daarbij laten leiden door diverse andere adviezen die géén blokkades opwierpen (studentenraad, decanen, raad van hoogleraren). En bovenal door het feit dat de drie nieuwe cvb-leden aangeven dat ze een gezamenlijk programma hebben dat ze eensgezind willen uitvoeren. Dat vinden topmanagers van multinationals interessant.
Als men nu maar niet denkt dat de problemen voorbij zijn. De bestuursnotitie van dit cvb (zie elders in deze krant) erkent dat ook. Maar papier is geduldig. De werkelijkheid is redelijk vaak te beluisteren tijdens de frequente afscheidsborrels die de laatste tijd worden gehouden voor 55-plussende, of anderszins vertrekkende, TU-medewerkers (gisteren ex-cvb-lid Veenendaal…).
Het constante thema aan de bar, in de felicitatierij, of tijdens de speeches, is het onbegrip van de TU-medewerkers voor wat er met en in hun organisatie de laatste jaren is gedaan. Nog erger is dat menig lid van het middenkader of hoger management eveneens van zijn hart geen moordkuil maakt. Zij die bij uitstek de veranderingsprocessen en de reorganisaties zouden moeten uitvoeren, en uitleggen aan hun medewerkers, dié mensen voelen zich in de kou gezet, gepasseerd of genegeerd.
,,Hoe moet dit ooit weer goed komen”, verzuchtte een manager laatst boven zijn witbier. En een collega somberde: ,,De TU is in snel tempo aan het desintegreren.” De wanhoop achter dergelijke uitspraken baande zich vorige week een weg naar het negatieve advies van de ondernemingsraad. En het laat ook zien dat het nieuwe cvb een fikse geloofwaardigheidskloof te overbruggen heeft.
Gesteld voor die taak zit het nieuwe cvb niet in een benijdenswaardige positie. Boven zich een raad van toezicht die nauwlettend zal toezien op de uitvoering van de bestuursnotitie en op het verder achterwege blijven van ruzies over de pikorde. Bovendien kan de dwang tot consensus die het cvb nu feitelijk is opgelegd bestuurlijk ook verlammend werken.
Onder zich treft het cvb een ondernemingsraad aan die publiekelijk heeft laten weten de samenstelling van dit college niet goed te vinden en de bestuursnotitie vooral vergelijkt met de weg naar de hel. Die was immers ook ,,geplaveid met goede voornemens”.
En buiten de vergaderzalen is er dan de weerbarstige materie van de universitaire reorganisaties: de clustering van de faculteiten, het integrale management en de modernisering van de ondersteunende diensten (MOD). Het college heeft nu wel met de vakbonden een akkoord gesloten over een ,,eindconfiguratie” voor de MOD, maar dat is vooral om ,,rust in de tent” te brengen. De doelstellingen waar het allemaal om begonnen was – dertig miljoen bezuinigen ten gunste van onderwijs en onderzoek, en kwaliteitsverbetering in hetondersteunende werk – moeten allemaal nog gerealiseerd worden. De voor 1998 net gereed gekomen begroting van de TU bijvoorbeeld erkent dat ook.
De raad van toezicht wijst erop dat de afgelopen jaren veel veranderingen zijn ingezet die door het nieuwe college tot een goed einde moeten worden gebracht. Die veranderingen zijn voor de medewerkers ‘in de wijk’ amper de vellen van de flap-overs, of de sheets van de presentaties, ontstegen. Namen en functies zijn veranderd, maar de feitelijke gang van zaken is vrijwel onveranderd.
Vanuit die belevenis van de werkelijkheid was het begrijpelijk dat de ondernemingsraad heeft gepleit voor een sterke en duidelijke portefeuille voor personeel en organisatie binnen het cvb. Er is op zichzelf veel te zeggen voor de nieuwe werkverdeling en werkwijze binnen het cvb, nu de TU een sterke decentralisatie doormaakt en steeds sterker haar kwaliteit moet bewaken en bevorderen. Maar het moment ervoor is ongelukkig gekozen. Er was een klus af te maken, terwijl nu de indruk is gewekt dat voor het cvb de reorganisaties eigenlijk al voorbij zijn. En dat de resultaten ondergeschikt worden aan ,,rust in de tent”.
Richard Meijer
De auteur is redacteur van Delta
Comments are closed.