Volgens de meest recente meting voldoet meer dan een kwart van de TU-studenten niet aan de temponorm. Uitschieter is de opleiding Elektrotechniek, waar meer dan 36 procent onder de norm van 21 studiepunten per jaar blijft, gevolgd door Informatica en Lucht- en Ruimtevaart.
Ook bij deze opleidingen dreigt de beurs van bijna een derde van de studenten omgezet te worden in een rentedragende lening. Het gemiddelde aantal studenten over de hele TU dat onvoldoende presteert, bedraagt volgens de laatste tempometing 26,6 procent. De opleidingen voor Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen scoren ‘goed’ met respectievelijk 22,5 en 22,1 procent.
Volgens J. Stals van de Centrale Studenten Administratie (CSA) zullen deze ruwe cijfers over 1996 en 1997 uiteindelijk beduidend lager uitvallen. Lang niet alle studenten zullen hun beurs omgezet zien in een lening: ,,Er zitten onder deze groep natuurlijk studenten die al helemaal geen studiefinanciering meer krijgen, of die alleen maar een lening hebben. Die gaan hier nog af.” Daarnaast is een aantal studenten dubbel geteld omdat ze voor twee opleidingen ingeschreven staan. Ook daarvan wordt een aantal in mindering gebracht op de huidige cijfers.
Vorig jaar bedroeg het aantal studenten dat daadwerkelijk hun beurs moest terugbetalen slechts zes à zeven procent van het totaal. Stals verwacht dat dit aantal voor het seizoen ’96/’97 uiteindelijk rond de tien procent zal uitkomen.
Overzicht tempometing 1996/1997, per 11 december 1997
Opleiding percentage onder de norm
Bouwkunde 22,5 .
Civiele Techniek 24,3 .
Elektrotechniek 36,3 .
Geodesie 26,0 .
Informatica 34,3 .
Industrieel Ontwerpen 22,1 .
Lucht- en Ruimtevaart 34,0 .
Technische Aardwetenschappen 25,3 .
Materiaalkunde 25,8 .
Maritieme Techniek 26,3 .
Scheikunde 24,2 .
Technische Bestuurskunde 24,5 .
Technische Natuurkunde 29,1 .
Werktuigbouw 27,7 .
Wiskunde 32,1 .
Gemiddelde TU Delft 26,6 .
Uitschieter is de opleiding Elektrotechniek, waar meer dan 36 procent onder de norm van 21 studiepunten per jaar blijft, gevolgd door Informatica en Lucht- en Ruimtevaart. Ook bij deze opleidingen dreigt de beurs van bijna een derde van de studenten omgezet te worden in een rentedragende lening. Het gemiddelde aantal studenten over de hele TU dat onvoldoende presteert, bedraagt volgens de laatste tempometing 26,6 procent. De opleidingen voor Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen scoren ‘goed’ met respectievelijk 22,5 en 22,1 procent.
Volgens J. Stals van de Centrale Studenten Administratie (CSA) zullen deze ruwe cijfers over 1996 en 1997 uiteindelijk beduidend lager uitvallen. Lang niet alle studenten zullen hun beurs omgezet zien in een lening: ,,Er zitten onder deze groep natuurlijk studenten die al helemaal geen studiefinanciering meer krijgen, of die alleen maar een lening hebben. Die gaan hier nog af.” Daarnaast is een aantal studenten dubbel geteld omdat ze voor twee opleidingen ingeschreven staan. Ook daarvan wordt een aantal in mindering gebracht op de huidige cijfers.
Vorig jaar bedroeg het aantal studenten dat daadwerkelijk hun beurs moest terugbetalen slechts zes à zeven procent van het totaal. Stals verwacht dat dit aantal voor het seizoen ’96/’97 uiteindelijk rond de tien procent zal uitkomen.
Overzicht tempometing 1996/1997, per 11 december 1997
Opleiding percentage onder de norm
Bouwkunde 22,5 .
Civiele Techniek 24,3 .
Elektrotechniek 36,3 .
Geodesie 26,0 .
Informatica 34,3 .
Industrieel Ontwerpen 22,1 .
Lucht- en Ruimtevaart 34,0 .
Technische Aardwetenschappen 25,3 .
Materiaalkunde 25,8 .
Maritieme Techniek 26,3 .
Scheikunde 24,2 .
Technische Bestuurskunde 24,5 .
Technische Natuurkunde 29,1 .
Werktuigbouw 27,7 .
Wiskunde 32,1 .
Gemiddelde TU Delft 26,6 .
Comments are closed.