‘Ik zweer sociale media voor een week af. Eens kijken hoe #verslaafd ik ben. Dag twitter, facebook, linkedin, tot volgende week.’ Met dit bericht begon mijn experiment: kan ik wegblijven van de sociale media of ben ik verslaafd? Vandaag is het vier dagen verder, tijd om de stand op te nemen.
Een verhaal van verleiding, verslaving en innerlijke strijd.
Verleid ben ik zeker deze week. Mijn lieve voetbalvriendinnetje Marlies vertelt mij over enthousiaste reacties op het facebookbericht dat ik geen sociale media gebruik. Alles in mij schreeuwt: dit wil ik lezen! Daarnaast ging ik naar het flatfeest. Hier sta ik vrolijk met Jan en alleman op de foto. IJdelheid is een van mijn favoriete zondes; wie weet sta ik getagged op een foto, actief scheelkijkend met donkerrode wijntanden; een bierbevlekt shirt en omhoogstekend haar. Help! Ten slotte werk ik mezelf tegen. Gisteren zag ik ‘The Social Network’. Een ex-vriendje kon geen films kijken waarin gerookt werd zonder zelf kettingrokend mee te puffen. En ja, ook ik had het moeilijk om weg te blijven van het blauwe online beest, in die anderhalf uur dat mensen enthousiast over facebook babbelen.
Volgens wikipedia zijn afhankelijkheid en ontwenningsverschijnselen sleutelbegrippen bij verslaving. Afhankelijkheid: check! Ik mis de nieuwtjes enorm die ik normaal via twitter binnen krijg. Ook weet ik niet hoe het gaat met mijn vriendjes aan de andere kant van de wereld. Daarnaast heb ik ernstige ontwenningsverschijnselen. Woensdagochtend werd ik wakker, startte mijn laptop en typte slaapdronken facebook in de adressenbalk. De enterknop is nog nooit zo verleidelijk geweest.
Verslaafd? check! Slecht nieuws, ik zondigde tijdens het schrijven van deze column. De beginquote haalde ik van twitter. Toen bekeek ik ook maar even de laatste tweets. Hiermee verlies ik de innerlijke strijd om een week lang geen sociale media te gebruiken. In de toekomst, wanneer ruggengraat te koop is per meter, ben ik de eerste afnemer.
Four euros did the trick to reduce traffic jams at the Waalbrug in Nijmegen. That’s the amount 1,317 of the selected 6,700 drivers were paid to avoid rush hour. The results are remarkable: over the last couple of months, there was a 10 percent drop in the number of cars travelling on the Waalbrug during rush hour.
“This result shows that drivers are sensitive to price changes”, says professor Bert van Wee, professor of transport policy at TU Delft. “And that’s no surprise to scientists, because several other pilot projects, for example on the A12 between Zoetermeer and Den Haag, showed this as well. However many politicians and citizens are still convinced that people have to get from A to B anyhow and are not sensitive to price changes. This belief has been proven to be a fairytale once again, by this pilot project. When there is enough of a reward for reducing traffic jams, people will opt for alternatives, like working at home, taking the bike or public transport.” Van Wee has been researching price policy and its effects for years.
The results of the Nijmegan pilot project were published at a time when there is an intense debate in the Netherlands about road pricing tax schemes. This new system means that people pay less fixed taxes; they pay per kilometre a standard fee that differs between the CO2 emissions of a car, and in addition they pay extra depending on when and where they drive. It’s more expensive to drive during rush hour on the motorway near Delft than it is to drive at the same time on a motorway in the north of the Netherlands. Instead of letting drivers pay extra, the pilot project in Nijmegen rewards drivers. “That’s a very fresh approach and it surprises me that it works so well”, says professor of dynamic traffic management, dr Henk van Zuylen. “It’s also a very smart move to reward instead of punish. But basically it’s the same idea: people pay more for their use of the road when it’s busy. The only difference between rewarding and punishing is the psychology. If a driver avoids rush hour with the new road pricing system, he will pay less in the future than he does now.”
It’s not clear if ‘road pricing’ will be introduced. Camiel Eurlings, the minister of Transport, said that the implementation of road pricing depends on the viewpoint of the ANWB, the Dutch automobile association, and its 4-million members. “One could question whether this is good for democratic decision making”, says Van Wee. Van Zuylen agrees: “The ANWB is an important organisation, but Eurlings should not give them the decisive vote.” At www.anwb.nl members can vote on different statements regarding road pricing. “That’s better than having an opinion poll, in which people can just say yes or no”, Van Zuylen adds. “Hopefully this will make room for balanced opinions.”
Comments are closed.