Education

‘Rugbyers denken dat we mietjes zijn’

De American-footballclub Delft Dragons is na drie seizoenen doorgedrongen tot de hoogste Nederlandse amateursdivisie. De eerste twee wedstrijden van het nieuwe seizoen heeft de club gewonnen.

De net afgestudeerde industrieel ontwerper Laurens Coeveld was er vanaf het eerste uur bij. Sommige van zijn teamleden noemen hem ‘de sterspeler’.

Gefeliciteerd. Maar kun je voordat we verder gaan eerst heel basaal vertellen hoe een American-footballwedstrijd eigenlijk werkt?

“Aan het begin van de wedstrijd krijgt één team de bal. Dat team moet vervolgens proberen terreinwinst te boeken. Lukt dat niet, dan mag het andere team het proberen. We spelen vier keer twaalf minuten, maar een wedstrijd duurt alles bij elkaar 2,5 uur. De wedstrijd ligt veel stil door het wisselen van teams.”

Hele teams?

“Ja. Voor één wedstrijd heb je een aanvals- en een verdedigingsteam nodig, twee keer elf man. Er moeten dus wel 22 spelers zijn. Wij hebben dertig seniorleden. Dat is één team.”

Delft Dragons is opgericht door studenten. Hoe is dat gegaan?

“In 1999 bleken er verschillende groepjes studenten te zijn, die na het zien van American-footballwedstrijden op tv enthousiast waren geworden. Zij hebben toen besloten een vereniging op te richten. De naam Delft Dragons lag voor de hand, omdat die club al eerder had bestaan.”

Maar jullie deden niet meteen mee aan toernooien en de competitie.

“Nee, het eerste seizoen hebben we flag football gespeeld. Daarbij mag je niet tackelen en heb je geen pak of helm nodig. Dat is een ideale manier om erachter te komen of de sport leuk is zonder pakken van 250 euro te moeten aanschaffen.”

Op welk niveau konden jullie daarna beginnen aan American football?

“Er zijn in Nederland drie amateursdivisies. Omdat we ons eerste toernooi goed hadden gespeeld, mochten we in de tweede divisie beginnen.”

Die divisies zijn vast niet heel groot.

“Dat klopt. De eerste twee divisies hebben beide ongeveer tien teams. Er zijn ongeveer 26 American-footballteams in Nederland. Daardoor speelt je competitie door het hele land.”

Is het dan wel zo bijzonder dat je nu in de eerste divisie staat?

“Je staat toch niet zomaar in de hoogste divisie. Je hebt genoeg mensen nodig, met ervaring. Bovendien ontloopt de kwaliteit van veel Nederlandse teams elkaar nauwelijks. Van heel veel teams kun je zowel winnen als verliezen.”

Wat maakt de Delft Dragons goed?

“Wij zijn tactisch sterk. We hebben goede coaches met wie we videobanden van de tegenstander bekijken. En oefening is belangrijk. We trainen twee keer in de week. Veel van onze tegenstanders hadden niet verwacht dat we zo goed zouden zijn. En zelf denk je vaak ook: daar kan ik niet van winnen. We staan bekend als de studentjes, terwijl we voor veertig procent uit burgers bestaan. Maar we staan tegenover uitsmijters en taxichauffeurs.”

Eng.

“Ze zijn best groot, ja.”

Terwijl jij toch een vrij normaal postuur hebt.

“Het leuke van American football is dat je in een team staat met verschillende mensen. De één moet de bal gooien, anderen moeten zorgen dat de jongens die met de bal lopen niet worden getackeld. Die wegen 120 kilo. Maar je moet ook snelle, wendbare jongens hebben. Dat ben ik. Ik ren met de bal. De lichtste jongen in ons team weegt 65 kilo, de zwaarste 130.”

Die zal maar op je af komen…

“Met een goede techniek kun je ook die zware jongens omver werpen. Je moet laag zitten en de ander liefst bij de heupen vastpakken. Zo kan hij zijn benen niet meer bewegen. Maar inderdaad, af en toe denk ik wel: mijn god, als ik die sportschooljongens met hun tattoos zie.”

De eerste divisie telt tien teams. Dan hoef je vast niet wekelijks te spelen.

“Daar zitten altijd wel wat weken tussen. Elke week spelen, kan niet. Er zijn te weinig scheidsrechters en je moet herstellen van de vorige wedstrijd. Ik ben vaak bont en blauw. We spelen op zondag. Op maandag is het wel moeilijk opstaan.”

Maar jullie hebben toch van die enorme pakken? Die zijn toch niet alleen maar voor de show?

“Dat pak heeft wel een functie. Je loopt frontaal op elkaar in, in volle sprint. Dan is het wel prettig als je bescherming hebt. Voor een tackel gebruik je als het goed is je hoofd en je schouders, die zijn goed ingepakt. Rugbyers denken vaak dat we mietjes zijn, maar rugby is een ander spelletje.”

Heb je veel blessures gehad?

“Ik heb wel eens mijn vinger gebroken en mijn nier gescheurd. Dat laatste gebeurde toen een tegenspeler met de bal op me af kwam rennen. Doordat ik niet laag ging, kreeg ik zijn helm in mijn maag. Maar ik had hem wel gestopt. Dat was in maart 2002. Dat seizoen heb ik niet meer gespeeld. Daar zijn we wel van geschrokken. Sommige van mijn teamleden hebben nu extra bescherming, maar je kunt nooit je hele lijf beschermen.”

Is het niveau van American football in Nederland te vergelijken met dat in Amerika?

“Daar heeft elke universiteit een eigen team. Die jongens spelen al vanaf hun zesde. Tegen hen maken we geen schijn van kans. Football is in Amerika volkssport nummer één. Daar komt bij dat Amerikanen sowieso meer willen winnen dan Nederlanders. Maar na een dipje gaat het wel weer beter met het American football in Nederland. Er zijn meer initiatieven. Wij hebben zelf sinds dit jaar drie jeugdteams. We trainen nu bij Fortuna, maar er bestaan toekomstplannen met een eigen clubhuis en een eigen veld. Het hangt van de sponsors en de leden af of die er komen.”

Je zit ook in de Nederlandse selectie. Hoe is het niveau in Europa?

“Europa heeft drie divisies. De Dutch Lions zitten in groep C, de laagste. Op 12 december is de selectiedag. Dan moet ik weer solliciteren op mijn functie, die van wide receiver. De Nederlandse selectie is trouwens een amateurteam. Leden van de Amsterdam Admirals, een profclub, zitten daar niet bij. Die club bestaat vooral uit Amerikanen die ervaring komen opdoen. Slechts een paar Nederlandse jongens hebben dat niveau bereikt, maar zij zitten meestal op de bank.”

Lijkt jou dat niks? Ik hoor van je teamgenoten dat jij de sterspeler bent.

“Het team is het belangrijkste. Ik heb mijn kwaliteiten, anderen hebben de hunne. Er moet voor mij wel een bal te vangen zijn, anders kan ik niet scoren. We hebben een goed team. In de vorige Nederlandse selectie stonden vijf Delft Dragons. We staan bekend om onze teamspirit, snelheid en conditie. En eerst ook als studentjes. Dat was een underdogpositie, die onterecht is gebleken. Maar American football is voor mij een hobby. Ik ga binnenkort aan het werk.”

Jullie gaven laatst een demonstratie voor de aula. Zoeken jullie nog leden?

“Altijd. Een paar grote jongens meer kan geen kwaad. Liefst van twee bij twee, maar iedereen is welkom.”

Moeten die dan ook zo’n duur pak kopen?

“We hebben een aantal pakken te huur. Daarin kunnen mensen het eerst proberen.”

WIE IS LAURENS COEVELD?

Nadat hij zijn studie industrieel ontwerpen onlangs afrondde, is Laurens Coeveld (24) nu ‘rustig aan het solliciteren’. “Ik oriënteer me op consultancies. Ik interesseer me voor innovatie bij grote bedrijven.” Maar voordat hij aan het werk gaat, wil Coeveld twee maanden door Brazilië reizen. Daarna wil hij het liefst in Amsterdam gaan wonen, maar dat betekent niet dat hij overloopt naar de lokale American-football-amateurclub, die toevalligerwijs de beste is van Nederland. “De Amsterdammers zijn de laatste paar jaar landskampioen. Dat wordt nog een harde dobber voor ons.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Gefeliciteerd. Maar kun je voordat we verder gaan eerst heel basaal vertellen hoe een American-footballwedstrijd eigenlijk werkt?

“Aan het begin van de wedstrijd krijgt één team de bal. Dat team moet vervolgens proberen terreinwinst te boeken. Lukt dat niet, dan mag het andere team het proberen. We spelen vier keer twaalf minuten, maar een wedstrijd duurt alles bij elkaar 2,5 uur. De wedstrijd ligt veel stil door het wisselen van teams.”

Hele teams?

“Ja. Voor één wedstrijd heb je een aanvals- en een verdedigingsteam nodig, twee keer elf man. Er moeten dus wel 22 spelers zijn. Wij hebben dertig seniorleden. Dat is één team.”

Delft Dragons is opgericht door studenten. Hoe is dat gegaan?

“In 1999 bleken er verschillende groepjes studenten te zijn, die na het zien van American-footballwedstrijden op tv enthousiast waren geworden. Zij hebben toen besloten een vereniging op te richten. De naam Delft Dragons lag voor de hand, omdat die club al eerder had bestaan.”

Maar jullie deden niet meteen mee aan toernooien en de competitie.

“Nee, het eerste seizoen hebben we flag football gespeeld. Daarbij mag je niet tackelen en heb je geen pak of helm nodig. Dat is een ideale manier om erachter te komen of de sport leuk is zonder pakken van 250 euro te moeten aanschaffen.”

Op welk niveau konden jullie daarna beginnen aan American football?

“Er zijn in Nederland drie amateursdivisies. Omdat we ons eerste toernooi goed hadden gespeeld, mochten we in de tweede divisie beginnen.”

Die divisies zijn vast niet heel groot.

“Dat klopt. De eerste twee divisies hebben beide ongeveer tien teams. Er zijn ongeveer 26 American-footballteams in Nederland. Daardoor speelt je competitie door het hele land.”

Is het dan wel zo bijzonder dat je nu in de eerste divisie staat?

“Je staat toch niet zomaar in de hoogste divisie. Je hebt genoeg mensen nodig, met ervaring. Bovendien ontloopt de kwaliteit van veel Nederlandse teams elkaar nauwelijks. Van heel veel teams kun je zowel winnen als verliezen.”

Wat maakt de Delft Dragons goed?

“Wij zijn tactisch sterk. We hebben goede coaches met wie we videobanden van de tegenstander bekijken. En oefening is belangrijk. We trainen twee keer in de week. Veel van onze tegenstanders hadden niet verwacht dat we zo goed zouden zijn. En zelf denk je vaak ook: daar kan ik niet van winnen. We staan bekend als de studentjes, terwijl we voor veertig procent uit burgers bestaan. Maar we staan tegenover uitsmijters en taxichauffeurs.”

Eng.

“Ze zijn best groot, ja.”

Terwijl jij toch een vrij normaal postuur hebt.

“Het leuke van American football is dat je in een team staat met verschillende mensen. De één moet de bal gooien, anderen moeten zorgen dat de jongens die met de bal lopen niet worden getackeld. Die wegen 120 kilo. Maar je moet ook snelle, wendbare jongens hebben. Dat ben ik. Ik ren met de bal. De lichtste jongen in ons team weegt 65 kilo, de zwaarste 130.”

Die zal maar op je af komen…

“Met een goede techniek kun je ook die zware jongens omver werpen. Je moet laag zitten en de ander liefst bij de heupen vastpakken. Zo kan hij zijn benen niet meer bewegen. Maar inderdaad, af en toe denk ik wel: mijn god, als ik die sportschooljongens met hun tattoos zie.”

De eerste divisie telt tien teams. Dan hoef je vast niet wekelijks te spelen.

“Daar zitten altijd wel wat weken tussen. Elke week spelen, kan niet. Er zijn te weinig scheidsrechters en je moet herstellen van de vorige wedstrijd. Ik ben vaak bont en blauw. We spelen op zondag. Op maandag is het wel moeilijk opstaan.”

Maar jullie hebben toch van die enorme pakken? Die zijn toch niet alleen maar voor de show?

“Dat pak heeft wel een functie. Je loopt frontaal op elkaar in, in volle sprint. Dan is het wel prettig als je bescherming hebt. Voor een tackel gebruik je als het goed is je hoofd en je schouders, die zijn goed ingepakt. Rugbyers denken vaak dat we mietjes zijn, maar rugby is een ander spelletje.”

Heb je veel blessures gehad?

“Ik heb wel eens mijn vinger gebroken en mijn nier gescheurd. Dat laatste gebeurde toen een tegenspeler met de bal op me af kwam rennen. Doordat ik niet laag ging, kreeg ik zijn helm in mijn maag. Maar ik had hem wel gestopt. Dat was in maart 2002. Dat seizoen heb ik niet meer gespeeld. Daar zijn we wel van geschrokken. Sommige van mijn teamleden hebben nu extra bescherming, maar je kunt nooit je hele lijf beschermen.”

Is het niveau van American football in Nederland te vergelijken met dat in Amerika?

“Daar heeft elke universiteit een eigen team. Die jongens spelen al vanaf hun zesde. Tegen hen maken we geen schijn van kans. Football is in Amerika volkssport nummer één. Daar komt bij dat Amerikanen sowieso meer willen winnen dan Nederlanders. Maar na een dipje gaat het wel weer beter met het American football in Nederland. Er zijn meer initiatieven. Wij hebben zelf sinds dit jaar drie jeugdteams. We trainen nu bij Fortuna, maar er bestaan toekomstplannen met een eigen clubhuis en een eigen veld. Het hangt van de sponsors en de leden af of die er komen.”

Je zit ook in de Nederlandse selectie. Hoe is het niveau in Europa?

“Europa heeft drie divisies. De Dutch Lions zitten in groep C, de laagste. Op 12 december is de selectiedag. Dan moet ik weer solliciteren op mijn functie, die van wide receiver. De Nederlandse selectie is trouwens een amateurteam. Leden van de Amsterdam Admirals, een profclub, zitten daar niet bij. Die club bestaat vooral uit Amerikanen die ervaring komen opdoen. Slechts een paar Nederlandse jongens hebben dat niveau bereikt, maar zij zitten meestal op de bank.”

Lijkt jou dat niks? Ik hoor van je teamgenoten dat jij de sterspeler bent.

“Het team is het belangrijkste. Ik heb mijn kwaliteiten, anderen hebben de hunne. Er moet voor mij wel een bal te vangen zijn, anders kan ik niet scoren. We hebben een goed team. In de vorige Nederlandse selectie stonden vijf Delft Dragons. We staan bekend om onze teamspirit, snelheid en conditie. En eerst ook als studentjes. Dat was een underdogpositie, die onterecht is gebleken. Maar American football is voor mij een hobby. Ik ga binnenkort aan het werk.”

Jullie gaven laatst een demonstratie voor de aula. Zoeken jullie nog leden?

“Altijd. Een paar grote jongens meer kan geen kwaad. Liefst van twee bij twee, maar iedereen is welkom.”

Moeten die dan ook zo’n duur pak kopen?

“We hebben een aantal pakken te huur. Daarin kunnen mensen het eerst proberen.”

WIE IS LAURENS COEVELD?

Nadat hij zijn studie industrieel ontwerpen onlangs afrondde, is Laurens Coeveld (24) nu ‘rustig aan het solliciteren’. “Ik oriënteer me op consultancies. Ik interesseer me voor innovatie bij grote bedrijven.” Maar voordat hij aan het werk gaat, wil Coeveld twee maanden door Brazilië reizen. Daarna wil hij het liefst in Amsterdam gaan wonen, maar dat betekent niet dat hij overloopt naar de lokale American-football-amateurclub, die toevalligerwijs de beste is van Nederland. “De Amsterdammers zijn de laatste paar jaar landskampioen. Dat wordt nog een harde dobber voor ons.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.