DSR-C is kampioen en keert na zeven jaar terug op het hoogste landelijke rugbyniveau. Spelers van buiten aantrekken zal niet gebeuren. Behoud van de eigen cultuur is belangrij
Hoe komt het dat de missie eindelijk is geslaagd?
“Kampioen worden was vanaf het begin onze doelstelling. In aanloop naar ons 100-jarig bestaan, in oktober 2018, willen we op het hoogste niveau spelen. We zaten al eens dicht bij promotie, nu waren we drie speelronden voor het einde al niet meer in te halen. De verwachtingen waren elk jaar weer hoog. Dit seizoen hebben we geprobeerd om vanuit het plezier met een positieve mindset te beginnen. Dat heeft veel veranderd. Een belangrijke rol daarin speelde onze nieuwe krachttrainer Ian van der Werf. Dankzij zijn conditietrainingen en voedings- en fitnessschema’s waren we fitter dan ooit en hadden we minder blessures en dus een bredere selectie.”
Hebben jullie iets te zoeken in de ereklasse?
“Vergeleken met vroeger is de ereklasse veel professioneler geworden, er zit veel meer geld in. Een aantal clubs haalt sterke spelers uit het buitenland. Voor ons is dat geen optie, wij willen onze identiteit behouden en geen open vereniging worden. Wij gaan helemaal los op het veld, maar ook na de wedstrijd, als we met zijn allen gaan eten en drinken op de sociëteit. Dat gesloten karakter maakt van ons een hechte groep. Die cultuur en levenswijze horen bij ons.”
Dan lijken jullie de gedoodverfde degradatiekandidaat volgend seizoen.
“We hebben ons met het hele team een avond lang uitgeleefd op de Kriminele. Een avond later stond iedereen op het trainingsveld, in welke staat dan ook. Zo gedreven zijn wij. We zullen het wel iets professioneler moeten aanpakken en het biertje iets vaker opzij moeten zetten. Daarnaast moet de selectie nog wat breder worden, zodat we een back-up hebben bij blessures of afwezigen.”
Wat maakt rugby zo tof en waarom zouden meer studenten moeten gaan rugbyen in plaats van roeien of hockeyen?
“In Nederland is de sport ontstaan vanuit de studentenwereld. Het mooie is dat het een stevige contactsport is, maar buiten het veld ook een heel hechte gemeenschap. Rugbyers hebben tradities en waarden heel hoog zitten. Er zijn opstootjes in het veld, er valt wel eens een klap, maar na de wedstrijd geeft iedereen elkaar een hand en ga je samen met de tegenstander bier drinken en liederen zingen. Dat geeft ontzettend veel plezier. Bij andere sporten gebeurt dat niet.”
Comments are closed.