Campus

Roze Barbapapa’s

Het is vastentijd. Voor katholieken en voor feestvierders. De bieb zit vol en de feestzalen zijn leeg. De Delftse Zwervers trekken zich hier allemaal niets van aan en vieren hun wekelijkse feestavond in het Kruithuis met een gepaste activiteit: Taarten bakken.

Heel veel taarten.

Iets feestelijkers kon ik niet bedenken en zo fiets ik donderdagavond richting het Kuithuis aan de Rotterdamseweg. Als ik onder het Poortgebouw doorfiets ben ik eerst tien minuten sprakeloos. Wat een prachtige locatie! Twee middeleeuwse torens, omringd door water en stilte. Alsof je even uit de wereld bent gestapt. Ik klop op de grote houten deur van de achterste toren. “Kom erin”, zegt Lilian van Emden als ze de deur open doet. Een groepje van acht zit in de zithoek recepten door te nemen. Het ziet er ambitieus uit. Hele kunstwerken van marsepein en chocolade. “Maar we hebben dan ook alles in huis”, zegt Laura Bongaard. Op de tafel staan inderdaad de ingrediënten voor minstens dertig rijkelijk versierde taarten.

Ondertussen zijn er meer mensen binnengekomen. En die nemen nog meer mee. Aan de slag. Een deel van de groep gaat zelf marsepein maken. Een van amandelsuiker en boter, zoals het hoort. En een van sojabonen. “Als je marsepein bijvoorbeeld bij de Hema koopt, is het bijna altijd gemaakt van sojabonen met amandelsmaak. Kijken of wij dat ook kunnen”, lacht Titus van der Toren.

Laura ontfermt zich ondertussen over de cakes. Er wordt besloten tot het maken van veel beslag voor heel veel cakes, die dan later versierd worden. Na ongeveer een half uur begin ik redelijk misselijk te worden. Is het niet van het rauwe cakebeslag of het overal insteken van mijn vingers, dan wel van de bedwelmend zoete lucht. De meligheid slaat toe. Twee mannen staan elkaar in te spuiten met slagroom. En weigeren het vervolgens van elkaar af te likken. Het wordt een grote plakboel.

Ondertussen is het cakebeslag klaar en kan het de oven in. Met het echte marsepein gaat het ook goed. De sojaversie ziet er uit als kots. “Het smaakt al wel naar marsepein.” Dit is de kans om nieuwe dingen te proberen. Ik zie een cake met spekjes, pindakaas en appelstroop de oven in verdwijnen.

Dan zijn de cakes klaar. Ze zijn ingezakt. Ze smaken naar ei en voelen als rubber. “We zijn vergeten bakpoeder erbij te doen!” We proeven en kijken elkaar instemmend aan: niet te vreten. Ik doe een wedstrijdje cakefrisbee en dat gaat dan weer wel heel goed. We besluiten de cakes toch gewoon te versieren en boetseren er groene aardmannetjes en roze barbapapa’s op. Misselijk maar voldaan fiets ik die nacht naar huis. En neem me plechtig voor echt, echt nooit meer cakebeslag te eten. (AN)

Het is vastentijd. Voor katholieken en voor feestvierders. De bieb zit vol en de feestzalen zijn leeg. De Delftse Zwervers trekken zich hier allemaal niets van aan en vieren hun wekelijkse feestavond in het Kruithuis met een gepaste activiteit: Taarten bakken. Heel veel taarten.

Iets feestelijkers kon ik niet bedenken en zo fiets ik donderdagavond richting het Kuithuis aan de Rotterdamseweg. Als ik onder het Poortgebouw doorfiets ben ik eerst tien minuten sprakeloos. Wat een prachtige locatie! Twee middeleeuwse torens, omringd door water en stilte. Alsof je even uit de wereld bent gestapt. Ik klop op de grote houten deur van de achterste toren. “Kom erin”, zegt Lilian van Emden als ze de deur open doet. Een groepje van acht zit in de zithoek recepten door te nemen. Het ziet er ambitieus uit. Hele kunstwerken van marsepein en chocolade. “Maar we hebben dan ook alles in huis”, zegt Laura Bongaard. Op de tafel staan inderdaad de ingrediënten voor minstens dertig rijkelijk versierde taarten.

Ondertussen zijn er meer mensen binnengekomen. En die nemen nog meer mee. Aan de slag. Een deel van de groep gaat zelf marsepein maken. Een van amandelsuiker en boter, zoals het hoort. En een van sojabonen. “Als je marsepein bijvoorbeeld bij de Hema koopt, is het bijna altijd gemaakt van sojabonen met amandelsmaak. Kijken of wij dat ook kunnen”, lacht Titus van der Toren.

Laura ontfermt zich ondertussen over de cakes. Er wordt besloten tot het maken van veel beslag voor heel veel cakes, die dan later versierd worden. Na ongeveer een half uur begin ik redelijk misselijk te worden. Is het niet van het rauwe cakebeslag of het overal insteken van mijn vingers, dan wel van de bedwelmend zoete lucht. De meligheid slaat toe. Twee mannen staan elkaar in te spuiten met slagroom. En weigeren het vervolgens van elkaar af te likken. Het wordt een grote plakboel.

Ondertussen is het cakebeslag klaar en kan het de oven in. Met het echte marsepein gaat het ook goed. De sojaversie ziet er uit als kots. “Het smaakt al wel naar marsepein.” Dit is de kans om nieuwe dingen te proberen. Ik zie een cake met spekjes, pindakaas en appelstroop de oven in verdwijnen.

Dan zijn de cakes klaar. Ze zijn ingezakt. Ze smaken naar ei en voelen als rubber. “We zijn vergeten bakpoeder erbij te doen!” We proeven en kijken elkaar instemmend aan: niet te vreten. Ik doe een wedstrijdje cakefrisbee en dat gaat dan weer wel heel goed. We besluiten de cakes toch gewoon te versieren en boetseren er groene aardmannetjes en roze barbapapa’s op. Misselijk maar voldaan fiets ik die nacht naar huis. En neem me plechtig voor echt, echt nooit meer cakebeslag te eten. (AN)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.