Als de Olympische Spelen naar Nederland komen, ligt het perfecte ontwerp voor een roeibaan en een . verhuisbaar – olympische dorp bij Delft al klaar. Bouwkunde-afstudeerder Anna Joke Breimer creëerde een opmerkelijk plan, met duurzaamheid als centraal thema.
‘Let the games be… Dutch!’ luidt het motto bij het afstudeerproject van bouwkundig ingenieur Anna Joke Breimer. Door haar roeibaan aan te sluiten op de Delftse waterhuishouding en het nabijgelegen – geplande – olympische dorp ook voor hergebruik elders geschikt te maken, levert Breimer een plan af dat volgens deskundigen door diverse betrokken partijen gedragen kan worden.
“Ze heeft een complex onderwerp bij de kladden”, zegt haar enthousiaste afstudeerbegeleider dr.ir. Andy van den Dobbelsteen. “Behalve met architectuur houdt deze aankomende ingenieur zich ook bezig met stedenbouwkunde, waterhuishouding, hoe het olympische dorp in elkaar zit en hoe het kan worden afgebroken en elders weer opgebouwd, zonder dat je vreselijke architectuur krijgt.”
Toen Breimer in 2000 haar studie bouwkunde begon werd zij ook lid van Proteus-Eretes. Vijf jaar lang sportte zij met plezier bij de Delftse vereniging, waar zij zich tot serieus wedstrijdroeister ontwikkelde. Vijf jaar lang ook hoorde ze continu om zich heen de verzuchting dat het de hoogste tijd werd voor de aanleg van een veilige roeibaan. Roeien op de Delftse Schie, merkte Breimer, is met de almaar groeiende binnenvaart niet van gevaren ontbloot. “Ik kwam soms acht schepen tegen tijdens een training! Dan moet je telkens aan de kant, wachten. Als het een groot schip is klotst het nog vijf minuten na. Roeien is heel fragiel, een stabiliteitssport. Zoiets beïnvloedt je training.”
Regelmatige (bijna-)aanvaringen zorgden voor een hoop ophef in de media en het besef bij alle partijen van de noodzaak van een aparte trainingsbaan. Tot verwezenlijking van de plannen kwam het nooit. “Ideeën en plannen lopen altijd stuk omdat ze nooit zijn uitgewerkt, gevisualiseerd en beargumenteerd”, zegt Breimer.
Om de kans op realisering groter te maken zocht ze naar een steviger maatschappelijk draagvlak. Ze onderwierp eerder geopperde ideeën om de roeibaan op te nemen in de bestaande Delftse waterhuishouding aan een grondig onderzoek. Bij extreme regenval wil Delft nog wel eens onderlopen. Het Hoogheemraadschap van Delfland is daarom op zoek naar extra waterbergingsmogelijkheden. En klein masterplan leek geboren: behalve als berging zou de baan ook een rol kunnen spelen in de waterzuivering.
De bouwopgave die Breimer zich als architectuurstudente stelde, het ontwerp van een olympische dorp, werd ingegeven door haar passie voor de Olympische Spelen. “Het roeien is bij de Spelen altijd ergens veraf geregeld, terwijl er in die olympische dorpen altijd iets met water gebeurt. Nederland is een waterland bij uitstek. Als Nederland de Spelen organiseert, zouden water en watersport centraal moeten staan.”
ExploreLab
Breimer studeerde af binnen het ExploreLab op Bouwkunde. Dit is een initiatief van studenten die graag hun meesterproef willen afleveren op wat hen vooral maatschappelijk bezig houdt. “Daar kon ze uitstekend met haar eigen ideeën terecht”, zegt Van den Dobbelsteen. Breimer: “Als je de student kunt pakken bij zijn fascinatie, zit zijn motivatie meteen goed en is het voor docenten ook leuker om te begeleiden.”
Met haar plannen haakt Breimer in op de bij NOC*NSF en de gemeente Rotterdam geopperde ideeën om zich op afzienbare termijn kandidaat te stellen voor de Spelen. Vooral als de Olympische Spelen naar de Maasstad zouden gaan, zou Delft daar in de ogen van Breimer goed bij betrokken kunnen worden.
Van den Dobbelsteen: “Het Nederlands Olympisch Comité heeft onlangs aangegeven voor het jaar 2028 te willen gaan. Naast Amsterdam zal Rotterdam ongetwijfeld geïnteresseerd zijn een steentje bij te dragen. In Nederland zijn er eigenlijk geen goede roeibanen, wat betreft wind en stroomprofiel. Ook voor de nationale en internationale roeisport is het van belang dat deze baan wordt uitgevoerd. Het zou fantastisch zijn als Rotterdam zich kandidaat zou stellen.”
Breimer koos voor een gebied in de Delftse Zuidpolder dat aansluit op het in de oksel van de autosnelweg A13 en de Kruithuisweg gesitueerde bedrijventerrein Technopolis. In haar project wordt de Karitaatsmolensloot, de zuidgrens van Technopolis, verbreed en verlengd tot de afmetingen van een olympische baan. De ligging komt overeen met de meest voorkomende windrichting. Door de ruim twee kilometer lange baan onder de A13 door te trekken, creëerde Breimer ook een ecologisch argument. De baan zou op die manier onderdeel kunnen worden van de Groen-Blauwe Slinger, de flora- en faunaroute die het Groene Hart moet verbinden met Midden-Delfland.
Containerschip
Het plan is tweeledig, legt de bedenkster uit. “Naast water zouden de Spelen te maken moeten hebben met ontwikkelingssamenwerking.” Om die reden maakte zij het dorp verhuisbaar, zodat het na gebruik per containerschip in zijn geheel verplaatst kan worden naar bijvoorbeeld een derdewereldland. Breimer heeft een soort duo-organisatie van de Spelen voor ogen. Zo speelt ze in op de plannen van het IOC om ook armere landen de gelegenheid te bieden de Spelen te organiseren. Van den Dobbelsteen: “Een derdewereldland komt nu niet in aanmerking voor de Spelen en kan daarom niet profiteren van de opbrengsten uit uitzendrechten, commercie en toerisme. Voor zo’n land wordt het economisch interessant als de investering in huisvesting en faciliteiten al door een rijk land is gedaan.”
Industrieel, flexibel en demontabel bouwen (IFD) is in opmars, stelt de ontwerpster. Zou bijvoorbeeld Bangladesh de Spelen vier jaar later organiseren, dan kan ‘haar’ dorp daar na afloop gebruikt worden als permanente woonruimte voor mensen die het hard nodig hebben.
Breimers ontwerp bestaat uit een stapeling van frames, gebaseerd op afmetingen van containers, opgevuld met vloeren, gevels en binnenmuren. Aan de frames kunnen tapvormige vloeren gehangen worden. “Ze worden in verschillende hoogten gestapeld. De taartvormige tussenstukken kun je ook anders koppelen, zodat er bijvoorbeeld een slingerend gebouw ontstaat in plaats van een cirkelvormig.”
Het dorp biedt plaats aan 17 duizend sporters en begeleiders en vergt 47 hectare ruimte. Breimer heeft het gesitueerd in het natuurgebied Ruyven, aan de oostzijde van de A13, ten noorden van de roeibaan. “Om de bestaande bebossing intact te laten zijn er happen uit de bebouwing genomen. Het olympische dorp staat op frames boven het maaiveld. Zo tast de bebouwing het natuurgebied niet aan, op de fundering na. Het natuurgebied daar is nu versnipperd. Met de komst van het dorp en de baan wordt het een eenheid. Het fundament van het dorp blijft na afloop van de Spelen staan, als een soort van ‘memorial park’.”
Een andere reden dat de bebouwing is ‘opgetild’, heeft te maken met de post-olympische bestemming in Bangladesh. “Elk jaar staat een groot deel van dat land onder water. Ik kan me voorstellen dat mensen daar liever niet op de grond wonen.”
Duurzaamheid, in alle opzichten, is de rode draad in Breimers plan. De bouwkundig ingenieur zet vraagtekens bij de hoeveelheid geld die er in de Spelen omgaat. “Wat er alleen al aan de openingsceremonie wordt besteed is absurd. Geld dat alleen uitgegeven wordt om indruk te maken.” Op het scherm van haar laptop verschijnt een foto van een uitgehongerd zwart kind, op de rug van haar moeder. “Met dat geld kun je ook kindjes als zij een beter leven geven.”
Tureluurs
Anna Joke Breimer ging de afgelopen tijd bijna dagelijks het land in om haar plan te promoten. Na haar afstuderen wil ze vaart zetten achter het plan. “De gemeente Rotterdam heeft Delft gevraagd mee te betalen aan een roeibaan in de Eendrachtspolder. Delftse roeiers zouden daar ook profijt van kunnen hebben. Maar de Eendrachtspolder ligt te ver weg voor Delftenaren. Delft heeft geantwoord alleen te willen investeren in een Delftse roeibaan. Daarop wil ik met mijn plan inspringen bij het stadsbestuur.”
Ook voor verwezenlijking van haar olympische dorp staat ze volledig open. “Op het ministerie van Vrom zijn ze enthousiast. We hebben gesproken over hoe de toekomstige Olympische Spelen eruit zouden moeten zien in Nederland. Verder heb ik gesproken met de roeibond, het hoogheemraadschap en de provincie Zuid-Holland. Die toonden allemaal interesse. Ik heb geld gekregen van de faculteit Bouwkunde om mijn onderzoeksrapport te laten drukken. Dat ga ik rondsturen. Daarna zal ik mijn plan gaan presenteren bij wie ook maar belangstelling heeft. Hoewel, er zijn velen . vooral studenten . inmiddels bezig met olympische plannen dat ik me kan voorstellen dat gemeentes er misschien ook tureluurs van worden.”
Afstudeerbegeleider Van den Dobbelsteen: “Wij zijn allebei idealisten. Behalve dat het hier om een afstudeerproject gaat, willen we ook dat het plan wordt opgepakt en uitgevoerd.”
Wanneer zullen de Spelen, voor het eerst sinds 1928 (Amsterdam), weer ‘Dutch’ worden? Aanvankelijk mikte Breimer op 2016 (Nederland) en 2020 (Bangladesh). “We moeten ons niet zo vastpinnen op een jaartal,” zegt de Delftse bouwkundige nu.
Of Breimer zelf serieuze aspiraties heeft gehad om ooit de Spelen te halen? Ze lacht. “Anders train je niet zoveel. Zeven dagen per week was ik bezig. Mijn doel was zien hoever je komt. Alles eruit halen. Op een gegeven moment realiseer je je dat dat er voor jou niet in zit.”
Breimer hoopt te worden aangenomen bij een mastersopleiding international development studies in Amsterdam, maar de kans daarop is klein. Ze gaat het komende jaar waarschijnlijk haar afstudeeronderwerp verder uitwerken bij een bedrijf dat zich bezighoudt met tijdelijke huisvesting. Daarnaast start ze in september 2007 een opleiding bij Nyenrode, waar ze als ‘meest veelbelovende student van het jaar’ een studiebeurs won ter waarde van tienduizend euro. “De baas daar wil me graag in een roeiboot zien. Hij was zeer onder de indruk van wat ik vertelde over het lichte roeien. Trainen kost tijd, maar geeft ook energie en regelmaat.” Maar ze was toch gestopt? “Roeien is zo’n mooie sport, ik ga meteen na mijn afstuderen weer in de boot zitten.”
De verhoogde boezemoever zorgt ervoor dat het waterpeil kan fluctueren tot 90 centimeter boven maaiveld. (Illustratie: Anna Joke Breimer)
‘Let the games be… Dutch!’ luidt het motto bij het afstudeerproject van bouwkundig ingenieur Anna Joke Breimer. Door haar roeibaan aan te sluiten op de Delftse waterhuishouding en het nabijgelegen – geplande – olympische dorp ook voor hergebruik elders geschikt te maken, levert Breimer een plan af dat volgens deskundigen door diverse betrokken partijen gedragen kan worden.
“Ze heeft een complex onderwerp bij de kladden”, zegt haar enthousiaste afstudeerbegeleider dr.ir. Andy van den Dobbelsteen. “Behalve met architectuur houdt deze aankomende ingenieur zich ook bezig met stedenbouwkunde, waterhuishouding, hoe het olympische dorp in elkaar zit en hoe het kan worden afgebroken en elders weer opgebouwd, zonder dat je vreselijke architectuur krijgt.”
Toen Breimer in 2000 haar studie bouwkunde begon werd zij ook lid van Proteus-Eretes. Vijf jaar lang sportte zij met plezier bij de Delftse vereniging, waar zij zich tot serieus wedstrijdroeister ontwikkelde. Vijf jaar lang ook hoorde ze continu om zich heen de verzuchting dat het de hoogste tijd werd voor de aanleg van een veilige roeibaan. Roeien op de Delftse Schie, merkte Breimer, is met de almaar groeiende binnenvaart niet van gevaren ontbloot. “Ik kwam soms acht schepen tegen tijdens een training! Dan moet je telkens aan de kant, wachten. Als het een groot schip is klotst het nog vijf minuten na. Roeien is heel fragiel, een stabiliteitssport. Zoiets beïnvloedt je training.”
Regelmatige (bijna-)aanvaringen zorgden voor een hoop ophef in de media en het besef bij alle partijen van de noodzaak van een aparte trainingsbaan. Tot verwezenlijking van de plannen kwam het nooit. “Ideeën en plannen lopen altijd stuk omdat ze nooit zijn uitgewerkt, gevisualiseerd en beargumenteerd”, zegt Breimer.
Om de kans op realisering groter te maken zocht ze naar een steviger maatschappelijk draagvlak. Ze onderwierp eerder geopperde ideeën om de roeibaan op te nemen in de bestaande Delftse waterhuishouding aan een grondig onderzoek. Bij extreme regenval wil Delft nog wel eens onderlopen. Het Hoogheemraadschap van Delfland is daarom op zoek naar extra waterbergingsmogelijkheden. En klein masterplan leek geboren: behalve als berging zou de baan ook een rol kunnen spelen in de waterzuivering.
De bouwopgave die Breimer zich als architectuurstudente stelde, het ontwerp van een olympische dorp, werd ingegeven door haar passie voor de Olympische Spelen. “Het roeien is bij de Spelen altijd ergens veraf geregeld, terwijl er in die olympische dorpen altijd iets met water gebeurt. Nederland is een waterland bij uitstek. Als Nederland de Spelen organiseert, zouden water en watersport centraal moeten staan.”
ExploreLab
Breimer studeerde af binnen het ExploreLab op Bouwkunde. Dit is een initiatief van studenten die graag hun meesterproef willen afleveren op wat hen vooral maatschappelijk bezig houdt. “Daar kon ze uitstekend met haar eigen ideeën terecht”, zegt Van den Dobbelsteen. Breimer: “Als je de student kunt pakken bij zijn fascinatie, zit zijn motivatie meteen goed en is het voor docenten ook leuker om te begeleiden.”
Met haar plannen haakt Breimer in op de bij NOC*NSF en de gemeente Rotterdam geopperde ideeën om zich op afzienbare termijn kandidaat te stellen voor de Spelen. Vooral als de Olympische Spelen naar de Maasstad zouden gaan, zou Delft daar in de ogen van Breimer goed bij betrokken kunnen worden.
Van den Dobbelsteen: “Het Nederlands Olympisch Comité heeft onlangs aangegeven voor het jaar 2028 te willen gaan. Naast Amsterdam zal Rotterdam ongetwijfeld geïnteresseerd zijn een steentje bij te dragen. In Nederland zijn er eigenlijk geen goede roeibanen, wat betreft wind en stroomprofiel. Ook voor de nationale en internationale roeisport is het van belang dat deze baan wordt uitgevoerd. Het zou fantastisch zijn als Rotterdam zich kandidaat zou stellen.”
Breimer koos voor een gebied in de Delftse Zuidpolder dat aansluit op het in de oksel van de autosnelweg A13 en de Kruithuisweg gesitueerde bedrijventerrein Technopolis. In haar project wordt de Karitaatsmolensloot, de zuidgrens van Technopolis, verbreed en verlengd tot de afmetingen van een olympische baan. De ligging komt overeen met de meest voorkomende windrichting. Door de ruim twee kilometer lange baan onder de A13 door te trekken, creëerde Breimer ook een ecologisch argument. De baan zou op die manier onderdeel kunnen worden van de Groen-Blauwe Slinger, de flora- en faunaroute die het Groene Hart moet verbinden met Midden-Delfland.
Containerschip
Het plan is tweeledig, legt de bedenkster uit. “Naast water zouden de Spelen te maken moeten hebben met ontwikkelingssamenwerking.” Om die reden maakte zij het dorp verhuisbaar, zodat het na gebruik per containerschip in zijn geheel verplaatst kan worden naar bijvoorbeeld een derdewereldland. Breimer heeft een soort duo-organisatie van de Spelen voor ogen. Zo speelt ze in op de plannen van het IOC om ook armere landen de gelegenheid te bieden de Spelen te organiseren. Van den Dobbelsteen: “Een derdewereldland komt nu niet in aanmerking voor de Spelen en kan daarom niet profiteren van de opbrengsten uit uitzendrechten, commercie en toerisme. Voor zo’n land wordt het economisch interessant als de investering in huisvesting en faciliteiten al door een rijk land is gedaan.”
Industrieel, flexibel en demontabel bouwen (IFD) is in opmars, stelt de ontwerpster. Zou bijvoorbeeld Bangladesh de Spelen vier jaar later organiseren, dan kan ‘haar’ dorp daar na afloop gebruikt worden als permanente woonruimte voor mensen die het hard nodig hebben.
Breimers ontwerp bestaat uit een stapeling van frames, gebaseerd op afmetingen van containers, opgevuld met vloeren, gevels en binnenmuren. Aan de frames kunnen tapvormige vloeren gehangen worden. “Ze worden in verschillende hoogten gestapeld. De taartvormige tussenstukken kun je ook anders koppelen, zodat er bijvoorbeeld een slingerend gebouw ontstaat in plaats van een cirkelvormig.”
Het dorp biedt plaats aan 17 duizend sporters en begeleiders en vergt 47 hectare ruimte. Breimer heeft het gesitueerd in het natuurgebied Ruyven, aan de oostzijde van de A13, ten noorden van de roeibaan. “Om de bestaande bebossing intact te laten zijn er happen uit de bebouwing genomen. Het olympische dorp staat op frames boven het maaiveld. Zo tast de bebouwing het natuurgebied niet aan, op de fundering na. Het natuurgebied daar is nu versnipperd. Met de komst van het dorp en de baan wordt het een eenheid. Het fundament van het dorp blijft na afloop van de Spelen staan, als een soort van ‘memorial park’.”
Een andere reden dat de bebouwing is ‘opgetild’, heeft te maken met de post-olympische bestemming in Bangladesh. “Elk jaar staat een groot deel van dat land onder water. Ik kan me voorstellen dat mensen daar liever niet op de grond wonen.”
Duurzaamheid, in alle opzichten, is de rode draad in Breimers plan. De bouwkundig ingenieur zet vraagtekens bij de hoeveelheid geld die er in de Spelen omgaat. “Wat er alleen al aan de openingsceremonie wordt besteed is absurd. Geld dat alleen uitgegeven wordt om indruk te maken.” Op het scherm van haar laptop verschijnt een foto van een uitgehongerd zwart kind, op de rug van haar moeder. “Met dat geld kun je ook kindjes als zij een beter leven geven.”
Tureluurs
Anna Joke Breimer ging de afgelopen tijd bijna dagelijks het land in om haar plan te promoten. Na haar afstuderen wil ze vaart zetten achter het plan. “De gemeente Rotterdam heeft Delft gevraagd mee te betalen aan een roeibaan in de Eendrachtspolder. Delftse roeiers zouden daar ook profijt van kunnen hebben. Maar de Eendrachtspolder ligt te ver weg voor Delftenaren. Delft heeft geantwoord alleen te willen investeren in een Delftse roeibaan. Daarop wil ik met mijn plan inspringen bij het stadsbestuur.”
Ook voor verwezenlijking van haar olympische dorp staat ze volledig open. “Op het ministerie van Vrom zijn ze enthousiast. We hebben gesproken over hoe de toekomstige Olympische Spelen eruit zouden moeten zien in Nederland. Verder heb ik gesproken met de roeibond, het hoogheemraadschap en de provincie Zuid-Holland. Die toonden allemaal interesse. Ik heb geld gekregen van de faculteit Bouwkunde om mijn onderzoeksrapport te laten drukken. Dat ga ik rondsturen. Daarna zal ik mijn plan gaan presenteren bij wie ook maar belangstelling heeft. Hoewel, er zijn velen . vooral studenten . inmiddels bezig met olympische plannen dat ik me kan voorstellen dat gemeentes er misschien ook tureluurs van worden.”
Afstudeerbegeleider Van den Dobbelsteen: “Wij zijn allebei idealisten. Behalve dat het hier om een afstudeerproject gaat, willen we ook dat het plan wordt opgepakt en uitgevoerd.”
Wanneer zullen de Spelen, voor het eerst sinds 1928 (Amsterdam), weer ‘Dutch’ worden? Aanvankelijk mikte Breimer op 2016 (Nederland) en 2020 (Bangladesh). “We moeten ons niet zo vastpinnen op een jaartal,” zegt de Delftse bouwkundige nu.
Of Breimer zelf serieuze aspiraties heeft gehad om ooit de Spelen te halen? Ze lacht. “Anders train je niet zoveel. Zeven dagen per week was ik bezig. Mijn doel was zien hoever je komt. Alles eruit halen. Op een gegeven moment realiseer je je dat dat er voor jou niet in zit.”
Breimer hoopt te worden aangenomen bij een mastersopleiding international development studies in Amsterdam, maar de kans daarop is klein. Ze gaat het komende jaar waarschijnlijk haar afstudeeronderwerp verder uitwerken bij een bedrijf dat zich bezighoudt met tijdelijke huisvesting. Daarnaast start ze in september 2007 een opleiding bij Nyenrode, waar ze als ‘meest veelbelovende student van het jaar’ een studiebeurs won ter waarde van tienduizend euro. “De baas daar wil me graag in een roeiboot zien. Hij was zeer onder de indruk van wat ik vertelde over het lichte roeien. Trainen kost tijd, maar geeft ook energie en regelmaat.” Maar ze was toch gestopt? “Roeien is zo’n mooie sport, ik ga meteen na mijn afstuderen weer in de boot zitten.”
De verhoogde boezemoever zorgt ervoor dat het waterpeil kan fluctueren tot 90 centimeter boven maaiveld. (Illustratie: Anna Joke Breimer)

Comments are closed.