Education

Regering wil salarissen docenten bevriezen

Universiteiten en hogescholen krijgen dit jaar geen geld om de lonen van docenten te laten stijgen. Het Rijk wil de salarissen bevriezen om de financiële tegenspoed te bezweren. Dat is een jaar eerder dan aangekondigd.

De Algemene Onderwijsbond vindt dat de regering een belofte breekt. GroenLinks stelt dat een demissionair kabinet hier niet over mag beslissen. Hoe dan ook zitten hogescholen en universiteiten met een groot probleem.

Ruim een jaar geleden zei minister Wouter Bos dat de overheid pas vanaf 2011 ging bezuinigen. Dan zouden de salarissen van ambtenaren – en dus van docenten – op de nullijn worden gezet.

Maar nu de Griekse crisis bovenop de kredietcrisis is gekomen, zijn de problemen voor de overheid alleen maar groter geworden. Daarom hebben CDA en ChristenUnie besloten de nullijn een jaar eerder in te voeren. Dat blijkt uit de voorjaarsnota, die gisteren naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Het parlement kan er misschien nog iets aan veranderen. Op 16 juni wordt de voorjaarsnota besproken in de Tweede Kamer en partijen kunnen dan amendementen indienen. Mochten ze iets aan de salarissen willen doen, moeten ze daar een andere bezuiniging tegenover stellen.

De overheid trekt jaarlijks geld uit voor de salarissen van docenten. Dat bedrag houdt normaal gesproken gelijke tred met het gemiddelde loon in het bedrijfsleven. Daar rekenden universiteiten en hogescholen op bij het afsluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten met de vakbonden. Maar de overheid laat dit systeem nu los.

Daardoor hebben vooral hogescholen een probleem: zij moeten dit jaar nog een loonstijging van 2,4 procent uitbetalen. Het is nog niet bekend waar dat geld dan vandaan moet komen.

De cao van universiteiten moet vernieuwd worden. De onderhandelingen daarover liepen niet gesmeerd en waren opgeschort tot de voorjaarsnota. Nu zullen de gesprekken waarschijnlijk nog stroever worden, al was het maar omdat ook de pensioenpremies zullen stijgen. Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds kampt immers met tegenslag op de beurs en is van plan de premie dit najaar met één procent te verhogen.

De afgelopen jaren heeft het kabinet het ‘Actieplan Leerkracht’ gelanceerd om de positie van docenten in het onderwijs te verbeteren, ook in het hoger beroepsonderwijs. Dat plan blijft overeind, zegt een woordvoerder van het ministerie van Onderwijs. Het actieplan is vooral bedoeld om meer docenten in hogere loonschalen terecht te laten komen. De overstap naar een hogere schaal is iets anders dan de algemene loonontwikkeling

Je bent de eerste leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs informatica die de masteropleiding van de TU aflevert. Voel je je vereerd?
“Ja, wel een beetje. Ik vind het leuk om nieuwe dingen te doen, om niet de standaardweg te bewandelen. Deze master is ook voor het vak weer een stap vooruit. Tot nu toe wordt informatica vaak gedoceerd door docenten die al een ander vak geven, vaak wiskunde of natuurkunde. Deze docenten hebben minder een ict-achtergrond. Daar is op zich niets mis mee. Zelf geef ik met mijn ict-achtergrond wiskunde in de onderbouw. Maar ik denk dat het goed is dat het vak gedoceerd wordt door informaticamensen. En dat ook jonge docenten het vak helpen ontwikkelen. Eigenlijk staat informatica op de middelbare school nog in de kinderschoenen.” 

Waarom ben je na je studie deze master gaan doen?
“Na mijn studie technische informatica in Nijmegen heb ik eerst een jaar of zes gewerkt. Ik was technisch specialist en coördinator bij Rijkswaterstaat en stichting ICT Uitvoeringsorganisatie, die onder meer verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van DigiD. Toen ik besloot leraar te worden, leek het me logisch eerst mijn bevoegdheid te halen. Ik wilde leren hoe je stof overdraagt, hoe je in een klas staat. Ook hoe mensen leren, theoretisch én praktisch.”

Voldeed de masteropleiding aan je verwachtingen?
“Het was deels zoals ik had verwacht. Ik kreeg onder meer didactische vaardigheden: hoe geef je les, hoe gebruik je het bord, hoe sta je in de klas. Allemaal praktische zaken. Ook wordt veel aandacht besteed aan hoe mensen leren, dus hoe ze informatie verwerken. Dat vond ik ook heel nuttig, omdat ik het leuk vind zelf lesmateriaal te ontwikkelen.”

Hoe is de master georganiseerd?
“De master duurt twee jaar. Ik deed hem in één jaar omdat ik al een informaticastudie had afgerond. Voor mij is de opleiding opgerekt tot anderhalf jaar, omdat ik ook werkte als ict-adviseur. Ik was de enige student, dus leek het soms wel privébegeleiding. Dat was heel fijn. Ongeveer een derde van mijn master bestond uit stage. Die kon ik deels doen op mijn eigen school, het Hofstad Lyceum, en deels op een andere school. Ongeveer eenzesde van de opleiding bestaat uit vakdidaktiek informatica. Daarnaast vakken als didactische vaardigheden en onderwijskunde, met onderwerpen als adolescenten, autisme, pdd-nos, adhd, pesten. Ik moest op mijn school ook onderzoek doen, zoals keuzegedrag of pesten. En er was een vak communicatie, de theorie achter het overbrengen van informatie, over onderlinge omgang. Ik had tijdens de master geen tentamens. Er hoorden bij de diverse vakken wel opdrachten. Ik kon zelf onderwerpen kiezen die mij interesseren en deze gebruiken tijdens mijn stage of in lessen.”

Is het uit persoonlijk economisch opzicht niet onhandig om als ict’er voor de klas te staan?
“Ja! Maar dat interesseert me niet zo. als docent verdien ik genoeg. Als fulltime adviseur zou ik veel meer kunnen verdienen, maar dat hoef ik niet. Lesgeven is leuk en een heel brede professie. Je doet veel meer dan alleen voor de klas staan. Je werkt bijvoorbeeld ook samen met collega’s. Je hebt te maken met huiswerkbegeleiding en je zet vakoverschrijdende projecten op. Je doet ook buitenschoolse projecten, zoals de Eco-marathon, waarbij geprobeerd wordt zo ver mogelijk te rijden op één liter brandstof.”

Heb je een missie?
“Ik heb passie voor informatica. Ook passie om leerlingen daarvoor enthousiast te maken, om ze te laten zien wat je allemaal kunt met informatica. Bijvoorbeeld: tijdens de masterstudie heb ik samen met iemand van de TU een workshop opgezet voor vwo-scholieren rond het voorspellen via het DNA of iemand vatbaar is voor kanker. Bij een dergelijk onderzoek komen veel data kijken die via de computer worden bekeken op patronen. Zulke workshops spreken leerlingen  aan. Ze zien dat een studie informatica leidt tot werk op tal van werkplekken en rond allerlei onderwerpen. Routeplanners, serious gaming, biologisch onderzoek, noem maar op.”

Wat maakt het voortzet onderwijs voor jou fascinerend?
“De levendigheid op school: het werken met kinderen, het werken in een school. Elke dag is echt anders. Je leert er als docent zelf veel van. Je krijgt van leerlingen namelijk alles terug; het werkt als een spiegel. Dat maakt het voor een leraar een intensieve leerschool. Je blijft als docent steeds proberen het anders te doen, het beter te doen.”

Zou je het andere studenten aanraden om de onderwijsmaster te kiezen?
“Ja, ik kan het zeker aanraden. In deze master mag je proeven aan het onderwijs. Je leert veel over hoe je dingen overbrengt. Daar heb je ook wat aan als je niet voor de klas gaat staan. Ik gebruik mijn ervaringen in mijn advieswerk. En, onderwijs geven is maatschappelijk belangrijk. Je kunt als docent iets betekenen voor de samenleving. Dat wil ik, het is voor mij een vorm van zingeving.”

Zie je jezelf tot je 67ste voor de klas staan?
“Ik heb geen idee, het zou kunnen. Ik ben zelf parttime leraar en ik heb bewondering voor mensen die het fulltime doen, want het is best zwaar. Heel intensief. Maar tegelijk merk ik ook: hoe meer ik het doe, des te leuker wordt het.”

Welke carrièreswitch zie je jezelf nog wel eens maken?
“Ik zie mezelf nog wel eens in het buitenland een school opzetten. En materiaal ontwikkelen, dat vond ik tijdens de opleiding zo leuk, daar zou ik veel meer tijd aan willen besteden. Serious gaming, mensen iets leren met spelvormen, dat trekt me ook. En nieuwe technologieën ontwikkelen. Dat gaan we op mijn school nu ook doen. Een spel ontwerpen, een applicatie maken die inzetbaar is bij een ander vak.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.