Opinion

Reclame

Het eerste half jaar dat ik op kamers woonde, stond er nog geen tv in onze gemeenschappelijke ruimte. Ik moest dus de nodige televisieprogramma’s ontberen, hoewel ik nu echt niet meer weet welke.

Wat ik nog wel weet, is dat ik niet kon meepraten over de kaboutertjes van Mazda, het zoveelste Centraal-Beheerfilmpje en ook de grap van ‘foutje, bedankt’ ontging mij geheel.

Reclames zijn vaak veel leuker dan al die hinderlijke programma’s waarmee ze onderbroken worden. De reclameblokken van de commerciële televisie juich ik toe, in tegenstelling tot hun programma’s. Veronica is wat dat betreft overdag op de goede weg. En al zegt mijn gezonde verstand niets te geloven van wat mij wordt voorgeschoteld, toch heb ik die berelekkere ijsjes, slankmakende snoepjes, criminele koekjes, verdiende shampoos en oogverblindende mascara al lang geprobeerd. Vol spanning wacht ik al geruime tijd af tot ook mijn supermarkt het maandverband met gel in de schappen legt.

Maar de leukste reclames zijn die met verhaaltjes. Wie vraagt zich niet af als-ie in de trein zit, waar al die mensen in hemelsnaam naar toe moeten en waar ze over zitten te piekeren? De reclamemakers van de Nederlandse Spoorwegen vervullen onze nieuwsgierigheid; opa gaat namelijk naar kleinkinderen, jongen op sollicitatie, meisje vertaalt Frans en man eet stiekem een gevulde koek. Misschien wordt het nog wel wat tussen de jongen en meisje. Gezellig bij elkaar in de trein volgens de menselijke wetten van de optimale gelijkmatige verdeling over een coupé. Dat wil ik ook. Gelukkig heb ik een OV-jaarkaart.

Eenmaal in de trein – de perikelen van het eindeloze wachten door vertragingen, defecte kaartjesautomaten en immense rijen voor loketten waar Russen treinkaartjes naar Latijns Amerika proberen te kopen, beschouw ik bij ieder bekend – is de praktijk toch iets anders. De optimale verdeling verloopt altijd zonder problemen, behalve als er gewoon te veel mensen zijn. Gezellig dicht op elkaar, extra knus wanneer het buiten regent en iedereen lekker uitdampt, komt de trein in beweging.

Met in mijn linkerzij een elleboog, mijn rechterbeen iets verder naar buiten gedraaid dan echt comfortabel is en in mijn nek de adem van iemand die moet staan, probeer ik te kijken alsof dit de normaalste situatie ter wereld is. De overbuurman heeft nog een regendruppel aan zijn neus hangen. Gaat-ie nou vallen of niet, nee, ja,.. mijn blik wordt betrapt en een zakdoek verschijnt. Het meisje aan de andere kant van het gangpad eet dat kaasbroodje wel heel onhandig, maar de geoorloofde waarneemperiode is al verstreken. Achter mij voeren twee mensen een wat tamelijk lachwekkend gesprek, maar meeluisteren is eigenlijk not done. Om mezelf een houding te geven pak ik een boek, bij voorkeur een dictaat met veel formules.

Het vreemde is, dat hoe chagrijnig ik ook de trein instap, ik er toch altijd opgewekt weer uit klim. Ondanks het feit dat de NS erg vaak een wanproduct aflevert, vermaak ik me er kennelijk toch en ben ik zo blij het doel bereikt te hebben dat ik alle ervaren ellende grootmoedig wegstreep. Heel iets anders dan op de TU. Op een bepaalde manier ben ik wel trots dat ik me door de hele wanorganisatie weet heen te slepen, toch kom ik niet echt blij, maar meer teleurgesteld terug van een dagje faculteit. Misschienmoet de TU ook maar eens verhaaltjesreclames gaan uitzenden.

Reclames zijn vaak veel leuker dan al die hinderlijke programma’s waarmee ze onderbroken worden. De reclameblokken van de commerciële televisie juich ik toe, in tegenstelling tot hun programma’s. Veronica is wat dat betreft overdag op de goede weg. En al zegt mijn gezonde verstand niets te geloven van wat mij wordt voorgeschoteld, toch heb ik die berelekkere ijsjes, slankmakende snoepjes, criminele koekjes, verdiende shampoos en oogverblindende mascara al lang geprobeerd. Vol spanning wacht ik al geruime tijd af tot ook mijn supermarkt het maandverband met gel in de schappen legt.

Maar de leukste reclames zijn die met verhaaltjes. Wie vraagt zich niet af als-ie in de trein zit, waar al die mensen in hemelsnaam naar toe moeten en waar ze over zitten te piekeren? De reclamemakers van de Nederlandse Spoorwegen vervullen onze nieuwsgierigheid; opa gaat namelijk naar kleinkinderen, jongen op sollicitatie, meisje vertaalt Frans en man eet stiekem een gevulde koek. Misschien wordt het nog wel wat tussen de jongen en meisje. Gezellig bij elkaar in de trein volgens de menselijke wetten van de optimale gelijkmatige verdeling over een coupé. Dat wil ik ook. Gelukkig heb ik een OV-jaarkaart.

Eenmaal in de trein – de perikelen van het eindeloze wachten door vertragingen, defecte kaartjesautomaten en immense rijen voor loketten waar Russen treinkaartjes naar Latijns Amerika proberen te kopen, beschouw ik bij ieder bekend – is de praktijk toch iets anders. De optimale verdeling verloopt altijd zonder problemen, behalve als er gewoon te veel mensen zijn. Gezellig dicht op elkaar, extra knus wanneer het buiten regent en iedereen lekker uitdampt, komt de trein in beweging.

Met in mijn linkerzij een elleboog, mijn rechterbeen iets verder naar buiten gedraaid dan echt comfortabel is en in mijn nek de adem van iemand die moet staan, probeer ik te kijken alsof dit de normaalste situatie ter wereld is. De overbuurman heeft nog een regendruppel aan zijn neus hangen. Gaat-ie nou vallen of niet, nee, ja,.. mijn blik wordt betrapt en een zakdoek verschijnt. Het meisje aan de andere kant van het gangpad eet dat kaasbroodje wel heel onhandig, maar de geoorloofde waarneemperiode is al verstreken. Achter mij voeren twee mensen een wat tamelijk lachwekkend gesprek, maar meeluisteren is eigenlijk not done. Om mezelf een houding te geven pak ik een boek, bij voorkeur een dictaat met veel formules.

Het vreemde is, dat hoe chagrijnig ik ook de trein instap, ik er toch altijd opgewekt weer uit klim. Ondanks het feit dat de NS erg vaak een wanproduct aflevert, vermaak ik me er kennelijk toch en ben ik zo blij het doel bereikt te hebben dat ik alle ervaren ellende grootmoedig wegstreep. Heel iets anders dan op de TU. Op een bepaalde manier ben ik wel trots dat ik me door de hele wanorganisatie weet heen te slepen, toch kom ik niet echt blij, maar meer teleurgesteld terug van een dagje faculteit. Misschienmoet de TU ook maar eens verhaaltjesreclames gaan uitzenden.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.