Misschien mogen onderwijsinstellingen helemaal niet van studenten eisen dat ze in hun eerste jaar in één klap alle zestig studiepunten behalen. De onderwijsrechter plaatst er grote vraagtekens bij.
Een tussentijdse uitspraak van de onderwijsrechtbank CBHO zet de bijl aan de wortel van een onderwijssysteem dat de Erasmus Universiteit Rotterdam in 2011 met enig tromgeroffel invoerde: ‘nominaal is normaal’.
De rechter doet de tussenuitspraak (‘voorlopige voorziening’) in de zaak van een rechtenstudent die een bindend studieadvies kreeg. De universiteit moet de student voorlopig weer aan het onderwijs laten deelnemen, want de kans is volgens de rechter groot dat hij helemaal geen negatief bsa had mogen krijgen.
In de overwegingen van de rechter spelen niet alleen de persoonlijke omstandigheden van de student mee. Ook het studiepuntensysteem van de universiteit druist mogelijk tegen de wet in.
Een bindend studieadvies is bedoeld om te beoordelen of een student geschikt is voor zijn opleiding, overweegt de rechter. Maar de Erasmus Universiteit gebruikt het systeem om het studietempo te verhogen. Studenten moeten in het eerste jaar alle zestig studiepunten behalen en mogen daarbij onvoldoendes compenseren.
Het is maar de vraag of ‘doel en strekking’ van het Rotterdamse systeem zich verdragen met de wettelijke eis dat een eerstejaars student alleen kan worden weggestuurd als hij ongeschikt is voor de opleiding.
Het Rotterdamse systeem is omstreden omdat studenten in het eerste jaar onvoldoendes mogen ophalen met een hoger cijfer. Volgens de universiteit gaat dit niet ten koste van het niveau, maar critici betwijfelen dat.
De uitspraak van de onderwijsrechter werd opgepikt door Frank Hendriks, jurist van adviesbureau Hobéon. De definitieve uitspraak moet nog volgen. Dan pas zal blijken of de Erasmus Universiteit en andere instellingen het systeem van N=N mogen hanteren.
Comments are closed.