Puike huisvesting voor internationale studenten, die een internationale carrière wacht. Een miljoen studenten tegelijk dankzij opencourseware. Collegegeldvrij een jaar lang een vereniging besturen.
En bovenal: de wereld laten zien dat slechte studenten een dubbele belasting zijn voor de maatschappij. Als held in het denken buiten de kaders, zette Paul Rullmann voor een belangrijk deel de koers voor de toekomst van het hoger onderwijs. Vier pioniers herdenken zijn wapenfeiten en stellen zich de vraag: hoe ziet die toekomst er straks uit dankzij hem?
Einde aan de internationalisering
Als het gaat om internationalisering, heeft de TU de afgelopen tien jaar
reuzenstappen gezet – en dat allemaal dankzij Paul Rullmann, vindt Elco van Noort, hoofd van het international office. “Ooit vertelde Paul me hoe hij in het donker nabij Harlingen op de Wadden roeide, en zich relatief veilig buiten de drukke vaarroute bevond. Plots moest hij als een haas zich de armen uit het lijf roeien, omdat de snelle Terschellingcatamaran, die ook buiten de lijntjes voer, hem dreigde te overvaren. Precies zo ken ik Paul in functie: de zaken graag vanuit een ander perspectief bekijkend, ook in het donker na kantoortijd vrijwel altijd bereikbaar voor advies of een frisse blik, en nooit te beroerd een inspanning te leveren als dat nodig is. Hij zorgt voor openheid en transparantie in de samenwerking en is niet bang om een afwijkend standpunt in te nemen. Die houding is leidend geweest voor de internationalisering van TU Delft. Hij hielp met het samenbrengen van één international office voor de hele TU. Geen afzonderlijke loketten meer die versnipperde stukjes dienstverlening leveren voor afzonderlijke doelgroepen, maar één loket dat de hele TU bedient. Dat zorgt voor goede service aan alle internationale medewerkers, promovendi, beursalen en studenten, maar werkt bovendien goed samen met de facultaire international offices. Ik ben er trots op dat we dat voor zijn vertrek hebben gerealiseerd en stap voor stap steeds verder invullen.
De huisvesting voor internationals moest puik zijn, vond Paul, liefst op de campus en zeker niet van tweederangs kwaliteit. Inmiddels hebben we een gevarieerd bestand opgebouwd van 1600 kamers. Soms net buiten de reguliere kaders, zoals met de spaceboxen en containers, maar altijd in goed overleg met betrokken partijen – Duwo en de gemeente Delft, in dit geval. De afgelopen jaren kwamen veel instellingen langs om te leren van onze Delftse aanpak.”
De toekomst ziet hij rooskleurig in. “Over tien jaar bieden we tweederde van onze cursussen digitaal aan”, hoopt hij. “De helft van onze opleidingen bieden we dan gezamenlijk aan met partners. Ook in onderwijs ontstaat hopelijk een derde geldstroom, die steeds belangrijker wordt. En met betaalde modules financiert de TU onderwijskwaliteit.” Internationalisering bestaat dan niet meer, als het aan Van Noort ligt. “Onze studenten zíjn internationaal en na afloop lonkt een internationale carrière. De TU is tegen die tijd hopelijk één van de weinige EU-universiteiten die heeft gekozen voor een kwalitatief wereldwijd netwerk, waarin we samenwerken met consortia in het economische centrum: het Verre Oosten en de VS.”
De student onder druk
Persoonlijke ontwikkeling van studenten is belangrijk, vindt Oras-lid en oud-voorzitter van de studentenraad Hester van der Waa. “Elke student moet de mogelijkheid hebben zich te ontplooien tijdens zijn studietijd. Door in het buitenland te studeren bijvoorbeeld, of in een commissie te zitten, een vereniging te besturen, een bedrijf te runnen…” Maar door de toenemende druk op studenten, komt daar steeds minder ruimte voor. Hoewel Paul Rullmann deels verantwoordelijk is voor die druk, kijkt Van der Waa terug op een prettige samenwerking.
“Rullmann is erg betrokken bij studenten, en samen met hem hebben we als studentenraad veel voor studenten kunnen betekenen. Zo kunnen ze dankzij hem bijvoorbeeld meewerken aan dreamteams binnen hun minor, en vorig jaar heeft het college collegegeldvrij besturen mogelijk gemaakt voor studenten die een jaar fulltime een vereniging besturen.” Allemaal resultaat van een goede samenwerking, volgens Van der Waa. “En van goede discussies – en die hoeven echt niet altijd te betekenen dat je het met elkaar eens bent. Op verschillende onderwerpen hebben de studentenraad en het college lijnrecht tegenover elkaar gestaan. Toen ze het bindend studieadvies invoerde bijvoorbeeld, en de norm daarvoor werd verhoogd. Dat heeft in mijn bestuursjaar en de jaren daarvoor echt pittige gesprekken opgeleverd. Maar Paul Rullmann is iemand die zich erg goed kan inleven in anderen, hij staat altijd open voor meningen en argumenten.”
Van der Waa kijkt met een gezonde dosis kritiek naar de toekomst, als het gaat om de taken van de studentenraad. “Er zal steeds meer worden verwacht van studenten. De langstudeerboete is gelukkig weer van het toneel verdwenen, maar de studiefinanciering verdwijnt waarschijnlijk in 2014. Dat zet studenten onder druk om snel te studeren. Een onwenselijk gevolg daarvan is dat studenten minder tijd krijgen om activiteiten te ondernemen naast hun studie, en die persoonlijke ontwikkeling is juist zo hard nodig om een volwaardig ingenieur te worden.” Daar ziet Van der Waa een belangrijke taak voor Rullmanns opvolger, Anka Mulder. “Er moet een curriculum komen waarin onderwijs nog steeds van hoge kwaliteit is en dat aansluit op de ontwikkelingen wereldwijd, maar waarbij studenten wel uitgedaagd worden en alle ruimte en flexibiliteit hebben om extra-curriculaire activiteiten te combineren met hun studie. Daarin zullen de studentenraad en het college van bestuur elkaar nog hard nodig hebben. Om elkaar aan te vullen, en gezamenlijk de TU een nog betere universiteit te maken.”
Een miljoen studenten tegelijk
Als er één onderwerp is dat Paul Rullmann op de kaart heeft gezet aan de TU, dan is het de digitalisering van het onderwijs, vindt projectleider open education Willem van Valkenburg. “Het is dankzij hem dat ict in het onderwijs een grote rol is gaan spelen. Dat de TU online masters gaat aanbieden. Samen met oud-rector Jacob
Fokkema stond hij bovendien aan de wieg van het opencourseware-project, om lesmateriaal gratis te delen met de rest van de wereld.”
Van Valkenburg zat in diverse stuurgroepen op het gebied van digitalisering met het collegelid, een samenwerking waar een hoop mensen jaloers op zouden kunnen zijn. “Hij was altijd bereid advies te geven. Om themadagen te openen of op te treden als dagvoorzitter. Hij toonde zich erg betrokken en was bovendien altijd zeer ingelezen – en wist dat vervolgens ook nog prachtig te verwoorden. Ik herinner me hoe we een keer bij elkaar werden geroepen door Rullmann en Fokkema. Ze zeiden niet waar het om ging, we wisten niks. Het bleek om een bijeenkomst te gaan over het opencourseware-project op de TU. Het enthousiasme dat ik toen bij hem voelde… Toen wist ik: dit is de toekomst.”
Van Valkenburg hoopt dan ook dat digitalisering helemaal niet meer wordt benoemd, als we over tien jaar over onderwijs praten. “Ik wil dat het tegen die tijd helemaal niet bijzonder meer is, maar gewoon een logisch deel uitmaakt van onderwijs.” Die koers heeft de TU goed ingezet dankzij Rullmann, denkt de open education-specialist. “In plaats van twintigduizend studenten nu, kunnen we er op die manier straks wel een miljoen aan. Dankzij zijn reorganisatie van de ondersteunende diensten, ook één van zijn grootste wapenfeiten, hebben we nu een team dat sterk genoeg is om dit samen met de docenten te realiseren. We kunnen het nu zonder hem. Maar we zullen hem altijd missen als ambassadeur, ons immer luisterend oor.”
‘Vooral genieten hè, zei hij’
De tijd dringt en we drinken nog niet.” Nynke Jansen, directeur HR, herinnert zich lachend hoe Paul Rullmann het academisch jaar opende. Eigenlijk koestert ze alleen maar warme herinneringen aan haar samenwerking met het collegelid. “Paul was mijn leidinggevende vanaf het moment dat ik aan het werk ging bij de TU Delft. Vooral in mijn eerste halfjaar sprak hij me regelmatig toe: ‘En vooral een beetje blijven genieten hè?’ Dat vindt Paul belangrijk, dat je blijmoedig en luchtig in je werk staat; het naar je zin hebt. Zo werkte hij zelf ook – ontzettend inspirerend.” Tijdens ‘off-sites’ met de groepsraad en directeuren liep hij vaak hard met Jansen en een aantal collega’s voordat het ontbijt begon. “En dan die prachtige zinnen van Paul, in zijn speeches, tijdens mijn vele bila’s met hem en in zijn voorzitterschap van het directeurenteam… wat zal ik die missen.”
Mensenmens
Vind maar eens een collegelid met wie het zo fijn samenwerken is als met Paul Rullmann. Toos Ruizenaar-van Adrichem, sinds het aantreden van Rullmann – tien jaar geleden – zijn bestuursassistent, vindt het maar spannend. “Paul is vriendelijk en open, en heeft me altijd enorm veel ruimte gegeven om mijn werk naar eigen inzicht uit te voeren. Hij is een mensenmens: warm en geïnteresseerd in mensen in alle lagen van de universiteit. We hadden een goede band, ik voelde me gewaardeerd in mijn werk. Zijn speeches zijn fameus, helder en doorspekt met humor.”
Studiesucces als maatschappelijke redding
Paul Rullmann veel heeft betekend tijdens zijn tijd aan de TU, volgens rector magnificus Henk Schmidt van de Erasmus Universiteit. “Paul heeft een heroïsche strijd gevoerd om de studentenraad op de TU ervan te overtuigen dat weinig succesvolle studenten en langstudeerders echt moesten verdwijnen”, zegt hij. “En die strijd heeft hij deels gewonnen – heel knap!” Als pionier op het gebied van studiesucces zorgde Schmidt er op zijn eigen universiteit onder andere voor dat studenten zestig ects moeten halen in één jaar. “Daar hebben Paul en ik toen intensief over gesproken. Dat studiesucces een ‘efficiëntiezaak’ is van de universiteit, daar waren de twee het wel over eens. “Maar Paul heeft me vooral de ogen geopend voor wat de maatschappelijke consequenties zijn van een gebrek aan studiesucces en langstudeerders. Langstudeerders benadelen namelijk niet alleen zichzelf door langdurig hun potentieel ten behoeve van de samenleving ongebruikt te laten; ze onderhouden zichzelf ook nog al die tijd met kleine baantjes – in de horeca vooral. Daardoor houden ze banen bezet die eigenlijk voor anderen bedoeld zijn. Die eindeloze studieduur heeft dus een dubbel nadelig maatschappelijk effect!” Schmidt is blij met de toestemming van de overheid om het bindend studieadvies nu ook in latere jaren nog te laten gelden. “Daardoor kunnen onderpresteerders in het tweede of derde jaar alsnog worden weggestuurd – een goede zaak! Niet dat ik vind dat die studenten ook echt moeten verdwijnen; maar als stok achter de deur. Studenten zijn namelijk heel flexibel. Als je ze maar duidelijke deadlines geeft waar ze tegenaan kunnen werken, als je hogere eisen stelt, zijn ze best in staat die te halen.”
Kijkend naar de toekomst denkt Schmidt dat de droom van Rullmann over tien jaar grotendeels zal zijn uitgekomen. “Ict zal een belangrijke rol spelen in het onderwijs, de kennisoverdracht zoals die nu plaatsvindt door middel van tijd- en plaatsgebonden colleges, zal voor een belangrijk deel verdwenen zijn.” Toch zal er zeker ruimte (moeten) blijven voor kleinschalig, interactief groepsonderwijs op locatie, denkt de rector. “Onderwijs gaat namelijk niet alleen om kennisoverdracht – dan kun je iemand net zo goed met een boek naar huis sturen. Het gaat ook om het verwerken ervan; dat je samen praat over de stof.”
Daarmee is zijn eigen droom op het gebied van studiesucces over tien jaar zeker bereikt, lacht Schmidt. Een hele geruststelling, nu ook hij eind dit jaar de universiteit verlaat.
Spontane jamsessie
Het gezicht van technische natuurkundehoogleraar Ted Young licht op als hij over Paul Rullmann praat. Buddy’s, zijn het – want muziek verbindt nu eenmaal. Samen speelden ze in de gelegenheidsband Bestuurloos. Rullmann op gitaar en zingend, Young ook als zanger en regelmatig bijgestaan door hoogleraar bioprocestechnologie Luuk van der Wielen op saxofoon. “We hebben misschien vier keer samen opgetreden”, zegt Young. “Maar de eerste keer, tijdens het afscheid van toenmalig collegesecretaris Tineke Scheepstra, vergeet ik nooit meer. Paul kwam langs met zijn gitaar en speelde het nummer ‘Hard times’ van James Taylor. James Taylor! Ik dacht dat ik de enige was in Nederland die hem kende! Hij lachte, pakte zijn gitaar, zette ‘Sweet baby James’ in en we hebben het samen gezongen. Aangemoedigd door anderen besloten we op te treden tijdens het hooglerarendiner in 2006. Dat is mijn mooiste herinnering aan Paul. Dágen hebben we geoefend. Op de universiteit, in zijn appartement in het centrum, bij hem thuis, bij mij thuis… Wat een belevenis. Of we samen blijven musiceren? We zullen zien. Maar ik beloof dat we tenminste nog één keer samen het podium op stappen voordat hij definitief is vertrokken op de TU.”
Superman met humor
Anka Mulder, nu nog directeur onderwijs en studentenzaken en secretaris en opvolger van Rullmann, heeft acht jaar met Paul Rullmann gewerkt. “Noem dan maar eens één mooie herinnering. Ik heb er zoveel! Zoals de keren dat hij in een wat ongemakkelijke situatie een lied begon te zingen en daarmee het ijs brak. Wie verzint dat nou? Paul is een ontzettend fijne man om voor te werken. Hij is een duizendpoot: op de hoogte van alles, toont aandacht voor het werk en voor mensen, hij geeft je ruimte en staat open voor goede ideeën. Hij is een enorm harde werker, slim en met humor. Zijn manier van presenteren is onnavolgbaar; een cabaretier doet dat niet beter. En dan speelt hij ook nog prachtig gitaar. Zoveel talent is bijna intimiderend. Niet dat hij dat is: iedereen die Paul kent – in faculteiten en de universiteitsdienst – vindt Paul een superbestuurder en een supercollega.”
Comments are closed.