De concept-nota ‘Uitvoeringsregels inzake intellectuele eigendomsrechten’ van het college van bestuur van de TU (zie pagina 3) volgt grotendeels de wettelijke regels.
Daar waar die verder uitgewerkt worden, vallen voor slimmeriken echter eenvoudig gaten te ontdekken.
De hoogleraar die à la Stephen Hawking een populair wetenschappelijk boek wil schrijven om de opleiding van zijn dochtertje te bekostigen, kan opgelucht ademhalen. Hij mag het geld allemaal houden, net als dat van andere publicaties trouwens. Behalve van readers en collegedictaten. Dat lijkt een merkwaardige uitzondering en dat is het ook (en dat niet alleen omdat er op dictaten geen cent verdiend wordt).
Wat wil de TU in ‘s hemelsnaam doen met het auteursrecht op dictaten? Het besluit een dictaat te schrijven wordt door de docent zelf genomen en het produkt van dat besluit is pas een dictaat op het moment dat hij dat wil. Alleen de docent besluit dat hij geen behoefte heeft aan de rompslomp van het uitgeven van een boek of het betalen van reprorechten op een reader.
Mocht hij daar alsnog zin in krijgen (bijvoorbeeld omdat hij ervan overtuigd raakt dat zijn schrijfsel een didactisch meesterwerk is dat het verdient wereldwijd gebruikt te worden), dan kan hij met wat kosmetische wijzigingen een nieuw produkt creëren en zich daarvan de rechten toeëigenen. Met andere woorden: de TU krijgt het auteursrecht op dictaten cadeau en eist dit vervolgens op. Dat is nogal overbodig.
Relevanter is het conflict dat het cvb signaleert tussen uitgevers en universiteiten. Wetenschappers geven vrij moeiteloos auteursrechten uit handen op met name tijdschriftartikelen, waarna de TU weer diep in de buidel moet tasten om die tijdschriften te kopen. Het is dan ook niet onredelijk dat de universiteit in elk geval het recht opeist kopieën te maken van artikelen van eigen medewerkers zonder daarvoor te hoeven betalen. Die medewerker zou natuurlijk ook een gewijzigde versie opnieuw kunnen uitdraaien. Dan heeft de uitgever sowieso het nakijken.
Het probleem van reprorechten speelt bovendien steeds minder door de opkomst van elektronisch publiceren, signaleert het cvb. Maar ook op Internet zijn auteursrechten een hot item. Afgelopen zaterdag kondigde database-exploitant UnCover in Chicago aan dat het royalties gaat betalen aan de opgenomen auteurs. Als dat standaard wordt (en daar ziet het naar uit) en TU-medewerkers vinden dat hun artikel beter tot zijn recht komt in de elektronische Nature dan op hun eigen homepage, dan is de universiteit even ver van huis. De macht van uitgevers is alleen te breken door zelf (bijvoorbeeld binnen het Leuven-netwerk) tijdschriften op te richten.
Afzien
Het recht op vindingen en computerprogramma’s eigent de TU zich toe, met de toezegging van een vergoeding in geval van commercieel succes. Maar zeker als het om computerprogramma’s en part-time medewerkers gaat, zal het niet altijd even eenvoudig zijn dat recht (het is vastgelegd in de wet) uit te oefenen. En een handige full-time medewerker kan een vinding altijd nog zo oninteressant voorstellen dat de TU er niets in ziet, waarna hij alsnog zelf het patent kan nemen. Net als bij het auteursrecht geldt dat de TU voor een deel afhankelijk is van de afkeer van rompslomp bij de bedenker.
Jammer is dat de nota in dit kader zo weinig aandacht besteedt aan de positie van studenten. Zij moeten, als ze betrokken raken bij onderzoek aan de TU, een verklaring ondertekenen dat ze afzien van hun eventuele octrooirechten. Het college spreekt daarbij de wens uit jonge ondernemers te steunen, bijvoorbeeld door hun het octrooi mee te geven. Bovendien kunnen studenten altijd besluiten hun vondst geheim te houden tot na hun afstuderen. Dat is nu al de geijkte truc voor hen die bij een bedrijf afstuderen, waar vaak ook een verklaring getekend moet worden. Een veel voorkomend probleem zal dat echter niet zijn.
Anders ligt dat bij computerprogramma’s, bij uitstek iets waarvoor vaak studenten ingezet worden. Studenten hebben echter geen arbeidsovereenkomst met de TU en hun auteursrechten zijn dan ook onverminderd van kracht. Nu worden er in Delft natuurlijk niet wekelijks software-krakers geschreven, maar het zou handig zijn als de universiteit hiervoor een goede afkoopregeling zou opstellen. Dat geldt overigens ook voor chips-ontwerpen (halfgeleiderwet) en industriële ontwerpen (modellenwet) waarop de universiteit ook het recht claimt.
In de dagelijkse praktijk zal de nu voorgestelde regeling zonder meer voldoen, maar men moet zich wel realiseren dat zodra het om echt veel geld gaat, vooral het recht van de slimste geldt.
(De auteur is medewerker van Delta)
Stormloop bij DUM-boekenverkoop
Stormloop bij DUM-boekenverkoop (Klik voor grotere foto)
De concept-nota ‘Uitvoeringsregels inzake intellectuele eigendomsrechten’ van het college van bestuur van de TU (zie pagina 3) volgt grotendeels de wettelijke regels. Daar waar die verder uitgewerkt worden, vallen voor slimmeriken echter eenvoudig gaten te ontdekken.
De hoogleraar die à la Stephen Hawking een populair wetenschappelijk boek wil schrijven om de opleiding van zijn dochtertje te bekostigen, kan opgelucht ademhalen. Hij mag het geld allemaal houden, net als dat van andere publicaties trouwens. Behalve van readers en collegedictaten. Dat lijkt een merkwaardige uitzondering en dat is het ook (en dat niet alleen omdat er op dictaten geen cent verdiend wordt).
Wat wil de TU in ‘s hemelsnaam doen met het auteursrecht op dictaten? Het besluit een dictaat te schrijven wordt door de docent zelf genomen en het produkt van dat besluit is pas een dictaat op het moment dat hij dat wil. Alleen de docent besluit dat hij geen behoefte heeft aan de rompslomp van het uitgeven van een boek of het betalen van reprorechten op een reader.
Mocht hij daar alsnog zin in krijgen (bijvoorbeeld omdat hij ervan overtuigd raakt dat zijn schrijfsel een didactisch meesterwerk is dat het verdient wereldwijd gebruikt te worden), dan kan hij met wat kosmetische wijzigingen een nieuw produkt creëren en zich daarvan de rechten toeëigenen. Met andere woorden: de TU krijgt het auteursrecht op dictaten cadeau en eist dit vervolgens op. Dat is nogal overbodig.
Relevanter is het conflict dat het cvb signaleert tussen uitgevers en universiteiten. Wetenschappers geven vrij moeiteloos auteursrechten uit handen op met name tijdschriftartikelen, waarna de TU weer diep in de buidel moet tasten om die tijdschriften te kopen. Het is dan ook niet onredelijk dat de universiteit in elk geval het recht opeist kopieën te maken van artikelen van eigen medewerkers zonder daarvoor te hoeven betalen. Die medewerker zou natuurlijk ook een gewijzigde versie opnieuw kunnen uitdraaien. Dan heeft de uitgever sowieso het nakijken.
Het probleem van reprorechten speelt bovendien steeds minder door de opkomst van elektronisch publiceren, signaleert het cvb. Maar ook op Internet zijn auteursrechten een hot item. Afgelopen zaterdag kondigde database-exploitant UnCover in Chicago aan dat het royalties gaat betalen aan de opgenomen auteurs. Als dat standaard wordt (en daar ziet het naar uit) en TU-medewerkers vinden dat hun artikel beter tot zijn recht komt in de elektronische Nature dan op hun eigen homepage, dan is de universiteit even ver van huis. De macht van uitgevers is alleen te breken door zelf (bijvoorbeeld binnen het Leuven-netwerk) tijdschriften op te richten.
Afzien
Het recht op vindingen en computerprogramma’s eigent de TU zich toe, met de toezegging van een vergoeding in geval van commercieel succes. Maar zeker als het om computerprogramma’s en part-time medewerkers gaat, zal het niet altijd even eenvoudig zijn dat recht (het is vastgelegd in de wet) uit te oefenen. En een handige full-time medewerker kan een vinding altijd nog zo oninteressant voorstellen dat de TU er niets in ziet, waarna hij alsnog zelf het patent kan nemen. Net als bij het auteursrecht geldt dat de TU voor een deel afhankelijk is van de afkeer van rompslomp bij de bedenker.
Jammer is dat de nota in dit kader zo weinig aandacht besteedt aan de positie van studenten. Zij moeten, als ze betrokken raken bij onderzoek aan de TU, een verklaring ondertekenen dat ze afzien van hun eventuele octrooirechten. Het college spreekt daarbij de wens uit jonge ondernemers te steunen, bijvoorbeeld door hun het octrooi mee te geven. Bovendien kunnen studenten altijd besluiten hun vondst geheim te houden tot na hun afstuderen. Dat is nu al de geijkte truc voor hen die bij een bedrijf afstuderen, waar vaak ook een verklaring getekend moet worden. Een veel voorkomend probleem zal dat echter niet zijn.
Anders ligt dat bij computerprogramma’s, bij uitstek iets waarvoor vaak studenten ingezet worden. Studenten hebben echter geen arbeidsovereenkomst met de TU en hun auteursrechten zijn dan ook onverminderd van kracht. Nu worden er in Delft natuurlijk niet wekelijks software-krakers geschreven, maar het zou handig zijn als de universiteit hiervoor een goede afkoopregeling zou opstellen. Dat geldt overigens ook voor chips-ontwerpen (halfgeleiderwet) en industriële ontwerpen (modellenwet) waarop de universiteit ook het recht claimt.
In de dagelijkse praktijk zal de nu voorgestelde regeling zonder meer voldoen, maar men moet zich wel realiseren dat zodra het om echt veel geld gaat, vooral het recht van de slimste geldt.
(De auteur is medewerker van Delta)
Stormloop bij DUM-boekenverkoop
Stormloop bij DUM-boekenverkoop (Klik voor grotere foto)
Comments are closed.