Education

Reality-tv voor jonge ondernemers

Geen ‘Idols’, maar ‘Ideas’. Twaalf jonge innovatievelingen trachten ieder het lastige parcours van gouden idee naar eigen bedrijf af te leggen. Ze hoeven geen maden te eten, darmspoelingen te ondergaan of elkaar voortdurend snikkend in de armen te vallen.

Frank de Boer, recentelijk afgestudeerd bij EWI, kwam op het inmiddels bekroonde idee. Televisieproducenten tonen belangstelling.

Eerder deze maand won jouw team de wedstrijd ‘Boven het maaiveld’. Een zaal met zo’n driehonderd prominenten uit media, bedrijfsleven en wetenschap vond jullie idee het meest geschikt om de Nederlandse kenniseconomie mee aan te zwengelen.

“Dat was een spannende finale. De presentaties van de andere teams waren superstrak. Dit was trouwens de eerste keer dat deze competitie werd georganiseerd. Een initiatief van de Stichting Avond van de Wetenschap en Maatschappij, die elk jaar mensen uit verschillende disciplines bijeenbrengt om met elkaar over actuele thema’s van gedachten te laten wisselen. Er hoort een prijs van tienduizend euro van McKinsey bij. We willen dat geld in de uitvoering van het idee steken. Helaas is tienduizend euro goed voor net tien minuten reality-tv.”

Zelf heb je natuurlijk de afgelopen maanden intensief naar reality-tv-programma’s gekeken.

“Ik heb niet eens een televisie.”

De samenstelling van jouw team is erg gevarieerd: het mannelijke gedeelte wordt gevormd door jou en een promovendus kunstmatige intelligentie uit Nijmegen, de vrouwen zijn promovendi sterrenkunde en rechten uit Leiden, plus iemand met een baan bij Unilever. Een vriendenclub?

“Destijds nog niet, inmiddels wel. We zijn allemaal via via bij het team terecht gekomen.”

Hoe gingen jullie te werk?

“Het eerste wat we hebben gedaan, was analyseren waar het nu precies mis gaat met de kenniseconomie in Nederland. Daar ging de wedstrijd tenslotte over. En dan kom je toch weer uit bij gebrek aan ondernemingszin. Er loopt een grote groep hoogopgeleide mensen rond met innovatieve ideeën, die overwegen een bedrijf te beginnen. Maar ze durven niet.”

Bang om failliet te gaan?

“Dat ook, maar er speelt meer mee. Academici vinden het prachtig om te dollen met een origineel idee, maar commercialisering blijft een vies woord. Ze weten niet hoe geweldig leuk het kan zijn om met je eigen idee aan de slag te gaan. De kick als het je lukt om andere mensen ook enthousiast te krijgen . dat is iets wat wij als team nu ook zelf hebben meegemaakt.

We hebben eerst tientallen ideeën op tafel gegooid waarmee je de Nederlandse ondernemingszin zou kunnen aanwakkeren. Uiteindelijk kozen we dus voor een televisieformat: ‘Ideas’, met een knipoog naar ‘Idols’.”

Jullie begaven je op onbekend terrein, precies zoals de kandidaten straks moeten doen. Zes jonge academici zonder enige ervaring met televisiemaken.

“Klopt. Je gaat praten met omroepmensen, producenten, en je hoopt maar dat niemand met je idee op de loop gaat. Je leert wat een programma mag kosten, hoe je aan financiering komt . alles wat voor de uitwerking van het idee van belang is.

We ontdekten dat er al diverse televisieprogramma’s over ondernemen bestaan, en die zijn veelal niet bijster succesvol. Maar ons idee bleek gelukkig toch weer anders.”

Waarin verschilt jullie programma van een show als ‘De Troonopvolger’, waarin tycoon Donald Trump aan het einde van elke aflevering tegen een kandidaat mag blaffen: “you’re fired”?

“Oppervlakkig gezien zijn er enkele overeenkomsten. Ook wij besteden aandacht aan het psychologische element. Wat betekent ondernemen emotioneel voor je? Wat maakt het enerverend? Kun je de stress aan? En ook bij ons is er een competitie-element: het vinden van een geldschieter, het binnenhalen van klanten, het sluiten van deals. Maar onze deelnemers werken hun eigen ideeën uit. Ze geven meer van zichzelf bloot dan een groep mensen die in opdracht van Trump vijfhonderd magnetrons op Times Square moeten zien te verkopen.”

Wil je zelf ook ondernemer worden?

“Absoluut. Mijn probleem is dat ik niet precies weet waar ik moet beginnen.”

Je behoort dus tot de doelgroep van je eigen programma.

“Ja, misschien moet ik maar meedoen! Nee, het lijkt me interessanter om als adviseur bij de productie betrokken te zijn.”

Is dat belangrijk voor jullie: enige controle houden over de manier waarop jullie concept straks wordt uitgewerkt?

“Het mooie van reality-tv is dat je zoveel mensen kunt enthousiasmeren voor ondernemen. Maar er zit ook een levensgroot gevaar aan vast. We willen ervoor waken dat het een show wordt waarin mensen genadeloos afgebrand worden als ze hun idee niet van de grond krijgen. Het mag niet plat worden.”

Dat ziet het publiek juist graag: kandidaten die ineen krimpen onder snoeiharde kritiek, of elkaar pootje lichten om als eerste te eindigen.

“Kritiek krijgen is gezond. Maar mensen die het lef hadden om iets met hun ideeën te doen als losers neerzetten, dat willen we niet. Daarom willen we in de laatste aflevering ook laten zien hoe het de afvallers een jaar later is vergaan.”

Jurylid Maartje van Weegen zei na de eerste ronde: sympathiek idee, maar naar zo’n programma zal bijna niemand kijken.

“Dat was even slikken. Zij dacht dat ons programma de allure van een show als ‘De Troonopvolger’ zou missen. Je hebt iemand als Donald Trump nodig om kijkers te trekken, vond ze. Persoonlijkheid is belangrijk, daar zit ook wel iets in.”

Selecteren jullie straks kandidaten louter op basis van de kwaliteit van hun ideeën, of is een kandidaat met een minder goed idee maar een pittige persoonlijkheid ook kansrijk?

“Dat zijn lastige keuzes. Juist daarom willen we graag achter de schermen invloed blijven uitoefenen.”

Hoe groot schat je de kans dat het programma er komt?

“Moeilijk te zeggen. Bij de presentatie zaten er verschillende tv-producenten in de zaal, en we hebben al verschillende aanbiedingen gekregen om eens te komen praten. Omroepen lijken geïnteresseerd, maar hebben ze dezelfde doelstellingen als wij? Wij willen meeslepend infotainment maken, absoluut, met ruime aandacht voor de ups en downs van het ondernemen. Maar daarnaast willen we nog zoveel méér met het programma. We willen laten zien wat er praktisch gezien allemaal komt kijken bij het ondernemen. We willen discussies opstarten over de obstakels. Bureaucratie, bijvoorbeeld, of de conservatieve houding van Nederlandse geldschieters als het gaat om het investeren in innovatieve ondernemingen. Maar misschien nog het allerbelangrijkste is dat eindexamenscholieren en studenten moeten ontdekken dat een technische of exacte studie ook tot een eigen bedrijf kan leiden.”

Mag het publiek meestemmen, of beslist enkel de jury?

“De serie zou pas na de opnames worden uitgezonden, dus dat maakt publieksparticipatie lastig. Via een website willen we mensen wel de kans bieden om in een forum ervaringen en ideeën uit te wisselen.”

Kunnen er ook mensen meedoen die wel een innovatief idee hebben, maar niet hoogopgeleid zijn?

“Absoluut. We streven sowieso naar variatie in de teams.”

Als het programma er inderdaad komt, hoe lang duurt het dan voor het te zien zal zijn?

“Minstens een jaar. Het filmen zelf vergt al een jaar. We volgen de deelnemers de eerste periode heel intensief, maanden later maken we de slotaflevering waarin de kijker kan zien hoe het alle kandidaten is vergaan, en hoe ze terugblikken op de hele ervaring.

Twee keer per jaar beslissen de zenders welke programma’s ze wanneer gaan uitzenden. Val je daar net tussenin, dan kan dat zo een halfjaar extra vertraging opleveren.”

Stel, de serie komt er niet. Wat is dan het belangrijkste dat je aan het ‘Ideas’-avontuur hebt overgehouden?

“Het besef dat je het aardig ver kunt schoppen met een idee dat je op een zondagmiddag bedenkt. In het begin denk je: wat heb ik nu als TU-student bij te dragen aan het stimuleren van de innovatie in Nederland?”

Drie promovendi uit Leiden en één Delftenaar, hoe werkte dat samen?

“Ach, onze ideeën bleken niet zoveel te verschillen. De dames uit Leiden werden wel af en toe heel moe van mijn systematische aanpak. Die zagen ze als star. Zonder systematische aanpak krijg je nooit enig overzicht, maar het is waar: als je dat overzicht tot in details gaat vastleggen, is er te weinig ruimte voor improvisatie. Maar het was grappig om te merken hoe je de aanpak die je op de TU Delft leert ook succesvol op heel andere problemen kunt toepassen.”

WIE IS FRANK DE BOER?

Sinds hij enkele maanden geleden zijn master electrical engineering haalde, heeft Frank de Boer (27) nog geen nieuwe baan gevonden, maar je kunt niet zeggen dat hij het rustig aan doet. Naast het ‘Ideas’-project heeft hij nog een ander potje op het vuur staan, met een idee voor een eigen milieu- en energieadviesbureau doet hij mee aan de bekende New Venture-wedstrijd voor startende ondernemers. “Met duurzaamheid is het een beetje zoals met innovatie: we praten er veel over, maar er gebeurt te weinig. Met zo’n adviesbureau wil ik bijvoorbeeld bedrijven helpen hun productieprocessen duurzamer te maken, met de garantie dat de kosten zich binnen enkele maanden terugverdienen. Maar het bureau moet ook adviezen kunnen geven die buiten mijn vakgebied vallen. Energiebesparingen in ziekenhuizen, bijvoorbeeld.”

De Boer studeerde af met als specialisatie industriële automatisering. Zijn stage liep hij in Zuid-Afrika.

De oud-TU’er is niet iemand die onder geen beding in loondienst wil werken. “Waar het mij om gaat is dat je je eigen ideeën kunt uitwerken.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Eerder deze maand won jouw team de wedstrijd ‘Boven het maaiveld’. Een zaal met zo’n driehonderd prominenten uit media, bedrijfsleven en wetenschap vond jullie idee het meest geschikt om de Nederlandse kenniseconomie mee aan te zwengelen.

“Dat was een spannende finale. De presentaties van de andere teams waren superstrak. Dit was trouwens de eerste keer dat deze competitie werd georganiseerd. Een initiatief van de Stichting Avond van de Wetenschap en Maatschappij, die elk jaar mensen uit verschillende disciplines bijeenbrengt om met elkaar over actuele thema’s van gedachten te laten wisselen. Er hoort een prijs van tienduizend euro van McKinsey bij. We willen dat geld in de uitvoering van het idee steken. Helaas is tienduizend euro goed voor net tien minuten reality-tv.”

Zelf heb je natuurlijk de afgelopen maanden intensief naar reality-tv-programma’s gekeken.

“Ik heb niet eens een televisie.”

De samenstelling van jouw team is erg gevarieerd: het mannelijke gedeelte wordt gevormd door jou en een promovendus kunstmatige intelligentie uit Nijmegen, de vrouwen zijn promovendi sterrenkunde en rechten uit Leiden, plus iemand met een baan bij Unilever. Een vriendenclub?

“Destijds nog niet, inmiddels wel. We zijn allemaal via via bij het team terecht gekomen.”

Hoe gingen jullie te werk?

“Het eerste wat we hebben gedaan, was analyseren waar het nu precies mis gaat met de kenniseconomie in Nederland. Daar ging de wedstrijd tenslotte over. En dan kom je toch weer uit bij gebrek aan ondernemingszin. Er loopt een grote groep hoogopgeleide mensen rond met innovatieve ideeën, die overwegen een bedrijf te beginnen. Maar ze durven niet.”

Bang om failliet te gaan?

“Dat ook, maar er speelt meer mee. Academici vinden het prachtig om te dollen met een origineel idee, maar commercialisering blijft een vies woord. Ze weten niet hoe geweldig leuk het kan zijn om met je eigen idee aan de slag te gaan. De kick als het je lukt om andere mensen ook enthousiast te krijgen . dat is iets wat wij als team nu ook zelf hebben meegemaakt.

We hebben eerst tientallen ideeën op tafel gegooid waarmee je de Nederlandse ondernemingszin zou kunnen aanwakkeren. Uiteindelijk kozen we dus voor een televisieformat: ‘Ideas’, met een knipoog naar ‘Idols’.”

Jullie begaven je op onbekend terrein, precies zoals de kandidaten straks moeten doen. Zes jonge academici zonder enige ervaring met televisiemaken.

“Klopt. Je gaat praten met omroepmensen, producenten, en je hoopt maar dat niemand met je idee op de loop gaat. Je leert wat een programma mag kosten, hoe je aan financiering komt . alles wat voor de uitwerking van het idee van belang is.

We ontdekten dat er al diverse televisieprogramma’s over ondernemen bestaan, en die zijn veelal niet bijster succesvol. Maar ons idee bleek gelukkig toch weer anders.”

Waarin verschilt jullie programma van een show als ‘De Troonopvolger’, waarin tycoon Donald Trump aan het einde van elke aflevering tegen een kandidaat mag blaffen: “you’re fired”?

“Oppervlakkig gezien zijn er enkele overeenkomsten. Ook wij besteden aandacht aan het psychologische element. Wat betekent ondernemen emotioneel voor je? Wat maakt het enerverend? Kun je de stress aan? En ook bij ons is er een competitie-element: het vinden van een geldschieter, het binnenhalen van klanten, het sluiten van deals. Maar onze deelnemers werken hun eigen ideeën uit. Ze geven meer van zichzelf bloot dan een groep mensen die in opdracht van Trump vijfhonderd magnetrons op Times Square moeten zien te verkopen.”

Wil je zelf ook ondernemer worden?

“Absoluut. Mijn probleem is dat ik niet precies weet waar ik moet beginnen.”

Je behoort dus tot de doelgroep van je eigen programma.

“Ja, misschien moet ik maar meedoen! Nee, het lijkt me interessanter om als adviseur bij de productie betrokken te zijn.”

Is dat belangrijk voor jullie: enige controle houden over de manier waarop jullie concept straks wordt uitgewerkt?

“Het mooie van reality-tv is dat je zoveel mensen kunt enthousiasmeren voor ondernemen. Maar er zit ook een levensgroot gevaar aan vast. We willen ervoor waken dat het een show wordt waarin mensen genadeloos afgebrand worden als ze hun idee niet van de grond krijgen. Het mag niet plat worden.”

Dat ziet het publiek juist graag: kandidaten die ineen krimpen onder snoeiharde kritiek, of elkaar pootje lichten om als eerste te eindigen.

“Kritiek krijgen is gezond. Maar mensen die het lef hadden om iets met hun ideeën te doen als losers neerzetten, dat willen we niet. Daarom willen we in de laatste aflevering ook laten zien hoe het de afvallers een jaar later is vergaan.”

Jurylid Maartje van Weegen zei na de eerste ronde: sympathiek idee, maar naar zo’n programma zal bijna niemand kijken.

“Dat was even slikken. Zij dacht dat ons programma de allure van een show als ‘De Troonopvolger’ zou missen. Je hebt iemand als Donald Trump nodig om kijkers te trekken, vond ze. Persoonlijkheid is belangrijk, daar zit ook wel iets in.”

Selecteren jullie straks kandidaten louter op basis van de kwaliteit van hun ideeën, of is een kandidaat met een minder goed idee maar een pittige persoonlijkheid ook kansrijk?

“Dat zijn lastige keuzes. Juist daarom willen we graag achter de schermen invloed blijven uitoefenen.”

Hoe groot schat je de kans dat het programma er komt?

“Moeilijk te zeggen. Bij de presentatie zaten er verschillende tv-producenten in de zaal, en we hebben al verschillende aanbiedingen gekregen om eens te komen praten. Omroepen lijken geïnteresseerd, maar hebben ze dezelfde doelstellingen als wij? Wij willen meeslepend infotainment maken, absoluut, met ruime aandacht voor de ups en downs van het ondernemen. Maar daarnaast willen we nog zoveel méér met het programma. We willen laten zien wat er praktisch gezien allemaal komt kijken bij het ondernemen. We willen discussies opstarten over de obstakels. Bureaucratie, bijvoorbeeld, of de conservatieve houding van Nederlandse geldschieters als het gaat om het investeren in innovatieve ondernemingen. Maar misschien nog het allerbelangrijkste is dat eindexamenscholieren en studenten moeten ontdekken dat een technische of exacte studie ook tot een eigen bedrijf kan leiden.”

Mag het publiek meestemmen, of beslist enkel de jury?

“De serie zou pas na de opnames worden uitgezonden, dus dat maakt publieksparticipatie lastig. Via een website willen we mensen wel de kans bieden om in een forum ervaringen en ideeën uit te wisselen.”

Kunnen er ook mensen meedoen die wel een innovatief idee hebben, maar niet hoogopgeleid zijn?

“Absoluut. We streven sowieso naar variatie in de teams.”

Als het programma er inderdaad komt, hoe lang duurt het dan voor het te zien zal zijn?

“Minstens een jaar. Het filmen zelf vergt al een jaar. We volgen de deelnemers de eerste periode heel intensief, maanden later maken we de slotaflevering waarin de kijker kan zien hoe het alle kandidaten is vergaan, en hoe ze terugblikken op de hele ervaring.

Twee keer per jaar beslissen de zenders welke programma’s ze wanneer gaan uitzenden. Val je daar net tussenin, dan kan dat zo een halfjaar extra vertraging opleveren.”

Stel, de serie komt er niet. Wat is dan het belangrijkste dat je aan het ‘Ideas’-avontuur hebt overgehouden?

“Het besef dat je het aardig ver kunt schoppen met een idee dat je op een zondagmiddag bedenkt. In het begin denk je: wat heb ik nu als TU-student bij te dragen aan het stimuleren van de innovatie in Nederland?”

Drie promovendi uit Leiden en één Delftenaar, hoe werkte dat samen?

“Ach, onze ideeën bleken niet zoveel te verschillen. De dames uit Leiden werden wel af en toe heel moe van mijn systematische aanpak. Die zagen ze als star. Zonder systematische aanpak krijg je nooit enig overzicht, maar het is waar: als je dat overzicht tot in details gaat vastleggen, is er te weinig ruimte voor improvisatie. Maar het was grappig om te merken hoe je de aanpak die je op de TU Delft leert ook succesvol op heel andere problemen kunt toepassen.”

WIE IS FRANK DE BOER?

Sinds hij enkele maanden geleden zijn master electrical engineering haalde, heeft Frank de Boer (27) nog geen nieuwe baan gevonden, maar je kunt niet zeggen dat hij het rustig aan doet. Naast het ‘Ideas’-project heeft hij nog een ander potje op het vuur staan, met een idee voor een eigen milieu- en energieadviesbureau doet hij mee aan de bekende New Venture-wedstrijd voor startende ondernemers. “Met duurzaamheid is het een beetje zoals met innovatie: we praten er veel over, maar er gebeurt te weinig. Met zo’n adviesbureau wil ik bijvoorbeeld bedrijven helpen hun productieprocessen duurzamer te maken, met de garantie dat de kosten zich binnen enkele maanden terugverdienen. Maar het bureau moet ook adviezen kunnen geven die buiten mijn vakgebied vallen. Energiebesparingen in ziekenhuizen, bijvoorbeeld.”

De Boer studeerde af met als specialisatie industriële automatisering. Zijn stage liep hij in Zuid-Afrika.

De oud-TU’er is niet iemand die onder geen beding in loondienst wil werken. “Waar het mij om gaat is dat je je eigen ideeën kunt uitwerken.”

(Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.