Education

Reacties op TU-brede operatie gunstig

Op de TU wordt gematigd positief gereageerd op de plannen van het cvb om in de komende jaren alle ondersteunende functies op de universiteit ingrijpend te reorganiseren.

Scepsis valt vooral te bespeuren bij de medewerkers van het Bureau.

De reorganisatie van het Bureau van de universiteit werd al meer dan een jaar geleden aangekondigd, maar de medewerkers weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Tijdens de bijeenkomst, afgelopen donderdag, waar het cvb zijn plannen presenteerde, bleek vooral dat het lange wachten een bron van wrevel onder het bureau-personeel.

Vankbondsman ing. F.L.M. Kok (AbvaKabo) deelt die zorg: ,,We hopen toch dat op korte termijn de reorganisatie van het Bureau afgerond kan worden, hoewel ook de medewerkers in de faculteiten, die er nu ook bij betrokken zijn, snel duidelijkheid moeten krijgen.”

Kok onderschrijft de suggestie van collegevoorzitter De Voogd dat het huidige sociale statuut voor de ingrijpende operatie aangepast zal moeten worden. Op de plannen als geheel wil Kok nog niet reageren. ,,Maar dat er TU-breed nu iets gaat gebeuren is niet iets waar wij dwars voor gaan liggen; dat hebben we zelf ook geroepen. Wel willen we tijdens overleg in december weten wat nu precies de consequenties op het personele vlak worden.”

U-raadslid M. Gorissen (DB) ziet de plannen wel zitten: ,,Ik denk dat dit een organisatievorm is waar de TU de komende vijftien jaar prima mee uit de voeten zal kunnen.” Gorissen vindt het een goed teken dat het cvb vier jaar heeft uitgetrokken om het proces te voltooien: ,,Zo kun je zorgvuldig te werk gaan en eventueel bijsturen. In het verleden wilde men nog wel eens een organogram tekenen en dat moest dan zo snel mogelijk uitgevoerd worden.”
Faculteiten

De faculteiten kijken voorlopig de kat uit de boom. Het is immers nog onduidelijk hoe de clustering van de beheerseenheden zal uitvallen en wat de gevolgen voor hun ondersteunende diensten zullen zijn. ,,Het is nog onvoldoende te overzien wat precies de uitwerking zal zijn, maar het idee als zodanig is niet heel vreemd; daar hebben wij ook wel eens over gesproken”, verwoordt dr. M.W.J. van den Esker, secretaris-beheerder van STM, de teneur van de eerste reacties.

De secretaris-beheerder van Technische Bestuurskunde, dr. S.A.G. Peerdeman, vindt wel dat nog steeds niet duidelijk is of het cvb nu een strakke top-down gestuurde organisatie voor ogen staat of juist een waar de beheerseenheden zelfstandig opereren: ,,Wat dat betreft blijft het hinken op twee gedachten. Wat ik mij bijvoorbeeld afvraag is wat de sturende kracht achter de vermindering van de beheerseenheden moet zijn: moet die uit de eenheden zelf komen of van bovenaf? Maar over het algemeen denk ik dat een behoorlijke opschudding van de organisatie nodig is, hoewel er nu wel erg veel variabelen tegelijk veranderd worden.”

Ook Peerdemans collega van Mijnbouw, ir. T. Cartier van Dissel, herkent sommige van zijn ideeën in de bestuursplannen. Dat Mijnbouw, als kleine faculteit, een belangrijke kandidaat is om samengevoegd te worden met andere beheerseenheden, erkent hij: ,,We zien dat de buitenwereld een grootschaliger aanpak vraagt. Daar moeten we op reageren.”

Wat dekaan prof.dr.ir. E. Backer van Elektrotechniek betreft, hoeft de clustering niet alleen de ondersteunende kanten van de faculteiten te betreffen. ,,Ik kan mij koppelingen voorstellen die verder gaan”, aldus Backer, daarbij onder meer zinspelend op de inhoudelijke verbanden tussen zijn faculteit en TWI. ,,Ik denk wel dat de clustering de nodige tijd zal kosten. Daarom is het niet verstandig om de reorganisatie daarvan afhankelijk te maken.”


Figuur 1 Bureau-medewerkers discussiëren na over de reorganisatieplannen

Op de TU wordt gematigd positief gereageerd op de plannen van het cvb om in de komende jaren alle ondersteunende functies op de universiteit ingrijpend te reorganiseren. Scepsis valt vooral te bespeuren bij de medewerkers van het Bureau.

De reorganisatie van het Bureau van de universiteit werd al meer dan een jaar geleden aangekondigd, maar de medewerkers weten nog steeds niet waar ze aan toe zijn. Tijdens de bijeenkomst, afgelopen donderdag, waar het cvb zijn plannen presenteerde, bleek vooral dat het lange wachten een bron van wrevel onder het bureau-personeel.

Vankbondsman ing. F.L.M. Kok (AbvaKabo) deelt die zorg: ,,We hopen toch dat op korte termijn de reorganisatie van het Bureau afgerond kan worden, hoewel ook de medewerkers in de faculteiten, die er nu ook bij betrokken zijn, snel duidelijkheid moeten krijgen.”

Kok onderschrijft de suggestie van collegevoorzitter De Voogd dat het huidige sociale statuut voor de ingrijpende operatie aangepast zal moeten worden. Op de plannen als geheel wil Kok nog niet reageren. ,,Maar dat er TU-breed nu iets gaat gebeuren is niet iets waar wij dwars voor gaan liggen; dat hebben we zelf ook geroepen. Wel willen we tijdens overleg in december weten wat nu precies de consequenties op het personele vlak worden.”

U-raadslid M. Gorissen (DB) ziet de plannen wel zitten: ,,Ik denk dat dit een organisatievorm is waar de TU de komende vijftien jaar prima mee uit de voeten zal kunnen.” Gorissen vindt het een goed teken dat het cvb vier jaar heeft uitgetrokken om het proces te voltooien: ,,Zo kun je zorgvuldig te werk gaan en eventueel bijsturen. In het verleden wilde men nog wel eens een organogram tekenen en dat moest dan zo snel mogelijk uitgevoerd worden.”
Faculteiten

De faculteiten kijken voorlopig de kat uit de boom. Het is immers nog onduidelijk hoe de clustering van de beheerseenheden zal uitvallen en wat de gevolgen voor hun ondersteunende diensten zullen zijn. ,,Het is nog onvoldoende te overzien wat precies de uitwerking zal zijn, maar het idee als zodanig is niet heel vreemd; daar hebben wij ook wel eens over gesproken”, verwoordt dr. M.W.J. van den Esker, secretaris-beheerder van STM, de teneur van de eerste reacties.

De secretaris-beheerder van Technische Bestuurskunde, dr. S.A.G. Peerdeman, vindt wel dat nog steeds niet duidelijk is of het cvb nu een strakke top-down gestuurde organisatie voor ogen staat of juist een waar de beheerseenheden zelfstandig opereren: ,,Wat dat betreft blijft het hinken op twee gedachten. Wat ik mij bijvoorbeeld afvraag is wat de sturende kracht achter de vermindering van de beheerseenheden moet zijn: moet die uit de eenheden zelf komen of van bovenaf? Maar over het algemeen denk ik dat een behoorlijke opschudding van de organisatie nodig is, hoewel er nu wel erg veel variabelen tegelijk veranderd worden.”

Ook Peerdemans collega van Mijnbouw, ir. T. Cartier van Dissel, herkent sommige van zijn ideeën in de bestuursplannen. Dat Mijnbouw, als kleine faculteit, een belangrijke kandidaat is om samengevoegd te worden met andere beheerseenheden, erkent hij: ,,We zien dat de buitenwereld een grootschaliger aanpak vraagt. Daar moeten we op reageren.”

Wat dekaan prof.dr.ir. E. Backer van Elektrotechniek betreft, hoeft de clustering niet alleen de ondersteunende kanten van de faculteiten te betreffen. ,,Ik kan mij koppelingen voorstellen die verder gaan”, aldus Backer, daarbij onder meer zinspelend op de inhoudelijke verbanden tussen zijn faculteit en TWI. ,,Ik denk wel dat de clustering de nodige tijd zal kosten. Daarom is het niet verstandig om de reorganisatie daarvan afhankelijk te maken.”


Figuur 1 Bureau-medewerkers discussiëren na over de reorganisatieplannen

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.