Customize Consent Preferences

We use cookies to help you navigate efficiently and perform certain functions. You will find detailed information about all cookies under each consent category below.

The cookies that are categorized as "Necessary" are stored on your browser as they are essential for enabling the basic functionalities of the site. ... 

Always Active

Necessary cookies are required to enable the basic features of this site, such as providing secure log-in or adjusting your consent preferences. These cookies do not store any personally identifiable data.

No cookies to display.

Functional cookies help perform certain functionalities like sharing the content of the website on social media platforms, collecting feedback, and other third-party features.

No cookies to display.

Analytical cookies are used to understand how visitors interact with the website. These cookies help provide information on metrics such as the number of visitors, bounce rate, traffic source, etc.

No cookies to display.

Performance cookies are used to understand and analyze the key performance indexes of the website which helps in delivering a better user experience for the visitors.

No cookies to display.

Advertisement cookies are used to provide visitors with customized advertisements based on the pages you visited previously and to analyze the effectiveness of the ad campaigns.

No cookies to display.

Education

Protheseonderzoeker wordt AvL-hoogleraar

Dr.ir. Edward Valstar is benoemd tot Antoni van Leeuwenhoekhoogleraar aan de TU Delft. Het uiteindelijke doel van Valstars onderzoek: protheses die een levenlang meegaan.


Wereldwijd krijgen miljoenen mensen ieder jaar een knie- of heupprothese. Over vijftien jaar gaat het zelfs om tussen de 7,5 miljoen en 10 miljoen mensen, vertelt de kersverse hoogleraar Edward Valstar. “Mensen worden dikker en ouder en doordat landen zich ontwikkelen, accepteren ook de inwoners daar het niet meer dat ze kreupel door het leven moeten.”



Tel bij die stijgende aantallen protheses het feit dat tien procent van de geplaatste nieuwe heupen en knieën binnen tien jaar vervangen moet worden, en er is werk aan de winkel voor wetenschappers als Valstar.



Hij studeerde in 1993 af als werktuigbouwkundige aan de TU Delft. Daarna ging hij werken bij het Leids Universitair Medisch Centrum op de afdeling orthopedie. Bij ‘de botten- en spierendokters’ dus, zoals hij het zelf omschrijft. Een jaar of tien geleden kwam daar een aanstelling aan de TU Delft bij. Sindsdien werkt hij vijftig procent in Delft, vijftig procent in Leiden.



In 2007 kreeg Valstar een Vidi-subsidie van maximaal achthonderdduizend euro voor zijn onderzoek naar de vroege behandeling van loszittende protheses met minimaal invasieve interventie. Zoals gezegd: tien procent van de protheses moet binnen tien jaar vervangen worden. Bij driekwart van die gevallen werden de problemen veroorzaakt doordat de prothese los was gaan zitten. Een groot probleem dus, waar Valstar nog steeds op allerlei manieren onderzoek naar doet.



Een loszittende prothese is vaak niet zelf het probleem, zo blijkt. Nee, dat is de fibreuze weefsellaag die erom heen is ontstaan. Zelf noemt Valstar die laag liever snot, want daar lijkt het op. Dat weefsel zorgt ervoor dat de prothese en het bot niet meer optimaal in elkaar passen. Dat geeft klachten. Daar komt bij dat de snotlaag het nog gezonde bot aantast. In dat bot ontstaan zelfs gaten. “Tot voor kort was dan de enige optie om het fibreuze weefsel én de prothese eruit te halen en te vervangen door een nieuwe, grotere prothese. Een forse ingreep voor de patiënt.”



Valstar maakt graag de vergelijking met auto’s. “Als je band versleten is, breng je je auto ook niet naar de sloop. Nu doen we dat eigenlijk wel met protheses. Die kunnen in principe nog jaren mee, het enige probleem was dat ze los kwamen te zitten.”



Op verschillende momenten in het proces kan worden ingegrepen, als het aan Valstar ligt. Eerst moet de prothese optimaal worden geplaatst. “Daarvoor zijn we nu instrumenten aan het ontwikkelen.” Vervolgens moet er een soort apk-keuring worden ingebouwd. “Met stereo-röntgenfoto’s kunnen we heel goed in de gaten houden of een prothese los zit en of dat erger wordt. Die techniek zijn we nog aan het doorontwikkelen.”



Dan volgt indien nodig wat Valstar noemt ‘de grote beurt’: met zijn vidi-beurs ontwikkelde hij een techniek om met een waterstraal de laag met fibreus weefsel weg te snijden en te vervangen door een soort ‘lijm’. Nu is hij bezig te zoeken naar ‘biologische factoren’ of stofjes die ervoor kunnen zorgen dat de snot wordt omgezet in bot.



Het Antoni van Leeuwenhoekhoogleraarschap geeft jonge, veelbelovende wetenschappers de kans voortijdig door te stromen naar de hoogste wetenschappelijke titel. Valstar hoopt en verwacht dat zijn hoogleraarschap, dat valt binnen de Medical Delta, de zichtbaarheid van zijn onderzoek vergroot. “Je wordt toch serieuzer genomen als hoogleraar, zeker ook internationaal.”    

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.