Mieke Mangert runt nu ruim zes jaar de ‘winkel van promotieartikelen’. In haar kamer bij de Dienst interne en externe communicatie (Diec) kan iedereen terecht voor artikelen met een TU-logo.
Mangert draagt de eindverantwoordelijkheid voor de in- en verkoop ervan.
Op haar resultaten zou menig ondernemer jaloers zijn: de jaaromzet is onder haar beheer gestegen van zesduizend gulden tot ruim boven een ton, het assortiment is uitgebreid van tien naar 75 artikelen en de prijzen zijn gelijk gebleven of verlaagd. Maar een belangrijke vraag is, maakt zij ook winst?
,,Het is bewust beleid om weinig winst te maken. Het zijn promotieartikelen, dus er hoeft niet aan verdiend te worden. Wel zorg ik ervoor dat de kosten gedekt worden en dat we daarnaast nog een klein bedrag overhouden. Met dat geld sponsoren we activiteiten en proberen wij nieuwe ideeën uit.”
Als je vraagt naar haar geheim, haalt Mangert haar schouders op. ,,Ik volg mijn gevoel en kijk goed om mij heen. In winkels let ik op nieuwe producten. Ik heb bijvoorbeeld nu een nieuwe collectie TU-truien. Tot nu toe waren de kleuren voornamelijk afgestemd op mannen. Veel blauw en grijs. De laatste tijd komen er steeds meer vrouwen op de TU en daarom heb ik ze nu ook in steenrood en crème. De eerste heb ik al verkocht. Een buitenlandse studente zag mij een rode trui uitpakken en wilde er meteen één hebben. Kijk, op dat moment denk ik: ik zit goed.”
Zij onderwerpt haar gevoel eerst aan een test. ,,Voor een reiswekker had ik diverse ontwerpen gekregen. Mijn zonen studeren; als zij met vrienden thuis komen, zet ik de verschillende wekkers neer. Bij de uiteindelijk keuze houd ik hun mening in mijn achterhoofd.”
Reclamezuil
De reclame voor haar artikelen is soms lastig. ,,Wij hebben natuurlijk geen winkeletalage.” Daarom gebruikt ze, naast een aantal vitrines en presentatiemappen, de portiers als wandelende ‘reclamezuil’. ,,Als ik een nieuwe trui of jas heb, dan geef ik er een paar aan hen. Zij komen overal. Zo weet iedereen binnen korte tijd dat ik nieuwe truien heb. Overigens heeft een winkel in de stad verzocht om de artikelen te mogen verkopen. Wie weet gaan we met hen in zee.”
Stiekem droomt ze van een winkel in de Aula. ,,Volgens mij zou ik mijn omzet flink kunnen verhogen. Je kunt de spullen mooi neerzetten en iedereen kan zien wat je verkoopt”, zegt Mangert.
,,Ik wil goede kwaliteit voor de laagst mogelijke prijs. Daarvoor moet je veel onderhandelen en dat vind ik leuk. En het lukt me goed, want de prijzen zijn tot nu toe niet verhoogd, enkele producten zijn zelfs in prijs gedaald. Ondertussen ken ik de handelaren ook goed. Als ze nu een nieuw artikel hebben, hangen ze meteen aan de telefoon. In het weekend of ‘s avonds, dat doet er niet toe, ze weten me altijd te vinden. En eigenlijk ben ik zelf ook reuze benieuwd wat zehebben.”
De ‘winkel’ slokt al haar tijd en aandacht op, maar ze vindt het werk leuk. ,,Ik hoef het ook niet helemaal alleen te doen. Inge de Cocq en José van der Helm doen ook veel aan de verkoop en het afhandelen van bestellingen.”
,,Weet u wat mij de meeste voldoening geeft? Als ik ons wekkertje in de stad voor vijftien gulden duurder zie staan. Terwijl er voor de TU nog een logo op moet. Dan weet ik twee dingen zeker: ik heb het model uitgekozen dat nu ‘in’ is en ik heb een goede prijs bedongen.”
Mieke Mangert runt nu ruim zes jaar de ‘winkel van promotieartikelen’. In haar kamer bij de Dienst interne en externe communicatie (Diec) kan iedereen terecht voor artikelen met een TU-logo. Mangert draagt de eindverantwoordelijkheid voor de in- en verkoop ervan.
Op haar resultaten zou menig ondernemer jaloers zijn: de jaaromzet is onder haar beheer gestegen van zesduizend gulden tot ruim boven een ton, het assortiment is uitgebreid van tien naar 75 artikelen en de prijzen zijn gelijk gebleven of verlaagd. Maar een belangrijke vraag is, maakt zij ook winst?
,,Het is bewust beleid om weinig winst te maken. Het zijn promotieartikelen, dus er hoeft niet aan verdiend te worden. Wel zorg ik ervoor dat de kosten gedekt worden en dat we daarnaast nog een klein bedrag overhouden. Met dat geld sponsoren we activiteiten en proberen wij nieuwe ideeën uit.”
Als je vraagt naar haar geheim, haalt Mangert haar schouders op. ,,Ik volg mijn gevoel en kijk goed om mij heen. In winkels let ik op nieuwe producten. Ik heb bijvoorbeeld nu een nieuwe collectie TU-truien. Tot nu toe waren de kleuren voornamelijk afgestemd op mannen. Veel blauw en grijs. De laatste tijd komen er steeds meer vrouwen op de TU en daarom heb ik ze nu ook in steenrood en crème. De eerste heb ik al verkocht. Een buitenlandse studente zag mij een rode trui uitpakken en wilde er meteen één hebben. Kijk, op dat moment denk ik: ik zit goed.”
Zij onderwerpt haar gevoel eerst aan een test. ,,Voor een reiswekker had ik diverse ontwerpen gekregen. Mijn zonen studeren; als zij met vrienden thuis komen, zet ik de verschillende wekkers neer. Bij de uiteindelijk keuze houd ik hun mening in mijn achterhoofd.”
Reclamezuil
De reclame voor haar artikelen is soms lastig. ,,Wij hebben natuurlijk geen winkeletalage.” Daarom gebruikt ze, naast een aantal vitrines en presentatiemappen, de portiers als wandelende ‘reclamezuil’. ,,Als ik een nieuwe trui of jas heb, dan geef ik er een paar aan hen. Zij komen overal. Zo weet iedereen binnen korte tijd dat ik nieuwe truien heb. Overigens heeft een winkel in de stad verzocht om de artikelen te mogen verkopen. Wie weet gaan we met hen in zee.”
Stiekem droomt ze van een winkel in de Aula. ,,Volgens mij zou ik mijn omzet flink kunnen verhogen. Je kunt de spullen mooi neerzetten en iedereen kan zien wat je verkoopt”, zegt Mangert.
,,Ik wil goede kwaliteit voor de laagst mogelijke prijs. Daarvoor moet je veel onderhandelen en dat vind ik leuk. En het lukt me goed, want de prijzen zijn tot nu toe niet verhoogd, enkele producten zijn zelfs in prijs gedaald. Ondertussen ken ik de handelaren ook goed. Als ze nu een nieuw artikel hebben, hangen ze meteen aan de telefoon. In het weekend of ‘s avonds, dat doet er niet toe, ze weten me altijd te vinden. En eigenlijk ben ik zelf ook reuze benieuwd wat zehebben.”
De ‘winkel’ slokt al haar tijd en aandacht op, maar ze vindt het werk leuk. ,,Ik hoef het ook niet helemaal alleen te doen. Inge de Cocq en José van der Helm doen ook veel aan de verkoop en het afhandelen van bestellingen.”
,,Weet u wat mij de meeste voldoening geeft? Als ik ons wekkertje in de stad voor vijftien gulden duurder zie staan. Terwijl er voor de TU nog een logo op moet. Dan weet ik twee dingen zeker: ik heb het model uitgekozen dat nu ‘in’ is en ik heb een goede prijs bedongen.”
Comments are closed.