Hoewel ik al enige tijd weg ben bij KPN en niet iemand ben die van terugkijken houdt, kan ik het niet laten om op gezette tijden vergelijkingen te trekken tussen mijn vorige werkgever en mijn huidige.
Gezien het verschil in activiteiten is het misschien appelen met peren vergelijken, maar een aantal zaken valt me toch op.
Allereerst de managementstructuur. Op onze universiteit is er een geneesheer-directeurstructuur. Nu mag je veel van hoogleraren verwachten maar niet dat ze ook nog over uitstekende managementkwaliteiten beschikken. Maak het slimste jongetje van de klas nooit klassenhoofd. Veel verstand van zaken hebben is niet hetzelfde als veel verstand van mensen hebben. En het schaap met de vijf poten bestaat nu eenmaal niet. Management is een vak waar je niet alleen een bepaalde natuurlijke aanleg voor moet hebben (interesse in mensen bijvoorbeeld) maar dat ook enige training behoeft. Bij KPN werden duizenden, zo niet tienduizenden, euro’s besteed aan de opleiding en coaching van managers; ik ben benieuwd hoe hoog dat bedrag op de TU is. Op mijn eigen faculteit (Techniek, Bestuur en Management) werkt bij mijn weten geen enkele professionele manager. Het lijkt mij beter om de hoogleraren uit hun lijden te verlossen en de mogelijkheid te bieden zich volledig op onderzoek en onderwijs te richten. Al het papierwerk en het overige besteed je dan uit aan mensen die daarvoor gekwalificeerd zijn. Dat heet arbeidsdeling, een heel oud economisch principe dat nog steeds van kracht is. Nu zal een aantal lezers denken aan de gezondheidszorg, waar managers een spoor van vernieling achterlaten. Tja, slechte managers zullen er altijd zijn.
Ander punt. Toen ik net van de universiteit kwam en bij KPN ging werken werd ik direct op cursussen gezet zoals persoonlijke effectiviteit, het geven van feedback, presenteren en vergaderen. Toen ik bij de TU ging werken, merkte ik dat beginnende promovendi deze cursussen niet hadden gevolgd. Zo zat ik kort in een promovendi-peer group waarin normale omgangsvormen ver te zoeken waren: persoonlijke aanvallen (het bekende ‘jij-en’ ‘jou-en’), niet bij de feiten blijven, elkaar niet laten uitpraten, niet bedanken voor de ‘feedback’, etcetera. Tijdens een faculteitsbrede bijeenkomst presteerde een aanzienlijk aantal promovendi het om voor een presentatie die geacht werd tien minuten te duren dertig sheets mee te nemen en na een monoloog van twintig minuten te vragen hoeveel tijd men nog had. Wil je promovendi iets bijleren dan moet je ze niet naar een cursus methoden en technieken sturen (immers, die worden ze geacht al te beheersen) maar naar een cursus persoonlijke reflectie en werken in groepsverband. Er zal een wereld voor ze opengaan. We hebben allemaal een goed werkende linkerhersenhelft, maar aan de andere kant van onze hersens valt nog veel winst te boeken.
Kortom, waar ik voor pleit is professionalisering van organisatiestructuren, managementprocessen én mensen. We weten aan de TU misschien veel van nanotechnologie, duurzaamheid, zonnecellen en sinds kort ook van ondernemerschap, maar sommige kennis moet je van buiten halen. Eigenwijsheid op dit punt is een slechte eigenschap die ervoor zorgt dat de TU alleen op nummer 1 staat in de lijst ‘Beste Technische Universiteiten in Zuid-Holland’.
Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Hoewel ik al enige tijd weg ben bij KPN en niet iemand ben die van terugkijken houdt, kan ik het niet laten om op gezette tijden vergelijkingen te trekken tussen mijn vorige werkgever en mijn huidige. Gezien het verschil in activiteiten is het misschien appelen met peren vergelijken, maar een aantal zaken valt me toch op.
Allereerst de managementstructuur. Op onze universiteit is er een geneesheer-directeurstructuur. Nu mag je veel van hoogleraren verwachten maar niet dat ze ook nog over uitstekende managementkwaliteiten beschikken. Maak het slimste jongetje van de klas nooit klassenhoofd. Veel verstand van zaken hebben is niet hetzelfde als veel verstand van mensen hebben. En het schaap met de vijf poten bestaat nu eenmaal niet. Management is een vak waar je niet alleen een bepaalde natuurlijke aanleg voor moet hebben (interesse in mensen bijvoorbeeld) maar dat ook enige training behoeft. Bij KPN werden duizenden, zo niet tienduizenden, euro’s besteed aan de opleiding en coaching van managers; ik ben benieuwd hoe hoog dat bedrag op de TU is. Op mijn eigen faculteit (Techniek, Bestuur en Management) werkt bij mijn weten geen enkele professionele manager. Het lijkt mij beter om de hoogleraren uit hun lijden te verlossen en de mogelijkheid te bieden zich volledig op onderzoek en onderwijs te richten. Al het papierwerk en het overige besteed je dan uit aan mensen die daarvoor gekwalificeerd zijn. Dat heet arbeidsdeling, een heel oud economisch principe dat nog steeds van kracht is. Nu zal een aantal lezers denken aan de gezondheidszorg, waar managers een spoor van vernieling achterlaten. Tja, slechte managers zullen er altijd zijn.
Ander punt. Toen ik net van de universiteit kwam en bij KPN ging werken werd ik direct op cursussen gezet zoals persoonlijke effectiviteit, het geven van feedback, presenteren en vergaderen. Toen ik bij de TU ging werken, merkte ik dat beginnende promovendi deze cursussen niet hadden gevolgd. Zo zat ik kort in een promovendi-peer group waarin normale omgangsvormen ver te zoeken waren: persoonlijke aanvallen (het bekende ‘jij-en’ ‘jou-en’), niet bij de feiten blijven, elkaar niet laten uitpraten, niet bedanken voor de ‘feedback’, etcetera. Tijdens een faculteitsbrede bijeenkomst presteerde een aanzienlijk aantal promovendi het om voor een presentatie die geacht werd tien minuten te duren dertig sheets mee te nemen en na een monoloog van twintig minuten te vragen hoeveel tijd men nog had. Wil je promovendi iets bijleren dan moet je ze niet naar een cursus methoden en technieken sturen (immers, die worden ze geacht al te beheersen) maar naar een cursus persoonlijke reflectie en werken in groepsverband. Er zal een wereld voor ze opengaan. We hebben allemaal een goed werkende linkerhersenhelft, maar aan de andere kant van onze hersens valt nog veel winst te boeken.
Kortom, waar ik voor pleit is professionalisering van organisatiestructuren, managementprocessen én mensen. We weten aan de TU misschien veel van nanotechnologie, duurzaamheid, zonnecellen en sinds kort ook van ondernemerschap, maar sommige kennis moet je van buiten halen. Eigenwijsheid op dit punt is een slechte eigenschap die ervoor zorgt dat de TU alleen op nummer 1 staat in de lijst ‘Beste Technische Universiteiten in Zuid-Holland’.
Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Comments are closed.