In ruil voor gratis diensten geven burgers bedrijven verregaande toegang tot hun gegevens. Je daaraan onttrekken kan nog, maar wordt steeds lastiger. Dave Eggers beschrijft in zijn roman ‘The Circle’ een wereld waarin dat vrijwel niet meer mogelijk is.
Transparantie is een deugd. Wie er niet aan mee doet, heeft iets te verbergen.
Hoofdpersoon Mae Holland verruilt in de roman ‘The Circle’ haar oninteressante, saaie baan bij het nutsbedrijf in haar slaperige geboortestadje voor een carrière op de blinkende campus van The Circle. Ze komt terecht in een glazen kantoor, achter een bureau met steeds meer beeldschermen. Net zoals alle beginnelingen start ze bij de klantenservice van het grootste, machtigste internetbedrijf ter wereld.
The Circle is een soort Google, Facebook, Twitter, Whatsapp, Microsoft en Apple ineen. Op de campus kunnen de werknemers sporten, feesten, luisteren naar beroemde muzikanten, biologisch eten en slapen. Gebouwen zijn van glas, buiten schijnt altijd de zon, alles en iedereen is er mooi. Door voortdurend berichten en foto’s te posten, meningen te geven en deel te nemen aan online clubs laten de werknemers zien vol mee te doen aan het leven op de campus.
Mae is overweldigd. Ze kan haar geluk niet op en stort zich op haar werk. Dat gaat haar goed af. De klanten geven haar hoge scores. Alleen, aan het berichten posten en meningen ventileren komt ze niet toe. Dat moet anders, zeggen haar teleurgestelde bazen, want haar mening is belangrijk. Waarom achterhouden wat je denkt of doet als je daarmee een ander kunt helpen, is hun redenering. Privacy is diefstal en geheimen zijn leugens.
Dave Eggers geeft in zijn roman een inkijkje in de ziel van een jonge vrouw, die niets liever wil dan bij The Circle horen. Ze heeft gestudeerd, weet van de kritiek die buitenstaanders hebben op het bedrijf, maar wordt zelf niet meer maar juist minder kritisch over diens praktijken. Hoe meer haar leven vervlochten raakt met het bedrijf, hoe meer ze gelooft in de totale transparantie die The Circle predikt. En waarom ook niet volledig open zijn? Het maakt je een beter mens, omdat je slecht gedrag wel achterwege laat als je weet dat iedereen kan meekijken en –luisteren.
Mae zelf ervaart het gebrek aan privacy in haar leven niet als een probleem. Ze heeft er zelfs steeds minder behoefte aan. Eggers houdt zijn lezers daarmee een spiegel voor. Want hoewel veel details in zijn boek wat vergezocht zijn – politici die permanent een camera om hun nek hebben hangen – is de toekomst die hij schetst ook weer niet zo moeilijk voorstelbaar. Google en Apple weten al alles van ons online gedrag, Facebook kent al onze contacten al.
De vraag is alleen of gebruikers zich net als Mae Holland steeds verder laten inpakken in het web van handige apps en gelikte verkooppraatjes, of dat ze ervoor kiezen hun leven voor zichzelf te houden. Het lezen van ‘The Circle’ geeft inzicht in wat er kan gebeuren in beide gevallen. De conclusie die daaruit volgt is ongemakkelijk: een echte keuze is er niet.
Comments are closed.