Education

‘Pre-masterstudent mag niet bloeden voor fout’

Studenten die al tijdens hun pre-master als masterstudent stonden ingeschreven, krijgen toch geen langstudeerboete. Dat zei staatssecretaris Zijlstra vrijdagavond in het Vara-programma De Ombudsman.


 


Studenten mogen niet de dupe worden van onenigheid tussen de staatssecretaris en de Vrije Universiteit, TU Delft en de Universiteit van Tilburg, zei de bewindsman tegen Vara-ombudsman Pieter Hilhorst. “Er is één partij die niets te verwijten valt en dat is de student, die zal hier niet voor moeten bloeden.”



De schuld ligt bij de drie universiteiten, vindt de bewindsman. Die hebben afgestudeerde hbo’ers die een pre-master volgen verkeerd ingeschreven. Namelijk als masterstudent, in plaats van als bachelorstudent. Daardoor moeten deze studenten hun master in precies één jaar halen, anders krijgen ze een langstudeerboete. Hun uitloopjaar hebben ze namelijk al in de pre-master verbruikt.



Hoe de situatie van de studenten precies wordt opgelost is nog niet duidelijk. Staatssecretaris Zijlstra blijft erbij dat de universiteiten een fout hebben gemaakt en dat ze die zelf maar recht moeten rechtzetten. Sinds 2007 horen instellingen schakelstudenten in te schrijven als bachelor. Hij verwijst naar de strategische agenda van zijn voorganger Plasterk, waarin staat dat ze “als hoofdregel” in de bachelor vallen.



Maar de VU zegt in het Vara-programma dat het ministerie de inschrijving van schakelaars als masterstudent altijd heeft toegestaan. De instelling gaat wel kijken of het mogelijk is om een compensatieregeling in te stellen voor getroffen studenten. Collegevoorzitter Hein van Oorschot van de Universiteit van Tilburg zegt dat hij tegen het Rijk gaat procederen en zijn studenten zal steunen.



Drie weken geleden schreef hij nog aan de Tweede Kamer dat hij niet bereid was een eenmalige uitzondering te maken voor de studenten. Hij vond het “vervelend” voor ze, maar het zou om een kleine groep gaan en wie ‘nominaal’ studeert heeft nergens last van. Wel vroeg hij de instellingen om in kaart te brengen hoe groot de getroffen groep was en met hen te bekijken “hoe zij op een verantwoorde wijze kunnen afstuderen”.

Wie niet beter weet, zou denken dat het een abstract schilderij is: strepen felgroen en korrelig oranje, dat doet denken aan gravel. Daar doorheen loopt een blauwe lijn met een knik er in. Maar het is geen moderne kunst. Het is wetenschap. Prof.dr. Cees Dekker (bionanoscience) droeg met deze afbeelding bij aan de tentoonstelling ‘Schoonheid in de Wetenschap’. Hij ziet dit soort afbeeldingen in zijn werk niet als kunstwerk, het is een koolstof nanobuisje over twee elektroden.

Dagelijks blikken wetenschappers door hun microscopen, werken aan formules en doen de allerlei proeven. Vrijwel altijd achter de gesloten deuren van hun instituten en universiteiten. “Wetenschappers zien vaak schitterende beelden zonder dat ze het zelf door hebben. Toen ik beelden verzamelde hoorde ik vaak dat wetenschappers geen schoonheid maken, maar onderzoek doen. Ze gaan zo op in hun werk, dat ze niet zien hoe mooi het ook is. Dat had ik zelf ook als ik onderzoek deed”, zegt samensteller en emeritus hoogleraar humane genetica prof.dr. Hans Galjaard (Erasmus Universiteit Rotterdam).
Het resultaat is verbluffend. Neem een film van een druppel zwevend op zijn eigen damplaag. Het ene moment is deze klein en doorzichtig, het andere steeds dikker en donkerder. De druppel verandert voortdurend en zweeft lichtvoetig op de plaat.

Daarna wordt een kogel in los zand afgevuurd, een model voor een meteorietinslag. “De bezoeker denkt: ‘de kogel wordt afgevuurd, pats, dan is er een gat en that’s it’. Maar het beeld is zoveel rijker. Er komt na de inslag een straal zand omhoog, dat zeer verfijnd van vorm is. Een spiraal volgt, dat er uitziet als een soort DNA-molecuul. Zand wordt omlaag getrokken en dan komt de verrassing: een tweede keer spuit zand omhoog.”

Op de tentoonstelling zijn zeldzaam mooie kijkjes in de keuken van wetenschappers te zien. Nooit geweten dat een driedimensionale eiwitstructuur er zo kleurrijk en sprieterig, als gescheurd en gekruld papier, uitziet. “Ik had van te voren niet verwacht zulke mooie beelden te vinden”, zegt Galjaard enthousiast. “Twee jaar geleden schreef ik een boek voor een breed publiek. Daarbij wilde ik ook laten zien hoe wetenschappelijk werk in elkaar zit. Ik ben vaak geïnterviewd en vrijwel altijd over ethische kwesties zoals abortus, maar bijna nooit over het proces van de wetenschap. Bij mijn boek zit een dvd van een ultrageluidonderzoek naar de foetale ontwikkeling. Het is adembenemend mooi om eerst alleen cellen te zien. Waaruit een baby ontstaat met twee stompjes, die armpjes worden en tegelijk bewegen en daarna afzonderlijk. Sjarel Ex, directeur van Boijmans, zag de film en wilde deze tentoonstellen. Zo ontstond het idee voor ‘Schoonheid in de Wetenschap’.”

De enige smet op de tentoonstelling is dat er te weinig informatie beschikbaar is over de beelden. De ene na de andere kogelinslag, schimmel en celdeling komt voorbij, maar zelden wordt uitgelegd wat de kijker ziet. Bezoekers lopen onthand rond. Er is een kloof tussen wetenschap en publiek en daarom een gemiste kans. “De kritiek is terecht”, vindt Galjaard. “We dachten dat mensen door de tentoonstelling heen zouden wandelen en genieten van de schoonheid. Ik ben positief verrast dat mensen nieuwsgierig zijn. Daarom gaan we in elke zaal met behulp van geplastificeerde beschrijvingen kort uitleggen wat er te zien is. Want voor veel mensen geldt, dat ze het nog mooier vinden als ze weten wat ze zien. Dat is een groot compliment voor de wetenschap.” 

‘Schoonheid in de Wetenschap’, Museum Boijmans van Beuningen, Museumpark 18-20 te Rotterdam is tot en met 5 juni te zien.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.