Education

P&O’er Dick Hoeneveld wint Europese arbo-prijs

Drs. ing. Dick Hoeneveld heeft maandag 27 april een van de acht Europese Good Practise Award gewonnen. Hij kreeg de prijs in Praag tijdens de Europese top ‘Veiligheid en Gezondheid in de 21e eeuw in Europa’.

 Hoeneveld, werkzaam als arbo- en milieudeskundige op de afdeling P&O van de TU, bedacht een speciale website waarop een onderzoeker die met stoffen gaat experimenteren bepaalde vragen moet beantwoorden. Reden voor zijn initiatief is dat onderzoekers van de TU regelmatig werken met verschillende stoffen die gevaar kunnen opleveren. Om gevaar uit te sluiten, moeten onderzoekers vooraf de eigenschappen van de stoffen bekijken, maar regelmatig wordt de veiligheidsbijsluiter die bij de stoffen zit genegeerd.

Via de vragen op de site wordt de onderzoeker gedwongen na te denken over mogelijke risico’s en hoe die zijn te beperken. De site geeft tips en aanbevelingen, maar de onderzoeker moet zelf een oplossing bedenken.

De Nederlandse jury, die Hoenevelds aanpak nomineerde voor de Europese competitie, prees het idee omdat ruimschoots voor het daadwerkelijk gebruik van de stoffen risico’s worden beoordeeld en omdat naast medewerkers ook studenten betrokken worden bij de veiligheidsrapportage. Het idee is bovendien breed toepasbaar bij universiteiten en afdelingen research en development.

De Good Practise Awards zijn een initiatief van het Europese Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk en onderdeel van de twee jaar durende Europese campagne ‘Een gezonde werkplek’. Doel van die campagne is het bevorderen van een geïntegreerde aanpak van risicobeoordeling.

Zondagochtend. Ik zit met mijn oma en tante aan het ontbijt in het buitenhuis op de Veluwe. “Angstige sportman. Negen letters.” Mijn oma kijkt ons vanachter de krant vragend aan. Haar leesbril is op het puntje van haar neus gezakt.
Mijn familie is niet bepaald close, maar ieder weekend lossen ze allemaal het scrypto in de zaterdagbijlage van de NRC op. Dit ritueel deed generaties geleden zijn intrede. De enige krant die met goed fatsoen kan worden gelezen is de NRC en het scrypto staat daarbij symbool voor denkvermogen en intellectueel vernuft. “Fruitpapje voor doorbijters. Vier plus vijf.” Ik staar naar mijn bakje fruit met yoghurt. “Zure appel”, roep ik. “He An, niet zomaar roepen! Ons ook even de kans geven.” Ieder gezin kent zijn eigen ongeschreven regels. Ook heerst er een duidelijke hiërarchie in de zoektocht naar verlossing. Mijn jongste tante en oom bellen regelmatig heen en weer. Mijn oma belt iedereen. Op het internet zoeken naar hints wordt gezien als vals spelen. Iedereen doet het. De tante onder mijn vader heeft zich gedistantieerd van de familie en ook van het scrypto. Mijn vader, de oudste, belt niemand. Hij wordt gebeld. Mijn eerste triomfantelijke oplossingen staan mij nog kraakhelder voor de geest. Het gevoel eindelijk mee te tellen. Later, in mijn puberteit, weigerde ik recalcitrant iedere taalkundige uitdaging. Ik irriteerde mij mateloos aan mijn vader als hij mij uitdagend vroeg ‘watergevecht, zeven letters’ wetend dat hij de oplossing zelf allang wist. “Aquarel.” Eenmaal op kamers belde ik ook op eenzame zondagochtenden naar huis. “Weten jullie zeven verticaal?”
In de herfst van 2000 pakte mijn vader ineens de telefoon en belde zijn broer. Ze hadden elkaar tien jaar niet gesproken. Erfelijke koppigheid. “Wat heb jij bij drie verticaal? Ik dacht iets met energieee…”
Terwijl ik in mijn ontbijt roer bedenk ik mij dat ik in Delft nooit meer het scrypto oplos. En dat mijn gevoel van eigenwaarde daar niet onder lijdt. Misschien word ik eindelijk volwassen. Mijn oma schenkt thee in.
“We gaan door. Zestien horizontaal: Gelijken wiens lichaamssappen je wel zou kunnen drinken, veertien letters.” Ik kijk op. “Bloedverwanten!”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.