‘Plastic soep’

Van Bruggen volgde aan het begin van haar derde studiejaar een minor bij Industrieel Ontwerpen. Nadat ze daar de nodige vakken had bijgewoond, wilde ze als eindproject ‘iets’ doen met ontwikkelingslanden. Via haar begeleider kwam ze in contact met een oud-student die tegenwoordig bij Artsen zonder Grenzen werkt. Hij introduceerde haar bij Mzungu, die met allemaal identieke speelgoedauto’s in Kenia op de markt staat. “Die auto’s zijn gemaakt van gerecycled plastic en lijken zo op elkaar dat er wel een fabriek achter moest zitten”, vertelt Van Bruggen. “Dat bleek inderdaad het geval. Het plastic wordt verzameld door daklozen. In de fabriek werken negen mensen die het op kleur sorteren en het verder verwerken. Het plastic wordt versnipperd met een machine. Daarna wordt het gesmolten en in mallen gegoten.” 

Dit bedrijf fascineerde Van Bruggen zo dat ze min of meer per toeval de richting van het plastic opging. Ze startte een mailwisseling met Mzungu en beloofde hem te helpen met kennis en het zoeken van sponsors. “Hij is dolblij en ziet mij als een engel”, vertelt ze lachend. “Zelf vind ik het een goede zaak om plastic te hergebruiken. In de oceaan drijft nu al plastic soep.”

Speciaal voor haar maakte Mzungu een bedrijfsfilm waarop precies te zien is hoe de auto’s gefabriceerd worden. Met deze film ging Van Bruggen langs het bedrijf Hermion, dat sorteermachines voor plastic verkoopt en langs Naber Plastics, een kunststof spuitgietbedrijf. Ze bekeken de film en gaven nuttige tips en adviezen. “Zo adviseerde Hermion om de mallen eerst in te vetten. Mzungu nam deze tip meteen ter harte, en het blijkt inderdaad een verbetering te zijn.” Via dit bedrijf kwam Van Bruggen ook in contact met het plastic recyclebedrijf Axion in Manchester. Daar doet ze tussen 13 en 29 april haar bacheloronderzoek naar de degradatie van plastic. 

Op allerlei manieren probeert Van Bruggen haar inzicht in plastic te vergroten. Ze volgde al het vak chemische nanotechnologie bij scheikunde. Voor de komende periode staat het vak designing and manufacturing of plastic products op het programma. Dit alles met het doel om het bedrijf van Mzungu optimaal te kunnen helpen en uiteindelijk zelf een product in de markt te zetten.

“Ik wil graag leren ondernemen. Wellicht zet ik een product in de westerse markt. Ik heb nog geen concrete plannen. De speelgoedauto’s kunnen niet zomaar op onze markt geïntroduceerd worden, omdat de grondstoffen in het plastic getraceerd moeten kunnen worden. Dat is lastig bij gerecycled afvalplastic dat is ingezameld door daklozen. Toch wil je het wel op deze manier blijven doen, zodat de daklozen hun werk niet verliezen.” Ook zou het kunnen dat Van Bruggen een product ontwikkelt voor de Keniaanse markt. Ze denkt bijvoorbeeld aan een waterpomp van plastic. 

Voor het ontwerpen van het uiteindelijke product zocht ze contact met ontwerpbureau Ideal & Co, dat wel vaker projecten doet in ontwikkelingslanden. Dit bureau beloofde haar te helpen. Voordat het zover is, is er echter nog het nodige werk aan de winkel. Van Bruggen gaat nu op zoek naar sponsors voor Mzungu’s bedrijf. Voor zichzelf hoopt ze een beurs te kunnen bemachtigen. Na de zomer volgt ze eerst het vak ‘bedrijfsanalyses in ondernemerschap’. Dan kan de onderneming beginnen en reist ze voor twee maanden naar Kenia, om zelf te zien hoe het er in het recyclebedrijf van Mzungu aan toe gaat en om de Keniaanse markt te verkennen. Inmiddels is ze helemaal into het plastic: “Het komt op mijn pad en ik moet er wat mee.” 

Emma van Bruggen zoekt nog een medestudent(e) die het onderzoek samen met haar wil doen en met haar mee wil naar Kenia. Heb je interesse? Mail dan naar: vanbruggen.emma@gmail.com

45 Miljoen euro wil de TU de komende drie jaar besparen. Bijna 32 miljoen komt bij de faculteiten vandaan. Hen is gevraagd op vier manieren geld te besparen. Ze moesten de eigen bedrijfsvoering aanpakken, het eigen onderzoek en het onderwijs. Daarnaast moeten ze op verschillende onderzoeksgebieden samenwerken.

Op het eigen onderzoek besparen de faculteiten het meest, blijkt uit een optelsom: 12,3 miljoen voor alle acht samen. Op bedrijfsvoering gaan ze 9 miljoen inleveren en interfacultaire samenwerking moet tot een besparing van 7,4 miljoen euro leiden. Het onderwijs moet 3,2 miljoen goedkoper.

De faculteiten besparen zowel in absolute als relatieve aantallen niet evenveel. Bij Bouwkunde gaat het om een totaal van 5,9 miljoen. Een groot deel daarvan (3,6 miljoen) moet komen een reorganisatie van het eigen onderzoek.

Civiele Techniek en Geowetenschappen moet in totaal 4,8 miljoen euro besparen. Ook hier komt de grootste geldsom (3,9 miljoen) uit het reorganiseren van onderzoek. De faculteit Techniek, Bestuur en Management is de derde faculteit die bij het eigen onderzoek de grootste hoeveelheid geld wil weghalen: 1,8 miljoen op een totale besparing van 2,5 miljoen euro.

Technische Natuurwetenschappen en Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek bezuinigen beide vooral op interne bedrijfsvoering, respectievelijk 3,0 miljoen (op een totale besparing van 4,2) en 1,8 miljoen (op een totale besparing van 2,9). Hetzelfde geldt voor Industrieel Ontwerpen: 1,3 miljoen euro van de 1,7 miljoen die totaal wordt bespaard.

De faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen (3mE) hoopt het grootste deel van haar besparing te realiseren door interfacultaire samenwerking: 1,6 miljoen euro op een totale besparing van 3,7 miljoen.

Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica moet in totaal 6,2 miljoen euro bezuinigen. Twee derde daarvan komt doordat onderzoeksinstituut Dimes zichzelf moet gaan bedruipen. Verder moet een reorganisatie van het onderzoek op de faculteit 1,4 miljoen euro opleveren.

Ook de universiteitsdienst ontspringt de dans niet. Zij moet samen 11,2 miljoen euro besparen. In absolute getallen moet vooral de afdeling ict inleveren: 2,5 miljoen. Daarop volgen facilitair management en vastgoed met 2 miljoen euro en de universiteitsbibliotheek met 1,7 miljoen.

Meer over de plannen van de ondersteunende diensten in Delta 19 van 3 juni 2010.