Minister Bussemaker wil dat het maximumsalaris van onderwijsbestuurders niet sneller stijgt dan dat van het personeel. Op die manier maakt iedereen “onderdeel uit van de schoolgemeenschap”.
Minister Bussemaker zei dat vandaag tijdens een debat in de Tweede Kamer. Veel parlementariërs vinden het kwalijk dat sommige bestuurders steeds meer zijn gaan verdienen, terwijl docenten vanwege bezuinigingen al jarenlang op de nullijn staan.
Onderwijsbestuurders moeten zich houden aan de Wet normering topinkomens. In 2014 mogen universiteitsbestuurders maximaal 130 procent verdienen van een ministerssalaris: 230.474 euro. Hogeschoolbestuurders moeten het met iets minder stellen: hooguit 199.905 euro. In een ministeriële regeling wil Bussemaker vastleggen dat dit zogeheten ‘sectorale maximum’ gelijke tred houdt met de loonontwikkeling in de rest van de sector.
Een deel van de Tweede Kamer wil collegevoorzitters en schoolhoofden liever strakker in het gareel houden: D66 en de SP stelden voor om alle bestuurders weer terug te brengen in de reguliere onderwijs-cao. Maar daar ziet Bussemaker niets in. “We willen het onderwijs een eigen verantwoordelijkheid geven. Bovendien is het niet mogelijk om als overheid al te zeer in te grijpen in onderhandelingen tussen sociale partners.”
Comments are closed.