De ambitieuze doelstellingen van het Rowing Talent Center Zuid-Holland zijn niet gehaald. Dat schrijft redacteur Thomas Frederikse in het nieuwste Varsity Magazine. De oud-Lagaaier zet vraagtekens bij de –inmiddels gestopte- sponsoring door de TU.
In november 2011 maakte Delta melding van de oprichting van het Rowing Talent Center Zuid-Holland, een regionaal centrum waar talentvolle roeiers door topcoaches zouden worden getraind en opgeleid. ‘Doel is om de meest succesvolle regio van Nederland te worden in de roeisport en internationaal – het liefst Olympisch – te scoren’, meldde het persbericht.
De in juni 2012 te openen Rotterdamse Willem-Alexanderbaan diende als thuisbasis. Het project was een samenwerking tussen vier studentenroeiverenigingen: Laga en Proteus uit Delft en Skadi en De Maas uit Rotterdam, met (financiële) steun van Stichting Rotterdam Topsport, de KNRB en de TU Delft.
Het begint goed, volgens Thomas Frederikse in zijn verhaal ‘De opkomst en stranding van een regionaal talentencentrum’. Met de Amerikaanse succescoach John Parker en coach Ans Rom Colthoff worden twee grote namen in huis gehaald. Er worden sparsessies georganiseerd, potentiële talenten gescout en een trainingskamp in Sevilla belegd. Het werkt, want een flink aantal roeiers weet door te stromen naar de top.
Frederikse, die diverse betrokkenen raadpleegde, verhaalt vervolgens over het komen en gaan van topcoaches na het snelle vertrek van Parker, over een beleidsmatig zwalkende roeibond en verslechterende verhoudingen tussen de partijen.
Als oud-Lagaaier en Olympiër Jochem Verberne als bestuursvoorzitter aantreedt, zijn de aanvankelijk zo ambitieuze plannen afgezwakt. Er stromen nog steeds veel roeiers door naar de nationale seniorenselecties, maar de samenwerking laat te wensen over. Als er in de ogen van de TU Delft, die graag had gezien dat ook de Erasmus Universiteit in het project had geparticipeerd, van het afgesproken onderzoek naar sportinnovatie en het vermarkten van topresultaten weinig terecht komt, zegt de universiteit haar partnerschap per 1 september 2015 op.
“Het opzetten van een internationaal toproeicentrum is niet gelukt en dat is jammer”, concludeert Frederikse, die zich afvraagt in hoeverre een universiteit – dromend van gouden sportsuccessen van haar studenten – moet investeren in projecten die vaak weinig succesvol eindigen.
Verberne betreurt het in een reactie dat de nadruk in het artikel ligt op de onvrede bij de TU en het besluit om met het RTC-ZH te breken. “Zowel de roeiprestaties (waar het uiteindelijk om gaat) als de samenwerking zijn meetbaar verbeterd sinds de komst van het centrum en dat wordt onderstreept door de overgebleven partijen.” Bij die partijen hebben zich inmiddels ook de Leidse studentenroeiverenigingen Njord en Asopos De Vliet aangesloten. “Na een onrustig jaar in 2015 en veel overleg staan de neuzen gewoon weer dezelfde kant op. Ook met de TU is er een prima relatie en het zou kunnen dat we in de toekomst toch weer gaan samenwerken.”
Zie ook:
TU stopt ondersteuning aan roeitalentencentrum
Comments are closed.