Campus

‘Oude vrienden noemen me nu

De bul is binnen. Maar dit papiertje is niet de enige bagage die de afgestudeerde meeneemt in zijn koffer naar de grote-mensenwereld. Hoe verander je in zes jaar Delft?

‘Studenten vond ik vroeger stoer’

Ada Beuling is niet meer naïef

Als achttienjarige was Ada Beuling (26) nog een beetje naïef. Ze herinnert het zich nog goed: ,,Ik vertrouwde iedereen. Ik heb een keer een schoorsteenveger binnengelaten en die heeft ons enorm belazerd. Hij zette kapjes op het dak en rekende daarvoor vierhonderd gulden per stuk. Gelukkig heeft de huisbaas dat moeten betalen, maar die vent heeft ook nog van alles uit mijn kamer meegestolen. Dat zou me nu niet zo gauw meer gebeuren.”

Beuling hield vrijdag haar afstudeerpraatje bij Bouwkunde. Acht jaar nadat ze van de middelbare school kwam, en inmiddels met lang haar en een paar kilootjes zwaarder dan toen ze begon met studeren. ,,Maar dat is vooral een erfenis uit het eerste jaar in Groningen. Daarna is er ook wel weer wat afgegaan. Het verschil tussen de hts en de TU is redelijk groot. In Groningen kreeg je een opdracht en als je die had voltooid, was het goed. Hier moet je zelf uitvinden hoe het in elkaar zit. Je ontwikkelt je denkvermogen veel meer. Maar ik ben blij dat ik eerst hts gedaan heb, omdat de stap direct naar de universiteit waarschijnlijk te groot geweest was. Ik wilde het ook een beetje relaxed hebben, en zulke hoge cijfers haalde ik niet op de middelbare school.”

,,Doordat ik hier in Delft fanatiek roei bij Proteus heb ik de laatste jaren minder behoefte aan feesten. Nu ik bij de wedstrijdroeiers hoor is mijn leefwijze wel veranderd. Roeien komt op één. Met de studie was ik iets minder fanatiek, maar ik wilde wel alles goed doen. Of ik het weer zo zou doen? Waarschijnlijk zou ik nu eerder beginnen met wedstrijdroeien. Ik mis nu een aantal jaren om goed door te kunnen bouwen.”

Ook kijkt ze tegenwoordig anders naar studenten. ,,Ik vond ze vroeger heel stoer. Waarom? Het is toch een bepaalde wereld, waarin iedereen heel zelfverzekerd lijkt. Dat leek me wel wat. En ook tegen docenten kijk ik tegenwoordig heel anders aan. Als je bezig bent met afstuderen zie je dat ze er zijn om je iets te leren, niet om een beetje de wijze man uit te hangen.”

‘Natuurkunde en geloof conflicteren af en toe’

Arie Bouw stelde zijn mening bij

Als jonge jongen vertrok Arie Bouw in 1992 vanuit Hardinxveld-Giessendam richting Delft. Om zijn jongensdroom in vervulling te laten gaan: studeren aan de TU. Nu, zes jaar later is hij naar eigen zeggen niet veel veranderd: alleen maar een beetje kaler. ,,Maar dat vind ik niet zo erg. Je kunt er toch niets aan doen.”

,,Ik ben veel zekerder geworden sinds ik in 1992 in Delft kwam. Je moet opeens alles zelf regelen. Ja, dat ging me eigenlijk wel soepel af. En je bent als student wat meer relaxed, wat ranziger. Dat vertraagde mijn studie wel iets.”

Bouw werd nooit lid van een vereniging. ,,Als ik het over zou moeten doen, zou ik dat waarschijnlijk wel doen. Het maken van vrienden is in Delft vrij lastig buiten de verenigingen om. Van welke vereniging ik dan lid zou worden? CSR. Ik ben van huis uit Nederlands-Hervormd, vandaar. Ik woon ook in een christelijk huis.”

Zijn mening over de bijbel stelde Bouw op sommige punten bij sinds hij in Delft kwam. ,,Natuurkunde en geloof conflicteren af en toe. Dat merk je toch wel. Ik heb altijd geleerd dat God de aarde heeft geschapen. Ik ben anders gaan denken: het zou best eens kunnen zijn dat de aarde er al was, door een Big Bang ofzo, en dat God alleen het leven heeft geschapen. Het scheppingsverhaal ben ik anders gaan interpreteren, doordat ik bij Natuurkunde geconfronteerd ben met het fundamentele. Maar nog steeds sluit ik uit dat uit de Big Bang leven is ontstaan is.”

Binnenkort trouwt Bouw met zijn vriendin. Dan keert hij ook direct terug naar zijn geboortegrond in Hardinxveld-Giessendam. ,,Daar in de Alblasserwaard heerst een christelijke cultuur. Sommigen zullen wel stug zijn in het accepteren van mijn bijgestelde mening. Ze zijn veel strikter en interpreteren de bijbel heel letterlijk. Of ik dat ga proberen te veranderen? Nee, dat vind ik niet zo belangrijk.”

‘Het meest geleerd van mijn bestuursjaar’

Maarten Koopmans kwam 25 kilo aan

,,Of ik fysiek veranderd ben? Toen ik hier kwam woog ik 72 kilo.” Inmiddels blijft Maarten Koopmans (25), die in augustus bij Civiele Techniek afstudeert, net onder de 100 kilo. ,,Dat is vooral te wijten aan mijn bestuursjaar bij Virgiel. Toen is het redelijk hard gegaan. Je drinkt wat maar dan normaal, en er zijn wat sjieke diners. Dat tikt wel aan. Eerst dacht ik nog dat het er zo wel weer af zou gaan, maar dat valt tegen.

Dat bestuursjaar heeft me veranderd. Ik heb gezien wat ik leuk vond om te doen. Mijn studie vond ik vanaf het begin toch niet zo geweldig, maar het omgaan met mensen en het regelen van dingen, een beetje managen, vond ik heel leuk. Daar wil ik ook wel in verder.

Je leert hoe mensen in elkaar zitten, hoe je in bepaalde situaties moet reageren. Ik denk zelfs dat ik aan mijn Virgieltijd meer gehad heb dan aan mijn studie zelf. Maar als je de studie niet zo leuk vindt, trek je je ook wel op aan andere dingen natuurlijk.

Tijdens mijn bestuursjaar overleed een personeelslid en er was een geval van nekkramp. Dat zijn onverwachte situaties waarin je liever niet terecht komt. Het is moeilijk te zeggen wat je daarvan leert, maar het is wel een ervaring die je met je meedraagt.”

Het lang-leve-de-lol-leven, waarin het hele huis elke ochtend Koffietijd en Oprah keek, heeft Koopmans inmiddels wel achter zich gelaten. ,,Tijdens je afstuderen onderga je eenmentaliteitsverandering. Ik woon nu in een huis waar iedereen bij een bedrijf afstudeert en dat merk je wel. Een nieuw ritme: iedere dag om zeven uur op en om half zeven weer thuis. Het hele huis ligt om elf uur op bed. Ken je zo’n studentenhuis? Tegenwoordig wordt er gevloekt als er om twaalf uur ‘s avonds nog gebeld wordt. Terwijl we vroeger vloekten als er om negen uur ‘s ochtends iemand belde. Nu is er op dat tijdstip niet eens meer iemand thuis.”

‘Eigenlijk ben ik nog precies hetzelfde’

Anke Swinkels zocht de gezelligheid

De laatste van het inmiddels al niet meer actieve dispuut Technisch Blond, waarin acht blonde schonen van de eerste TB-lichting uit 1992 zich ludiek verenigden. Anke Swinkels (24) studeerde afgelopen vrijdag af bij Technische Bestuurskunde.,,We hadden gewoon een hele leuke band met die eerste generatie TB-ers.”

Swinkels vindt niet dat ze echt veranderd is. ,,Nee, ik ben niet gevormd door Delft ofzo. Ik ben ook niet het type om gevormd te worden. Eigenlijk ben ik nog precies hetzelfde al zes jaar terug. Op de middelbare school was ik al best zelfstandig. Veel mensen veranderen als ze gaan studeren omdat ze thuis niets mochten, die mensen slaan los. Ik mocht alles al thuis. Vroeger ging ik ook al veel met jongens om en in Delft gebeurt dat ook.

Waar ik wel ben achtergekomen, is dat ik niet goed alleen kan zijn. Drie jaar lang heb ik in een huis met vier meisjes gewoond, maar daar was bijna nooit iemand thuis. Daar kon ik niet goed tegen. Bij mijn ouders had ik altijd veel mensen om mij heen. We hadden een groot gezin en alle vriendjes kwamen altijd bij ons spelen. Ik wilde weer naar een huis waar het vaak gezellig was.” De keuze om vier maanden alleen naar Parijs te gaan was dan ook opvallend. ,,Ik vond het belangrijk om toch ook een keer alleen weg te zijn. Ik wilde iets rechtzetten. Dat was belangrijker dan het studeren daar. Ik ben mezelf een paar keer flink tegengekomen. Je leert in zo’n andere stad wat breder kijken, je leert hoe anderen denken. Er zijn zoveel verschillende mensen. Delft is wat dat betreft misschien een beetje beperkt.”

Uiteindelijk is ze dus toch niet helemaal dezelfde als na de middelbare school, geeft Swinkels toe. ,,Ik was in mijn eerste jaar al hartstikke bang voor mijn afstudeerpraatje, maar door de commissies die ik gedaan heb op Virgiel heb ik toch wel leren praten in het openbaar. Ik was vrijdag niet zo zenuwachtig.”

‘Niet op je kamertje blijven zitten’

Vanessa van Eijk kreeg zelfvertrouwen

,,Als je je maar inzet, merk je dat je heel erg veel kunt regelen. En dan kom je uiteindelijk ook wel van je telefoonangst af.” Dat leerde Vanessa van Eijk (23) van haar commissieleven bij Jansbrug. ,,Ik heb een kennismakingskamp en een Owee georganiseerd. Dat heeft me wel veranderd. Ik ben veel socialer geworden doordat ik die commissies gedaan heb.Ja, misschien ben ik die commissies ook wel gaan doen omdat ik onzeker was.”

Van Eijk begon in 1992 met de studie industrieel ontwerpen. Afgelopen vrijdag rondde ze die af. ,,Ik weet nu veel beter wat ik wil. Voordat ik naar Delft kwam, wist ik absoluut niet of ik echt IO wilde studeren. Misschien was het wel te moeilijk voor mij. Vooral de technische vakken lagen me niet echt. Inzicht hebben kun je ook niet echt leren. Maar ook die vakken heb ik uiteindelijk allemaal gehaald. Een prof zei laatst zelfs, toen hij mijn cijferlijst zag, dat ik vast liever technische vakken deed dan andere vakken. Maar hij kende me ook niet zo heel goed.”

Voor Van Eijk gold, dat de studie belangrijk was, maar zeker niet ten koste moest gaan van alles. ,,Het was bij mij zelfs zo: als ik veel dingen naast mijn studie deed, ging het studeren zelf ook beter. Je hebt dan wat afleiding, je praat met anderen over je studie en dat levert vaak nieuwe ideeën op. Dat is beter dan op je kamertje blijven zitten. Misschien had ik wel veel eerder actief moeten worden. Alhoewel, misschien wordt het dan wel allemaal teveel.”

Inmiddels is ze van haar onzekerheid af. ,,Maar mijn eerste baan wordt toch wel weer spannend. Je wordt opnieuw in het diepe gegooid. Ik heb wel meer zelfvertrouwen gekregen; eerst solliciteerde ik niet voor de beste banen, maar inmiddels denk ik bij mezelf: waarom niet, je ziet vanzelf wel of het foutgaat.”

‘Ik ben wel anders naar geld gaan kijken’

Freek Kneepkens had de trucjes snel door

,,Zulke vragen kun je misschien beter aan mijn moeder stellen”, lacht Freek Kneepkens (26). ,,Die vindt vast wel dat er veel veranderd is. Zelf denk je meestal dat je niet zoveel verandert, omdat het zo geleidelijk gaat.”

Voordat Kneepkens in 1991 naar Delft kwam, was hij een jaar in Mozambique. ,,Bij een import- en exportbedrijf kon ik werken. Daar heb ik al een boel geleerd op het menselijke vlak. Je ziet er de armoede van dichtbij. Eigenlijk zou iedereen dat een keer gezien moeten hebben. Het is wel opvallend dat bij de jaarclubvorming bleek, dat in onze groep veel mensen zaten die er een jaar tussenuit geweest waren na de middelbare school. Ik wil niet suggereren dat wij volwassener waren, maar je deelt toch ongeveer dezelfde ervaringen.”

In zijn bestuursjaar bij Virgiel leerde Kneepkens met geld omgaan. ,,Ik ben wel anders naar geld gaan kijken. Secuurder. Ik vond mezelf voor dat jaar niet nauwkeurig genoeg, en ik vroeg me af of ik dat wel zou kunnen zijn. Daarom wilde ik penningmeester worden. Geld was eerst meer een middel om te kunnen leven. Dat is het natuurlijk nog steeds wel, maar ik ben er nu ook op een andere manier mee bezig. Ik lees bijvoorbeeld in de krant af en toe de economische artikelen.”

De laatste jaren, nadat hij een vakgroep koos bij Lucht- en Ruimtevaart, is Kneepkens veel serieuzer met zijn studie bezig. ,,De eerste jaren was ik ook wel serieus, maar op een andere manier. Je leert om een tentamen te halen, terwijl je niet kijkt naar de studie als geheel. Toen ik naar deuniversiteit ging dacht ik: nu wordt het echt een keer moeilijk. Dat viel uiteindelijk ook wel weer tegen.

De eerste periode ben ik flink op mijn bek gegaan, maar vervolgens kreeg ik door hoe je er eenvoudig doorheen kunt rollen. Het is wel moeilijk, maar als je ervoor werkt blijkt het gewoon haalbaar te zijn. En soms kun je een tentamen dat als lastig bekend staat halen door een paar trucjes te kennen. Dat valt in de laatste fase overigens wel mee: bij een vakgroep is het wel diepgaand, je volgt ook je eigen interesse. Daar ben ik wel serieuzer mee omgegaan.”

‘Ik was het prototype suffe Limbo’

Ralf Prevaas werd een beetje ballerig

,,Mijn kleding is wat minder alto nu.” Ralf Prevaas (24) draagt een afritsbroek en een lichtblauw overhemd. ,,Toen ik hier kwam had ik een heleboel zwarte T-shirts van rockbands. Dat is er wel uit nu. Op een gegeven moment heb je het daar wel mee gehad. Nu zijn die shirts ingeruild voor wat nettere overhemden. Ja, ik ben wel een beetje ballerig geworden, maar dat is standaard voor Delft.”

Sinds 1992 liep Prevaas rond bij Werktuigbouwkunde. ,,Toen ik hier kwam was ik het prototype van een suffe Limbo: rustig, verlegen, stil. Ik kreeg ook regelmatig opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd over mijn accent. Dat is inmiddels grotendeels verdwenen. Inmiddels maak ik zelf als ik terug ben ook opmerkingen over het Limburgse taalgebruik. Nee, dat wordt daar niet echt gewaardeerd.”

Het verschil tussen de Randstad en Limburg merkte Prevaas redelijk goed. ,,Hier zie je op straat regelmatig scheldende mensen. In Limburg zul je dat niet zo snel zien. En iedereen zegt hier direct wat hij van je vindt. Dat is niet onvriendelijk, maar vooral opener. Daar moet je aan wennen, maar het bevalt me eigenlijk stukken beter dan de Limburgse mentaliteit. Daar gaat alles veel tactischer en wat beschaafder.

Nu ben ik ook wat meer een blaataap. Ik trek eerder mijn bek open als iemand me probeert af te zeiken. Dat komt wel door Virgiel. De omgeving daar is veel harder dan ik gewend was. Er wordt van je verwacht dat je wat meer voor jezelf opkomt. Ja, dat vind ik wel positief. Ik ben ook wat arroganter geworden, nóg arroganter. Ik kom niet erg arrogant over, maar ik ben het vaak wel denk ik. Wanneer? Nee, laten we het daar niet over hebben.”

Zijn oude vrienden uit Limburg schrokken wel een beetje toen ze op zijn afstudeerborrel op Virgiel kwamen. ,,Dit hadden ze niet echt verwacht, jasje dasje enzo. Zij zien goed dat ik veranderd ben. Ze studeren zelf niet en ik word dan ook ‘het balletje’ genoemd. Da’s alleen maar leuk. Ik vind het wel grappig als mensen je in een hokje proberen te stoppen.”

,,,,,,

‘Studenten vond ik vroeger stoer’

Ada Beuling is niet meer naïef

Als achttienjarige was Ada Beuling (26) nog een beetje naïef. Ze herinnert het zich nog goed: ,,Ik vertrouwde iedereen. Ik heb een keer een schoorsteenveger binnengelaten en die heeft ons enorm belazerd. Hij zette kapjes op het dak en rekende daarvoor vierhonderd gulden per stuk. Gelukkig heeft de huisbaas dat moeten betalen, maar die vent heeft ook nog van alles uit mijn kamer meegestolen. Dat zou me nu niet zo gauw meer gebeuren.”

Beuling hield vrijdag haar afstudeerpraatje bij Bouwkunde. Acht jaar nadat ze van de middelbare school kwam, en inmiddels met lang haar en een paar kilootjes zwaarder dan toen ze begon met studeren. ,,Maar dat is vooral een erfenis uit het eerste jaar in Groningen. Daarna is er ook wel weer wat afgegaan. Het verschil tussen de hts en de TU is redelijk groot. In Groningen kreeg je een opdracht en als je die had voltooid, was het goed. Hier moet je zelf uitvinden hoe het in elkaar zit. Je ontwikkelt je denkvermogen veel meer. Maar ik ben blij dat ik eerst hts gedaan heb, omdat de stap direct naar de universiteit waarschijnlijk te groot geweest was. Ik wilde het ook een beetje relaxed hebben, en zulke hoge cijfers haalde ik niet op de middelbare school.”

,,Doordat ik hier in Delft fanatiek roei bij Proteus heb ik de laatste jaren minder behoefte aan feesten. Nu ik bij de wedstrijdroeiers hoor is mijn leefwijze wel veranderd. Roeien komt op één. Met de studie was ik iets minder fanatiek, maar ik wilde wel alles goed doen. Of ik het weer zo zou doen? Waarschijnlijk zou ik nu eerder beginnen met wedstrijdroeien. Ik mis nu een aantal jaren om goed door te kunnen bouwen.”

Ook kijkt ze tegenwoordig anders naar studenten. ,,Ik vond ze vroeger heel stoer. Waarom? Het is toch een bepaalde wereld, waarin iedereen heel zelfverzekerd lijkt. Dat leek me wel wat. En ook tegen docenten kijk ik tegenwoordig heel anders aan. Als je bezig bent met afstuderen zie je dat ze er zijn om je iets te leren, niet om een beetje de wijze man uit te hangen.”

‘Natuurkunde en geloof conflicteren af en toe’

Arie Bouw stelde zijn mening bij

Als jonge jongen vertrok Arie Bouw in 1992 vanuit Hardinxveld-Giessendam richting Delft. Om zijn jongensdroom in vervulling te laten gaan: studeren aan de TU. Nu, zes jaar later is hij naar eigen zeggen niet veel veranderd: alleen maar een beetje kaler. ,,Maar dat vind ik niet zo erg. Je kunt er toch niets aan doen.”

,,Ik ben veel zekerder geworden sinds ik in 1992 in Delft kwam. Je moet opeens alles zelf regelen. Ja, dat ging me eigenlijk wel soepel af. En je bent als student wat meer relaxed, wat ranziger. Dat vertraagde mijn studie wel iets.”

Bouw werd nooit lid van een vereniging. ,,Als ik het over zou moeten doen, zou ik dat waarschijnlijk wel doen. Het maken van vrienden is in Delft vrij lastig buiten de verenigingen om. Van welke vereniging ik dan lid zou worden? CSR. Ik ben van huis uit Nederlands-Hervormd, vandaar. Ik woon ook in een christelijk huis.”

Zijn mening over de bijbel stelde Bouw op sommige punten bij sinds hij in Delft kwam. ,,Natuurkunde en geloof conflicteren af en toe. Dat merk je toch wel. Ik heb altijd geleerd dat God de aarde heeft geschapen. Ik ben anders gaan denken: het zou best eens kunnen zijn dat de aarde er al was, door een Big Bang ofzo, en dat God alleen het leven heeft geschapen. Het scheppingsverhaal ben ik anders gaan interpreteren, doordat ik bij Natuurkunde geconfronteerd ben met het fundamentele. Maar nog steeds sluit ik uit dat uit de Big Bang leven is ontstaan is.”

Binnenkort trouwt Bouw met zijn vriendin. Dan keert hij ook direct terug naar zijn geboortegrond in Hardinxveld-Giessendam. ,,Daar in de Alblasserwaard heerst een christelijke cultuur. Sommigen zullen wel stug zijn in het accepteren van mijn bijgestelde mening. Ze zijn veel strikter en interpreteren de bijbel heel letterlijk. Of ik dat ga proberen te veranderen? Nee, dat vind ik niet zo belangrijk.”

‘Het meest geleerd van mijn bestuursjaar’

Maarten Koopmans kwam 25 kilo aan

,,Of ik fysiek veranderd ben? Toen ik hier kwam woog ik 72 kilo.” Inmiddels blijft Maarten Koopmans (25), die in augustus bij Civiele Techniek afstudeert, net onder de 100 kilo. ,,Dat is vooral te wijten aan mijn bestuursjaar bij Virgiel. Toen is het redelijk hard gegaan. Je drinkt wat maar dan normaal, en er zijn wat sjieke diners. Dat tikt wel aan. Eerst dacht ik nog dat het er zo wel weer af zou gaan, maar dat valt tegen.

Dat bestuursjaar heeft me veranderd. Ik heb gezien wat ik leuk vond om te doen. Mijn studie vond ik vanaf het begin toch niet zo geweldig, maar het omgaan met mensen en het regelen van dingen, een beetje managen, vond ik heel leuk. Daar wil ik ook wel in verder.

Je leert hoe mensen in elkaar zitten, hoe je in bepaalde situaties moet reageren. Ik denk zelfs dat ik aan mijn Virgieltijd meer gehad heb dan aan mijn studie zelf. Maar als je de studie niet zo leuk vindt, trek je je ook wel op aan andere dingen natuurlijk.

Tijdens mijn bestuursjaar overleed een personeelslid en er was een geval van nekkramp. Dat zijn onverwachte situaties waarin je liever niet terecht komt. Het is moeilijk te zeggen wat je daarvan leert, maar het is wel een ervaring die je met je meedraagt.”

Het lang-leve-de-lol-leven, waarin het hele huis elke ochtend Koffietijd en Oprah keek, heeft Koopmans inmiddels wel achter zich gelaten. ,,Tijdens je afstuderen onderga je eenmentaliteitsverandering. Ik woon nu in een huis waar iedereen bij een bedrijf afstudeert en dat merk je wel. Een nieuw ritme: iedere dag om zeven uur op en om half zeven weer thuis. Het hele huis ligt om elf uur op bed. Ken je zo’n studentenhuis? Tegenwoordig wordt er gevloekt als er om twaalf uur ‘s avonds nog gebeld wordt. Terwijl we vroeger vloekten als er om negen uur ‘s ochtends iemand belde. Nu is er op dat tijdstip niet eens meer iemand thuis.”

‘Eigenlijk ben ik nog precies hetzelfde’

Anke Swinkels zocht de gezelligheid

De laatste van het inmiddels al niet meer actieve dispuut Technisch Blond, waarin acht blonde schonen van de eerste TB-lichting uit 1992 zich ludiek verenigden. Anke Swinkels (24) studeerde afgelopen vrijdag af bij Technische Bestuurskunde.,,We hadden gewoon een hele leuke band met die eerste generatie TB-ers.”

Swinkels vindt niet dat ze echt veranderd is. ,,Nee, ik ben niet gevormd door Delft ofzo. Ik ben ook niet het type om gevormd te worden. Eigenlijk ben ik nog precies hetzelfde al zes jaar terug. Op de middelbare school was ik al best zelfstandig. Veel mensen veranderen als ze gaan studeren omdat ze thuis niets mochten, die mensen slaan los. Ik mocht alles al thuis. Vroeger ging ik ook al veel met jongens om en in Delft gebeurt dat ook.

Waar ik wel ben achtergekomen, is dat ik niet goed alleen kan zijn. Drie jaar lang heb ik in een huis met vier meisjes gewoond, maar daar was bijna nooit iemand thuis. Daar kon ik niet goed tegen. Bij mijn ouders had ik altijd veel mensen om mij heen. We hadden een groot gezin en alle vriendjes kwamen altijd bij ons spelen. Ik wilde weer naar een huis waar het vaak gezellig was.” De keuze om vier maanden alleen naar Parijs te gaan was dan ook opvallend. ,,Ik vond het belangrijk om toch ook een keer alleen weg te zijn. Ik wilde iets rechtzetten. Dat was belangrijker dan het studeren daar. Ik ben mezelf een paar keer flink tegengekomen. Je leert in zo’n andere stad wat breder kijken, je leert hoe anderen denken. Er zijn zoveel verschillende mensen. Delft is wat dat betreft misschien een beetje beperkt.”

Uiteindelijk is ze dus toch niet helemaal dezelfde als na de middelbare school, geeft Swinkels toe. ,,Ik was in mijn eerste jaar al hartstikke bang voor mijn afstudeerpraatje, maar door de commissies die ik gedaan heb op Virgiel heb ik toch wel leren praten in het openbaar. Ik was vrijdag niet zo zenuwachtig.”

‘Niet op je kamertje blijven zitten’

Vanessa van Eijk kreeg zelfvertrouwen

,,Als je je maar inzet, merk je dat je heel erg veel kunt regelen. En dan kom je uiteindelijk ook wel van je telefoonangst af.” Dat leerde Vanessa van Eijk (23) van haar commissieleven bij Jansbrug. ,,Ik heb een kennismakingskamp en een Owee georganiseerd. Dat heeft me wel veranderd. Ik ben veel socialer geworden doordat ik die commissies gedaan heb.Ja, misschien ben ik die commissies ook wel gaan doen omdat ik onzeker was.”

Van Eijk begon in 1992 met de studie industrieel ontwerpen. Afgelopen vrijdag rondde ze die af. ,,Ik weet nu veel beter wat ik wil. Voordat ik naar Delft kwam, wist ik absoluut niet of ik echt IO wilde studeren. Misschien was het wel te moeilijk voor mij. Vooral de technische vakken lagen me niet echt. Inzicht hebben kun je ook niet echt leren. Maar ook die vakken heb ik uiteindelijk allemaal gehaald. Een prof zei laatst zelfs, toen hij mijn cijferlijst zag, dat ik vast liever technische vakken deed dan andere vakken. Maar hij kende me ook niet zo heel goed.”

Voor Van Eijk gold, dat de studie belangrijk was, maar zeker niet ten koste moest gaan van alles. ,,Het was bij mij zelfs zo: als ik veel dingen naast mijn studie deed, ging het studeren zelf ook beter. Je hebt dan wat afleiding, je praat met anderen over je studie en dat levert vaak nieuwe ideeën op. Dat is beter dan op je kamertje blijven zitten. Misschien had ik wel veel eerder actief moeten worden. Alhoewel, misschien wordt het dan wel allemaal teveel.”

Inmiddels is ze van haar onzekerheid af. ,,Maar mijn eerste baan wordt toch wel weer spannend. Je wordt opnieuw in het diepe gegooid. Ik heb wel meer zelfvertrouwen gekregen; eerst solliciteerde ik niet voor de beste banen, maar inmiddels denk ik bij mezelf: waarom niet, je ziet vanzelf wel of het foutgaat.”

‘Ik ben wel anders naar geld gaan kijken’

Freek Kneepkens had de trucjes snel door

,,Zulke vragen kun je misschien beter aan mijn moeder stellen”, lacht Freek Kneepkens (26). ,,Die vindt vast wel dat er veel veranderd is. Zelf denk je meestal dat je niet zoveel verandert, omdat het zo geleidelijk gaat.”

Voordat Kneepkens in 1991 naar Delft kwam, was hij een jaar in Mozambique. ,,Bij een import- en exportbedrijf kon ik werken. Daar heb ik al een boel geleerd op het menselijke vlak. Je ziet er de armoede van dichtbij. Eigenlijk zou iedereen dat een keer gezien moeten hebben. Het is wel opvallend dat bij de jaarclubvorming bleek, dat in onze groep veel mensen zaten die er een jaar tussenuit geweest waren na de middelbare school. Ik wil niet suggereren dat wij volwassener waren, maar je deelt toch ongeveer dezelfde ervaringen.”

In zijn bestuursjaar bij Virgiel leerde Kneepkens met geld omgaan. ,,Ik ben wel anders naar geld gaan kijken. Secuurder. Ik vond mezelf voor dat jaar niet nauwkeurig genoeg, en ik vroeg me af of ik dat wel zou kunnen zijn. Daarom wilde ik penningmeester worden. Geld was eerst meer een middel om te kunnen leven. Dat is het natuurlijk nog steeds wel, maar ik ben er nu ook op een andere manier mee bezig. Ik lees bijvoorbeeld in de krant af en toe de economische artikelen.”

De laatste jaren, nadat hij een vakgroep koos bij Lucht- en Ruimtevaart, is Kneepkens veel serieuzer met zijn studie bezig. ,,De eerste jaren was ik ook wel serieus, maar op een andere manier. Je leert om een tentamen te halen, terwijl je niet kijkt naar de studie als geheel. Toen ik naar deuniversiteit ging dacht ik: nu wordt het echt een keer moeilijk. Dat viel uiteindelijk ook wel weer tegen.

De eerste periode ben ik flink op mijn bek gegaan, maar vervolgens kreeg ik door hoe je er eenvoudig doorheen kunt rollen. Het is wel moeilijk, maar als je ervoor werkt blijkt het gewoon haalbaar te zijn. En soms kun je een tentamen dat als lastig bekend staat halen door een paar trucjes te kennen. Dat valt in de laatste fase overigens wel mee: bij een vakgroep is het wel diepgaand, je volgt ook je eigen interesse. Daar ben ik wel serieuzer mee omgegaan.”

‘Ik was het prototype suffe Limbo’

Ralf Prevaas werd een beetje ballerig

,,Mijn kleding is wat minder alto nu.” Ralf Prevaas (24) draagt een afritsbroek en een lichtblauw overhemd. ,,Toen ik hier kwam had ik een heleboel zwarte T-shirts van rockbands. Dat is er wel uit nu. Op een gegeven moment heb je het daar wel mee gehad. Nu zijn die shirts ingeruild voor wat nettere overhemden. Ja, ik ben wel een beetje ballerig geworden, maar dat is standaard voor Delft.”

Sinds 1992 liep Prevaas rond bij Werktuigbouwkunde. ,,Toen ik hier kwam was ik het prototype van een suffe Limbo: rustig, verlegen, stil. Ik kreeg ook regelmatig opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd over mijn accent. Dat is inmiddels grotendeels verdwenen. Inmiddels maak ik zelf als ik terug ben ook opmerkingen over het Limburgse taalgebruik. Nee, dat wordt daar niet echt gewaardeerd.”

Het verschil tussen de Randstad en Limburg merkte Prevaas redelijk goed. ,,Hier zie je op straat regelmatig scheldende mensen. In Limburg zul je dat niet zo snel zien. En iedereen zegt hier direct wat hij van je vindt. Dat is niet onvriendelijk, maar vooral opener. Daar moet je aan wennen, maar het bevalt me eigenlijk stukken beter dan de Limburgse mentaliteit. Daar gaat alles veel tactischer en wat beschaafder.

Nu ben ik ook wat meer een blaataap. Ik trek eerder mijn bek open als iemand me probeert af te zeiken. Dat komt wel door Virgiel. De omgeving daar is veel harder dan ik gewend was. Er wordt van je verwacht dat je wat meer voor jezelf opkomt. Ja, dat vind ik wel positief. Ik ben ook wat arroganter geworden, nóg arroganter. Ik kom niet erg arrogant over, maar ik ben het vaak wel denk ik. Wanneer? Nee, laten we het daar niet over hebben.”

Zijn oude vrienden uit Limburg schrokken wel een beetje toen ze op zijn afstudeerborrel op Virgiel kwamen. ,,Dit hadden ze niet echt verwacht, jasje dasje enzo. Zij zien goed dat ik veranderd ben. Ze studeren zelf niet en ik word dan ook ‘het balletje’ genoemd. Da’s alleen maar leuk. Ik vind het wel grappig als mensen je in een hokje proberen te stoppen.”

‘Studenten vond ik vroeger stoer’

Ada Beuling is niet meer naïef

Als achttienjarige was Ada Beuling (26) nog een beetje naïef. Ze herinnert het zich nog goed: ,,Ik vertrouwde iedereen. Ik heb een keer een schoorsteenveger binnengelaten en die heeft ons enorm belazerd. Hij zette kapjes op het dak en rekende daarvoor vierhonderd gulden per stuk. Gelukkig heeft de huisbaas dat moeten betalen, maar die vent heeft ook nog van alles uit mijn kamer meegestolen. Dat zou me nu niet zo gauw meer gebeuren.”

Beuling hield vrijdag haar afstudeerpraatje bij Bouwkunde. Acht jaar nadat ze van de middelbare school kwam, en inmiddels met lang haar en een paar kilootjes zwaarder dan toen ze begon met studeren. ,,Maar dat is vooral een erfenis uit het eerste jaar in Groningen. Daarna is er ook wel weer wat afgegaan. Het verschil tussen de hts en de TU is redelijk groot. In Groningen kreeg je een opdracht en als je die had voltooid, was het goed. Hier moet je zelf uitvinden hoe het in elkaar zit. Je ontwikkelt je denkvermogen veel meer. Maar ik ben blij dat ik eerst hts gedaan heb, omdat de stap direct naar de universiteit waarschijnlijk te groot geweest was. Ik wilde het ook een beetje relaxed hebben, en zulke hoge cijfers haalde ik niet op de middelbare school.”

,,Doordat ik hier in Delft fanatiek roei bij Proteus heb ik de laatste jaren minder behoefte aan feesten. Nu ik bij de wedstrijdroeiers hoor is mijn leefwijze wel veranderd. Roeien komt op één. Met de studie was ik iets minder fanatiek, maar ik wilde wel alles goed doen. Of ik het weer zo zou doen? Waarschijnlijk zou ik nu eerder beginnen met wedstrijdroeien. Ik mis nu een aantal jaren om goed door te kunnen bouwen.”

Ook kijkt ze tegenwoordig anders naar studenten. ,,Ik vond ze vroeger heel stoer. Waarom? Het is toch een bepaalde wereld, waarin iedereen heel zelfverzekerd lijkt. Dat leek me wel wat. En ook tegen docenten kijk ik tegenwoordig heel anders aan. Als je bezig bent met afstuderen zie je dat ze er zijn om je iets te leren, niet om een beetje de wijze man uit te hangen.”

‘Natuurkunde en geloof conflicteren af en toe’

Arie Bouw stelde zijn mening bij

Als jonge jongen vertrok Arie Bouw in 1992 vanuit Hardinxveld-Giessendam richting Delft. Om zijn jongensdroom in vervulling te laten gaan: studeren aan de TU. Nu, zes jaar later is hij naar eigen zeggen niet veel veranderd: alleen maar een beetje kaler. ,,Maar dat vind ik niet zo erg. Je kunt er toch niets aan doen.”

,,Ik ben veel zekerder geworden sinds ik in 1992 in Delft kwam. Je moet opeens alles zelf regelen. Ja, dat ging me eigenlijk wel soepel af. En je bent als student wat meer relaxed, wat ranziger. Dat vertraagde mijn studie wel iets.”

Bouw werd nooit lid van een vereniging. ,,Als ik het over zou moeten doen, zou ik dat waarschijnlijk wel doen. Het maken van vrienden is in Delft vrij lastig buiten de verenigingen om. Van welke vereniging ik dan lid zou worden? CSR. Ik ben van huis uit Nederlands-Hervormd, vandaar. Ik woon ook in een christelijk huis.”

Zijn mening over de bijbel stelde Bouw op sommige punten bij sinds hij in Delft kwam. ,,Natuurkunde en geloof conflicteren af en toe. Dat merk je toch wel. Ik heb altijd geleerd dat God de aarde heeft geschapen. Ik ben anders gaan denken: het zou best eens kunnen zijn dat de aarde er al was, door een Big Bang ofzo, en dat God alleen het leven heeft geschapen. Het scheppingsverhaal ben ik anders gaan interpreteren, doordat ik bij Natuurkunde geconfronteerd ben met het fundamentele. Maar nog steeds sluit ik uit dat uit de Big Bang leven is ontstaan is.”

Binnenkort trouwt Bouw met zijn vriendin. Dan keert hij ook direct terug naar zijn geboortegrond in Hardinxveld-Giessendam. ,,Daar in de Alblasserwaard heerst een christelijke cultuur. Sommigen zullen wel stug zijn in het accepteren van mijn bijgestelde mening. Ze zijn veel strikter en interpreteren de bijbel heel letterlijk. Of ik dat ga proberen te veranderen? Nee, dat vind ik niet zo belangrijk.”

‘Het meest geleerd van mijn bestuursjaar’

Maarten Koopmans kwam 25 kilo aan

,,Of ik fysiek veranderd ben? Toen ik hier kwam woog ik 72 kilo.” Inmiddels blijft Maarten Koopmans (25), die in augustus bij Civiele Techniek afstudeert, net onder de 100 kilo. ,,Dat is vooral te wijten aan mijn bestuursjaar bij Virgiel. Toen is het redelijk hard gegaan. Je drinkt wat maar dan normaal, en er zijn wat sjieke diners. Dat tikt wel aan. Eerst dacht ik nog dat het er zo wel weer af zou gaan, maar dat valt tegen.

Dat bestuursjaar heeft me veranderd. Ik heb gezien wat ik leuk vond om te doen. Mijn studie vond ik vanaf het begin toch niet zo geweldig, maar het omgaan met mensen en het regelen van dingen, een beetje managen, vond ik heel leuk. Daar wil ik ook wel in verder.

Je leert hoe mensen in elkaar zitten, hoe je in bepaalde situaties moet reageren. Ik denk zelfs dat ik aan mijn Virgieltijd meer gehad heb dan aan mijn studie zelf. Maar als je de studie niet zo leuk vindt, trek je je ook wel op aan andere dingen natuurlijk.

Tijdens mijn bestuursjaar overleed een personeelslid en er was een geval van nekkramp. Dat zijn onverwachte situaties waarin je liever niet terecht komt. Het is moeilijk te zeggen wat je daarvan leert, maar het is wel een ervaring die je met je meedraagt.”

Het lang-leve-de-lol-leven, waarin het hele huis elke ochtend Koffietijd en Oprah keek, heeft Koopmans inmiddels wel achter zich gelaten. ,,Tijdens je afstuderen onderga je eenmentaliteitsverandering. Ik woon nu in een huis waar iedereen bij een bedrijf afstudeert en dat merk je wel. Een nieuw ritme: iedere dag om zeven uur op en om half zeven weer thuis. Het hele huis ligt om elf uur op bed. Ken je zo’n studentenhuis? Tegenwoordig wordt er gevloekt als er om twaalf uur ‘s avonds nog gebeld wordt. Terwijl we vroeger vloekten als er om negen uur ‘s ochtends iemand belde. Nu is er op dat tijdstip niet eens meer iemand thuis.”

‘Eigenlijk ben ik nog precies hetzelfde’

Anke Swinkels zocht de gezelligheid

De laatste van het inmiddels al niet meer actieve dispuut Technisch Blond, waarin acht blonde schonen van de eerste TB-lichting uit 1992 zich ludiek verenigden. Anke Swinkels (24) studeerde afgelopen vrijdag af bij Technische Bestuurskunde.,,We hadden gewoon een hele leuke band met die eerste generatie TB-ers.”

Swinkels vindt niet dat ze echt veranderd is. ,,Nee, ik ben niet gevormd door Delft ofzo. Ik ben ook niet het type om gevormd te worden. Eigenlijk ben ik nog precies hetzelfde al zes jaar terug. Op de middelbare school was ik al best zelfstandig. Veel mensen veranderen als ze gaan studeren omdat ze thuis niets mochten, die mensen slaan los. Ik mocht alles al thuis. Vroeger ging ik ook al veel met jongens om en in Delft gebeurt dat ook.

Waar ik wel ben achtergekomen, is dat ik niet goed alleen kan zijn. Drie jaar lang heb ik in een huis met vier meisjes gewoond, maar daar was bijna nooit iemand thuis. Daar kon ik niet goed tegen. Bij mijn ouders had ik altijd veel mensen om mij heen. We hadden een groot gezin en alle vriendjes kwamen altijd bij ons spelen. Ik wilde weer naar een huis waar het vaak gezellig was.” De keuze om vier maanden alleen naar Parijs te gaan was dan ook opvallend. ,,Ik vond het belangrijk om toch ook een keer alleen weg te zijn. Ik wilde iets rechtzetten. Dat was belangrijker dan het studeren daar. Ik ben mezelf een paar keer flink tegengekomen. Je leert in zo’n andere stad wat breder kijken, je leert hoe anderen denken. Er zijn zoveel verschillende mensen. Delft is wat dat betreft misschien een beetje beperkt.”

Uiteindelijk is ze dus toch niet helemaal dezelfde als na de middelbare school, geeft Swinkels toe. ,,Ik was in mijn eerste jaar al hartstikke bang voor mijn afstudeerpraatje, maar door de commissies die ik gedaan heb op Virgiel heb ik toch wel leren praten in het openbaar. Ik was vrijdag niet zo zenuwachtig.”

‘Niet op je kamertje blijven zitten’

Vanessa van Eijk kreeg zelfvertrouwen

,,Als je je maar inzet, merk je dat je heel erg veel kunt regelen. En dan kom je uiteindelijk ook wel van je telefoonangst af.” Dat leerde Vanessa van Eijk (23) van haar commissieleven bij Jansbrug. ,,Ik heb een kennismakingskamp en een Owee georganiseerd. Dat heeft me wel veranderd. Ik ben veel socialer geworden doordat ik die commissies gedaan heb.Ja, misschien ben ik die commissies ook wel gaan doen omdat ik onzeker was.”

Van Eijk begon in 1992 met de studie industrieel ontwerpen. Afgelopen vrijdag rondde ze die af. ,,Ik weet nu veel beter wat ik wil. Voordat ik naar Delft kwam, wist ik absoluut niet of ik echt IO wilde studeren. Misschien was het wel te moeilijk voor mij. Vooral de technische vakken lagen me niet echt. Inzicht hebben kun je ook niet echt leren. Maar ook die vakken heb ik uiteindelijk allemaal gehaald. Een prof zei laatst zelfs, toen hij mijn cijferlijst zag, dat ik vast liever technische vakken deed dan andere vakken. Maar hij kende me ook niet zo heel goed.”

Voor Van Eijk gold, dat de studie belangrijk was, maar zeker niet ten koste moest gaan van alles. ,,Het was bij mij zelfs zo: als ik veel dingen naast mijn studie deed, ging het studeren zelf ook beter. Je hebt dan wat afleiding, je praat met anderen over je studie en dat levert vaak nieuwe ideeën op. Dat is beter dan op je kamertje blijven zitten. Misschien had ik wel veel eerder actief moeten worden. Alhoewel, misschien wordt het dan wel allemaal teveel.”

Inmiddels is ze van haar onzekerheid af. ,,Maar mijn eerste baan wordt toch wel weer spannend. Je wordt opnieuw in het diepe gegooid. Ik heb wel meer zelfvertrouwen gekregen; eerst solliciteerde ik niet voor de beste banen, maar inmiddels denk ik bij mezelf: waarom niet, je ziet vanzelf wel of het foutgaat.”

‘Ik ben wel anders naar geld gaan kijken’

Freek Kneepkens had de trucjes snel door

,,Zulke vragen kun je misschien beter aan mijn moeder stellen”, lacht Freek Kneepkens (26). ,,Die vindt vast wel dat er veel veranderd is. Zelf denk je meestal dat je niet zoveel verandert, omdat het zo geleidelijk gaat.”

Voordat Kneepkens in 1991 naar Delft kwam, was hij een jaar in Mozambique. ,,Bij een import- en exportbedrijf kon ik werken. Daar heb ik al een boel geleerd op het menselijke vlak. Je ziet er de armoede van dichtbij. Eigenlijk zou iedereen dat een keer gezien moeten hebben. Het is wel opvallend dat bij de jaarclubvorming bleek, dat in onze groep veel mensen zaten die er een jaar tussenuit geweest waren na de middelbare school. Ik wil niet suggereren dat wij volwassener waren, maar je deelt toch ongeveer dezelfde ervaringen.”

In zijn bestuursjaar bij Virgiel leerde Kneepkens met geld omgaan. ,,Ik ben wel anders naar geld gaan kijken. Secuurder. Ik vond mezelf voor dat jaar niet nauwkeurig genoeg, en ik vroeg me af of ik dat wel zou kunnen zijn. Daarom wilde ik penningmeester worden. Geld was eerst meer een middel om te kunnen leven. Dat is het natuurlijk nog steeds wel, maar ik ben er nu ook op een andere manier mee bezig. Ik lees bijvoorbeeld in de krant af en toe de economische artikelen.”

De laatste jaren, nadat hij een vakgroep koos bij Lucht- en Ruimtevaart, is Kneepkens veel serieuzer met zijn studie bezig. ,,De eerste jaren was ik ook wel serieus, maar op een andere manier. Je leert om een tentamen te halen, terwijl je niet kijkt naar de studie als geheel. Toen ik naar deuniversiteit ging dacht ik: nu wordt het echt een keer moeilijk. Dat viel uiteindelijk ook wel weer tegen.

De eerste periode ben ik flink op mijn bek gegaan, maar vervolgens kreeg ik door hoe je er eenvoudig doorheen kunt rollen. Het is wel moeilijk, maar als je ervoor werkt blijkt het gewoon haalbaar te zijn. En soms kun je een tentamen dat als lastig bekend staat halen door een paar trucjes te kennen. Dat valt in de laatste fase overigens wel mee: bij een vakgroep is het wel diepgaand, je volgt ook je eigen interesse. Daar ben ik wel serieuzer mee omgegaan.”

‘Ik was het prototype suffe Limbo’

Ralf Prevaas werd een beetje ballerig

,,Mijn kleding is wat minder alto nu.” Ralf Prevaas (24) draagt een afritsbroek en een lichtblauw overhemd. ,,Toen ik hier kwam had ik een heleboel zwarte T-shirts van rockbands. Dat is er wel uit nu. Op een gegeven moment heb je het daar wel mee gehad. Nu zijn die shirts ingeruild voor wat nettere overhemden. Ja, ik ben wel een beetje ballerig geworden, maar dat is standaard voor Delft.”

Sinds 1992 liep Prevaas rond bij Werktuigbouwkunde. ,,Toen ik hier kwam was ik het prototype van een suffe Limbo: rustig, verlegen, stil. Ik kreeg ook regelmatig opmerkingen naar mijn hoofd geslingerd over mijn accent. Dat is inmiddels grotendeels verdwenen. Inmiddels maak ik zelf als ik terug ben ook opmerkingen over het Limburgse taalgebruik. Nee, dat wordt daar niet echt gewaardeerd.”

Het verschil tussen de Randstad en Limburg merkte Prevaas redelijk goed. ,,Hier zie je op straat regelmatig scheldende mensen. In Limburg zul je dat niet zo snel zien. En iedereen zegt hier direct wat hij van je vindt. Dat is niet onvriendelijk, maar vooral opener. Daar moet je aan wennen, maar het bevalt me eigenlijk stukken beter dan de Limburgse mentaliteit. Daar gaat alles veel tactischer en wat beschaafder.

Nu ben ik ook wat meer een blaataap. Ik trek eerder mijn bek open als iemand me probeert af te zeiken. Dat komt wel door Virgiel. De omgeving daar is veel harder dan ik gewend was. Er wordt van je verwacht dat je wat meer voor jezelf opkomt. Ja, dat vind ik wel positief. Ik ben ook wat arroganter geworden, nóg arroganter. Ik kom niet erg arrogant over, maar ik ben het vaak wel denk ik. Wanneer? Nee, laten we het daar niet over hebben.”

Zijn oude vrienden uit Limburg schrokken wel een beetje toen ze op zijn afstudeerborrel op Virgiel kwamen. ,,Dit hadden ze niet echt verwacht, jasje dasje enzo. Zij zien goed dat ik veranderd ben. Ze studeren zelf niet en ik word dan ook ‘het balletje’ genoemd. Da’s alleen maar leuk. Ik vind het wel grappig als mensen je in een hokje proberen te stoppen.”