Campus

Oorlog op hoogste niveau

DSR-C is terug op het hoogste landelijke rugbyniveau. Zondag opent de Delftse studentenploeg de competitie tegen LRC DIOK. Een bonuspunt binnenslepen zou een mooi resultaat zijn, vindt hooker Coen van Gorkum.

De laatste keer dat DSR-C uitkwam in de ereklasse dateert nog van voordat Coen van Gorkum zich vijf jaar geleden bij de club aanmeldde. Na één seizoen in het eerstejaarsteam verwierf Van Gorkum een vaste plaats in het hoogste vijftiental, dat in de eerste klasse acteerde. Meestal als hooker: degene die de ingeworpen bal in de scrum achterwaarts hookt naar de teamgenoot, die het eivormige leer vervolgens verder in het spel brengt.
Na een vijfde en twee tweede plaatsen volgde vorig jaar het kampioenschap, met als beloning promotie naar de ereklasse. “Vier jaar geleden begonnen we met een vrij nieuw team. Veel ervaren spelers waren vertrokken. Sindsdien speelden we met een redelijk vaste kern. Een goede mix van jong en oud. Het team wordt gestut door een stuk of vijf ervaren spelers, naar wie iedereen luistert.”

Denk niet dat rugby een simpele sport is, waarbij je met zoveel mogelijk mensen achter de bal aanrent en de grootste en sterkste wint. Er komt heel wat tactiek bij kijken. “Je kunt op veel punten goed zijn. Onze kracht is dat we veel snelle spelers hebben.” Belangrijk is druk zetten op de tegenstander. Vooral bij de line-outs en scrums, twee ‘dode’ momenten waarbij beide ploegen proberen de in het spel gegooide bal te veroveren. “Het gaat om balbezit. Om Cruyff te parafraseren: als jij de bal hebt, kan de ander niet scoren. Steeds als je getackeld wordt, moet je de bal in de ploeg zien te houden. Als je dat een tijdje volhoudt, kun je de vijandelijke verdediging aan flarden spelen. Dán pas kun je scoren.”
Voor de tactiek bij line-outs en scrums bestaan codes. “Die bepalen wie naar een bal springt. Via de line-out probeer je een drive op te zetten. Ook de driekwarters, de mensen in lijn, spreken codes af. Zelf vind ik het het leukste dat je je helemaal kunt geven. Het is een soort oorlog. Voor de wedstrijd zeg je tegen jezelf: ik wil winnen! Hoeveel pijn dat ook kost. Onze coach Julius Breinburg zegt altijd: je moet het niet zielig vinden om iemand te tackelen, want de tegenstander heeft hetzelfde doel.” Breinburg, ex-coach van het Nederlands vijftiental, is al jarenlang bij DSR-C betrokken. “Studenten zijn mondig. Het is belangrijk dat er een ouder en ervaren persoon voor de groep staat die er een beetje de zweep over legt. Iemand die roept: je doet het zoals ík het zeg.”

Gestreefd wordt naar drie trainingen per week. Trainingskampen als in Den Helder, afgelopen weekend, zijn serieuze aangelegenheden. Barbezoek is uit den boze. Is rugby in de ereklasse topsport? Van Gorkum aarzelt. “Nederland staat ongeveer dertigste op de wereldranglijst. Aan de andere kant halen teams als Castricum spelers uit het buitenland. Die hebben een begroting van een paar ton.” 

Handhaving is het doel. “Vorig jaar gingen we elk duel in om te winnen, dit seizoen moeten we bonuspunten pakken. Die krijg je bij het scoren van drie try’s, of bij een kleine nederlaag.” Overwinningen moeten vooral worden gepakt tegen de andere ‘kleintjes’, Eemland en REL. “Eemland waren we vorig jaar de baas en REL schijnt te zijn verzwakt, al weet je nooit of ze nieuwe spelers hebben.” Zondag debuteert DSR-C in Delft tegen het Leidse DIOK. “Een tegenstander om rekening mee te houden, een bonuspunt pakken zou mooi zijn. Probleem is dat onze captain Ward Italianer geblesseerd is. Waarschijnlijk een scheurtje in zijn meniscus. Dan mis je een belangrijke figuur in de aanval.” 

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.