Campus

Ontwerpen voor het landschap

Architect Hiske Wegman ontwerpt met oog voor lokale kwaliteiten en historie van
gebouwen en locaties. Als projectarchitect leidde hij de renovatie van de voormalige Twentse Schouwburg, waar cabaretier Herman Finkers doorbrak.

En in Georgië pleitte hij voor gebruik van lokaal houtsnijwerk in het ontwerp.


Naam: Hiske Wegman (35)

Woonplaats: Amsterdam

Verliefd/verloofd/getrouwd: Nee

Afstudeerjaar: 2001

Afstudeerrichting: Architectuur

Loopbaan: Hiske Wegman werkte van 2001 tot 2006 als projectleider en ontwerper bij DOK, van 2006 tot 2008 had hij diezelfde functie bij seARCH. In 2008 stapte hij over naar De Zwarte Hond. Sinds 2010 heeft hij zijn eigen bedrijf: Hiske Wegman Architectuur.


Industrieterreinen slokken steeds vaker de spaarzame natuur rond dorpen en steden op. Decennia later staan veel gebouwen weer leeg. Gevolg: een groot deel van Nederland staat vol rommelige dertien-in-een-dozijn-architectuur waar vaak niets mee gebeurt. Het is veel mensen een doorn in het oog, maar architect Hiske Wegman stoort zich er bovengemiddeld aan. 


“Ik hecht veel waarde aan het Nederlandse landschap. Weinig mensen realiseren zich dat het een uniek cultuurlandschap is van meer dan duizend jaar oud. Iedere gemeente heeft een eigen bouwprogramma en denkt alleen aan groeiscenario’s. Nederland wordt zo sluipenderwijs opgevreten door rationalisaties. Kronkelige weggetjes worden gestroomlijnd en alles moet efficiënt. Nederland krijgt in de toekomst te maken met een bevolkingskrimp, daarom moeten we een krimpscenario serieus nemen en goede keuzes maken. Als we mooie gebouwen neerzetten en de lelijke slopen, krijgen we daar zoveel helderheid en schoonheid voor terug.”



Hiske Wegman groeide op in het Groene Hart en zag hoe de natuur, die ligt ingeklemd tussen steden, steeds verder wordt opgesnoept. Niet vreemd dus dat zijn carrière als architect doordrongen is van het weglaten van overbodige zaken en oog voor historie.

Neem de voormalige Twentse Schouwburg. Het vroegere theatergebouw is geliefd bij Twentenaren. Komiek Herman Finkers brak er door. “De bewoners van Enschede waren aan het gebouw gehecht. Je moet goed nadenken wat je met zo’n gebouw wilt als het een nieuwe bestemming krijgt.” Wegman was de projectarchitect van de klus namens zijn toenmalige werkgever architectenbureau De Zwarte Hond. “Toen we begonnen aan de prijsvraag wist ik dat we de theatrale sfeer van het gebouw moesten behouden. We wonnen de opdracht omdat we het gevoel van de Enschedeërs serieus namen.”



Toch is het volgens Wegman best lastig om de oude sfeer te behouden en toch iets nieuws te ontwerpen. “Ik vind het belangrijk om altijd naar de geschiedenis van een gebouw te kijken, maar tegelijkertijd moet je er wel iets mee doen”, zeg hij. “Klakkeloos kopiëren van oude elementen werkt niet.”

De foyer, het podium en de tribunes zijn nog herkenbaar in het gebouw. Op de tribunes komen boekenkasten te staan en op het podium worden straks lezingen gegeven. “Het oude theater was erg donker. Voor de nieuwe functie wilden we meer daglicht toelaten. Daarvoor creëren we openingen”, zegt de architect. Achter het podium komt een doorgang, zodat er een route ontstaat door alle karakteristieke ruimten van het gebouw. De bezoeker kan straks ook via de artiesteningang het pand uit.


Helderheid

Wegman heeft oog voor de historie van panden. Karakteristieke elementen koestert hij, maar hij wil de helderheid in het ontwerp terug krijgen. Een oude boerderij verbouwde hij zo, dat de rocket stove (kachel) de kern van het huis werd. “Er was in de loop der jaren veel aan die boerderij gesleuteld. De keuken zat op een rare plek, de trappen waren honderd keer verplaatst. Al die toegevoegde lagen hebben we weggehaald. Daardoor werden alle mooie poëtische dingen zichtbaar gemaakt, zoals de plekken waar de koeien jarenlang tegen de balken schuurden.” De oude stal werd de woonkamer en de kachel het centrale middelpunt.



Voor architectenbureau seARCH werkte hij in Tbilisi aan een opdracht voor een World Trade Center. “Tbilisi is een mooie oude stad. De huizen zitten vol prachtig houtsnijwerk. Ze kennen een grote traditie in houtbewerking, maar waarderen het zelf niet.” Reden te meer voor Wegman om voor het World Trade Center in de Georgische hoofdstad ook voor houtsnijwerk in het ontwerp te kiezen. “Ze wilden dolgraag spiegelende kantoorgebouwen zoals wij die zelf in de jaren tachtig graag bouwden. Maar dat soort panden staan overal, wij wilden graag laten zien hoe bijzonder de lokale context is.”

De architect werkte anderhalf jaar lang aan het project, maar het bleef bij een plan. “Dat was erg jammer, maar de politieke situatie werd te onzeker. Het werd bijna een oorlogsgebied tijdens de rozenrevolutie van Saakasjvili.”


Schools

Het gebruiken van lokale kwaliteiten, het weglaten van overbodige elementen en het oog voor historie, leerde Wegman al jong. Op zijn twaalfde knutselde en schilderde hij al maquettes. “Die ontwerpen zagen er ook al heel geometrisch uit. Ik maakte huizen die logisch in elkaar staken en die klopten als een uurwerk. Ook toen was ik al met helderheid en reduceren bezig, al wist ik dat toentertijd nog niet zo te benoemen.”

De eerste jaren bij Bouwkunde vond hij wat schools. “Totdat ik les kreeg van Hans Cornelissen en Tony Fretton. Zij leerden me dat ik niet alleen in concepten moest denken, omdat concepten je juist tegen kunnen houden.” Dat was vrij confronterend, herinnert de architect zich. “Mensen liepen huilend het ontwerpatelier uit. Het was een worsteling om niet langer in concepten te denken, maar toen ik het losliet, opende het mijn ogen.”



Sindsdien werkt Wegman altijd op deze manier. “Bij een concept analyseer je de situatie, kies je een vorm en denk je het uit. Als je geen concept gebruikt, werk je juist andersom. Je bedenkt niet van te voren welke kant je uitgaat, maar schaaft en reduceert net zo lang tot helder is wat je wilt. En dat vooruit denken is heel moeilijk.”

Maar het lukte hem al wel tijdens zijn afstudeerproject waarbij hij een eervolle vermelding voor de Archiprix kreeg. Hij bedacht een nieuwe route door het Filmmuseum in Amsterdam. “Het is een rommelige, rare plek. Als je er naar kijkt, snap je niet hoe het ontstaan is,omdat het zoveel geschiedenis herbergt. Ik heb de lagen van de geschiedenis bloot gelegd door te reduceren. Oorspronkelijk herbergde het gebied een aantal kloosters. De stedenbouwkundige context is nu heel anders. De vroegere achterkant is nu de voorkant. Vroeger maakte het onderdeel uit van de stadswal van Amsterdam, terwijl het nu middenin de stad ligt.”



De architect maakte de keuze om het besloten karakter van de kloostertuin te benadrukken. “Ik vind het introverte van dat gebouw interessant. De kloostertuin is een naar binnen gekeerde tuin, die toch middenin het centrum ligt. Hij is er wel, maar verborgen. De route die ik ontwierp, zorgt er dan ook voor dat je vanuit de tuin het gebouw in loopt. Ik wilde dat de bezoeker een transformatie zou ondergaan. Van de hectische stad ga je via de rustige binnentuin het museum binnen.”



Dat denken vanuit locatie en geschiedenis gebruikt hij ook nu nog dagelijks. Voor de verbouwing van twee oude herenboerderijen in Gelderland bijvoorbeeld, waar hij samen met Marc Architects en zijn eigen bedrijf momenteel druk mee bezig is. De boerderijen krijgen een nieuwe bestemming. Er komen een restaurant, een hotel en een congrescentrum in. “De gemeente was bang dat het niet kon omdat het programma van het hotel te groot was voor de locatie. We zijn er gaan kijken en zagen ter plekke meteen dat er hoogteverschillen in het terrein waren, waardoor het eenvoudig is om de hotelkamers gedeeltelijk onder de grond te maken. Als je terug redeneert zie je de oplossing al door je wimperharen heen. Maar niemand was nog op het idee gekomen.”

Wegman kreeg deze opdracht voor zijn eigen bedrijf omdat hij in het Groene Hart is opgegroeid. “Net als in Georgië is dit lokale landschap heel bijzonder. We moeten goede keuzes maken. Slopen wat slecht is. Reduceren. Daar krijgen we schoonheid voor terug. We moeten goede keuzes maken bij bouwen, in plaats van kiezen voor de waan van de dag.”  

Staatssecretaris Zijlstra stelt hiervoor 1,2 miljoen euro beschikbaar. Daarmee wordt het initiatief uit 2009 voortgezet.

Onderwijsbevoegdheid
Eerst de Klas is een intensief programma voor jonge talentvolle academici als voorbereiding op een carrière in het bedrijfsleven of het onderwijs. De academici geven twee jaar lang drie à vier dagen per week les op scholen in het voortgezet onderwijs. In die periode halen zij tevens hun onderwijsbevoegdheid en nemen ze deel aan een leiderschapsprogramma in het bedrijfsleven.

Kwaliteiten
Resultaat is dat scholen jonge afgestudeerde academici in huis krijgen die hoog scoren op vakinhoudelijke en leidinggevende eigenschappen. Voor het project wordt samengewerkt met 21 bedrijven die op hun beurt profiteren van de leiderschapskwaliteiten die jonge academici in de onderwijspraktijk ontwikkelen.

Gedeeld belang
Staatssecretaris Zijlstra is enthousiast over het programma omdat de samenwerking gebaseerd is op een gedeeld belang. Het onderwijs profiteert van soms moeilijk te krijgen vakleerkrachten, terwijl de bedrijven de vruchten plukken van de kwalteiten die de jonge academici ontwikkelen en verbeterde peil van het onderwijs.

Positief
Het project Eerst de klas startte in 2009 en wordt uitgevoerd door het Platform Bèta Techniek. De deelnemende partijen, waaronder Philips, Shell en ABN-AMRO, zijn positief over de eerste versie. Het aantal deelnemende bedrijven is inmiddels verdubbeld.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.