Ontwerpen via videoconferencing is nog lastig

,,Even via ICQ vragen of er iemand achter de computer zit.” Werktuigbouwkundestudent Peter Overbeek legt uit wat hij aan het doen is achter de computer. Samen met L&R-student Gert Jan Spierenburg probeert hij contact te leggen met drie Amerikaaanse studenten in Michigan. Met zijn vijfen doen ze een ontwerpopdracht voor werktuigbouwkunde, waarbij ze moeten communiceren via videobeelden.

Overbeek en Spierenburg hebben afgesproken om om acht uur een meeting te houden met hun Amerikaanse collega’s, maar voorlopig is er nog geen contact. ,,Dat is wel vervelend. Het gebeurt vaker dat het contact nogal moeilijk gaat. Het is toch lastig afspraken maken op zo%n afstand”, vindt Spierenburg.

De bedoeling is dat ze via twee ISDN-lijnen elkaar op het beeldscherm kunnen zien via een minicamera. Kosten: ongeveer zeshonderd gulden per uur. ,,Dat maakt niet uit, want de Amerikanen betalen toch”, aldus Overbeek.

De afspraak blijkt niet zo heel stipt, maar na drie kwartier is het eindelijk zover. Eerst krijgen we een enigszins vertraagd beeld zonder geluid, maar al snel is er een prima verbinding. Soms gebruiken ze ook nog een telefoonverbinding, want dan is het geluid veel beter. ,,Verstaan jullie mij?’, vraagt een Amerikaans meisje en zwaait naar de camera. ,,Hè, hè, zijn jullie daar eindelijk? We hadden toch eerder afgesproken?”, antwoordt Overbeek enigszins geërgerd.

Voordat er ‘echt iets nuttigs% gedaan kan worden, moet eerst een tijdstip voor de eindpresentatie van volgende week worden afgesproken. Dat blijkt extra lastig door het tijdverschil en de docenten die allemaal tegelijk ruimte in hun agenda moeten hebben. De presentatie zal ook weer via video te volgen zijn. De zogenaamde Laddergroep zal een ontwerp presenteren voor de verbinding van een vleugel met een kabel. ,,Het lijkt een beetje op een Chinese vingerklem: als je eraan trekt klemt ie vast”, verduidelijkt Speirenburg de opdracht. Dit is een onderdeel van de laddermolen die Wubbo Ockels bedacht heeft. ,,Naast de extra uitdaging om via video met studenten uit Amerika samen te werken, was ook deze opdracht een reden om aan het project mee te doen”, vertelt Overbeek, ,,het kost echter wel flink meer tijd, vooral als de verbinding niet goed tot stand komt.”
Muis

,,Voor de studenten telt dit vak als ontwerpopdracht, maar het is ook een internationale ervaring”, beweert prof.dr. Erik Andriessen. Hij doet samen met zijn Amerikaanse collega Charles Steinfield, die even in levende lijve in Nederland was, onderzoek naar wat er nodig is voor het succesvol werken in een virtueel team. De onderzoeksresultaten gebruiken ze voor het verder ontwikkelen van de benodigde software en voor adviezen aan het bedrijfsleven. ,,Het initiatief komt van bedrijven die het project vooral in Amerika ook flinksponsoren”, vertelt Steinfield.

Samen concluderen de onderzoekers dat het videocontact vooral bijdraagt aan de teambuilding. ,,Het draagt niet zoveel bij aan het technische ontwerp, maar het is wel van belang voor het vertrouwen en de waardering binnen de groep”, benadrukt Steinfield.

Twee jaar geleden, toen het project gestart is, was er een groep die helemaal niet met elkaar overweg kon omdat er te weinig begrip was over en weer. Het sociale aspect is dus ook op afstand erg belangrijk.

Een andere belangrijke conclusie van hun onderzoek is dat je zoveel mogelijk verschillende communicatiemiddelen moet aanreiken. ,,Iedere situatie is anders en iedere groep ontwikkelt zijn eigen voorkeuren”, aldus Andriessen.

Bij het maken van het ontwerp is het erg belangrijk om concepten aan elkaar uit te kunnen leggen. Daarvoor hebben de studenten verschillende tools tot hun beschikking. ,,Het prettigste werkt het programma teamscope. Dat is een soort gezamenlijke site op internet waar we allemaal bij kunnen”, vertelt Spierenburg. Tijdens de meeting kunnen ze onder andere van de videobeelden switchen naar teamscope, zodat ze met de muis in een tekening op het scherm dingen kunnen aanwijzen en veranderen. Als de uitleg klaar is, kan de andere groep de muisbediening overnemen.

Er blijken wel verschillen te bestaan in de werkwijze aan beide kanten. ,,Ze zijn niet echt slim”, verkondigt Overbeek. Volgens Steinfield zijn de Amerikaanse studenten praktischer ingesteld, ,,maar ook het leeftijdsverschil speelt een rol.” Overbeek: ,,Dat moet een volgende keer beter afgestemd worden.”

,,Even via ICQ vragen of er iemand achter de computer zit.” Werktuigbouwkundestudent Peter Overbeek legt uit wat hij aan het doen is achter de computer. Samen met L&R-student Gert Jan Spierenburg probeert hij contact te leggen met drie Amerikaaanse studenten in Michigan. Met zijn vijfen doen ze een ontwerpopdracht voor werktuigbouwkunde, waarbij ze moeten communiceren via videobeelden.

Overbeek en Spierenburg hebben afgesproken om om acht uur een meeting te houden met hun Amerikaanse collega’s, maar voorlopig is er nog geen contact. ,,Dat is wel vervelend. Het gebeurt vaker dat het contact nogal moeilijk gaat. Het is toch lastig afspraken maken op zo%n afstand”, vindt Spierenburg.

De bedoeling is dat ze via twee ISDN-lijnen elkaar op het beeldscherm kunnen zien via een minicamera. Kosten: ongeveer zeshonderd gulden per uur. ,,Dat maakt niet uit, want de Amerikanen betalen toch”, aldus Overbeek.

De afspraak blijkt niet zo heel stipt, maar na drie kwartier is het eindelijk zover. Eerst krijgen we een enigszins vertraagd beeld zonder geluid, maar al snel is er een prima verbinding. Soms gebruiken ze ook nog een telefoonverbinding, want dan is het geluid veel beter. ,,Verstaan jullie mij?’, vraagt een Amerikaans meisje en zwaait naar de camera. ,,Hè, hè, zijn jullie daar eindelijk? We hadden toch eerder afgesproken?”, antwoordt Overbeek enigszins geërgerd.

Voordat er ‘echt iets nuttigs% gedaan kan worden, moet eerst een tijdstip voor de eindpresentatie van volgende week worden afgesproken. Dat blijkt extra lastig door het tijdverschil en de docenten die allemaal tegelijk ruimte in hun agenda moeten hebben. De presentatie zal ook weer via video te volgen zijn. De zogenaamde Laddergroep zal een ontwerp presenteren voor de verbinding van een vleugel met een kabel. ,,Het lijkt een beetje op een Chinese vingerklem: als je eraan trekt klemt ie vast”, verduidelijkt Speirenburg de opdracht. Dit is een onderdeel van de laddermolen die Wubbo Ockels bedacht heeft. ,,Naast de extra uitdaging om via video met studenten uit Amerika samen te werken, was ook deze opdracht een reden om aan het project mee te doen”, vertelt Overbeek, ,,het kost echter wel flink meer tijd, vooral als de verbinding niet goed tot stand komt.”
Muis

,,Voor de studenten telt dit vak als ontwerpopdracht, maar het is ook een internationale ervaring”, beweert prof.dr. Erik Andriessen. Hij doet samen met zijn Amerikaanse collega Charles Steinfield, die even in levende lijve in Nederland was, onderzoek naar wat er nodig is voor het succesvol werken in een virtueel team. De onderzoeksresultaten gebruiken ze voor het verder ontwikkelen van de benodigde software en voor adviezen aan het bedrijfsleven. ,,Het initiatief komt van bedrijven die het project vooral in Amerika ook flinksponsoren”, vertelt Steinfield.

Samen concluderen de onderzoekers dat het videocontact vooral bijdraagt aan de teambuilding. ,,Het draagt niet zoveel bij aan het technische ontwerp, maar het is wel van belang voor het vertrouwen en de waardering binnen de groep”, benadrukt Steinfield.

Twee jaar geleden, toen het project gestart is, was er een groep die helemaal niet met elkaar overweg kon omdat er te weinig begrip was over en weer. Het sociale aspect is dus ook op afstand erg belangrijk.

Een andere belangrijke conclusie van hun onderzoek is dat je zoveel mogelijk verschillende communicatiemiddelen moet aanreiken. ,,Iedere situatie is anders en iedere groep ontwikkelt zijn eigen voorkeuren”, aldus Andriessen.

Bij het maken van het ontwerp is het erg belangrijk om concepten aan elkaar uit te kunnen leggen. Daarvoor hebben de studenten verschillende tools tot hun beschikking. ,,Het prettigste werkt het programma teamscope. Dat is een soort gezamenlijke site op internet waar we allemaal bij kunnen”, vertelt Spierenburg. Tijdens de meeting kunnen ze onder andere van de videobeelden switchen naar teamscope, zodat ze met de muis in een tekening op het scherm dingen kunnen aanwijzen en veranderen. Als de uitleg klaar is, kan de andere groep de muisbediening overnemen.

Er blijken wel verschillen te bestaan in de werkwijze aan beide kanten. ,,Ze zijn niet echt slim”, verkondigt Overbeek. Volgens Steinfield zijn de Amerikaanse studenten praktischer ingesteld, ,,maar ook het leeftijdsverschil speelt een rol.” Overbeek: ,,Dat moet een volgende keer beter afgestemd worden.”