Deze week viert Laga haar 26ste lustrum. De op een na oudste studentenroeivereniging van Nederland liet de afgelopen 130 jaar haar sporen na. Op het water en ernaast.
Onopgemerkt blijven ze meestal niet, de leden van het van oudsher aan het corps gelieerde Laga. Opzichtig gekleed in hun rode clubjasjes bouwden zij met hun ‘studentikoze’ gedrag een geduchte reputatie op. Op deze maandagmiddag straalt het fraaie, in Berlagiaanse stijl opgetrokken clubgebouw aan de Nieuwelaan niets dan rust uit. De uitgesleten stenen traptreden naar de clubruimte boven de loods duiden op een doorleefd bouwwerk. Binnen beaamt president Joost Mertens het corporale imago van de vereniging. “Van oudsher zijn Lagaaiers altijd een beetje rauwdouwers geweest. De andere kant is dat onze ambitie is gericht op topsport. Dat betekent vaak vroeg naar bed en geen alcohol. Er is hier bijvoorbeeld geen bar. Bij DSC kan gedronken worden. Dat verenigingsleven plus Laga kan goed naast elkaar.”
Lagaaiers staan ook bekend om hun tomeloze inzet en verbeten wil om te winnen. Volle prijzenkasten en ingelijste foto’s aan de muur getuigen van een sportief rijk verleden. Met als vroeg hoogtepunt de Olympische Spelen in Parijs in 1900, waar de Lagaaiers Franois Brandt en Roelof Klein in de twee het allereerste Nederlandse olympisch goud wonnen. Mede dankzij een uit het publiek langs de Seine getrokken – en tot op heden onbekend gebleven – jongetje van veertien als lichtgewicht stuurman.
Laga, dat zijn de talloze roeiers, maar ook de verzetshelden uit de oorlog. Dat is de heer Brzesowsky die een grote rol speelde bij de snelle wederopbouw. Dat is Harry Jongenelen, als bootsman na de oorlog 35 jaar lang ‘de vader van de vereniging’. Bovenal wordt de club vereenzelvigd met de Varsity. De jaarlijkse, prestigieuze krachtmeting ontstond een jaar na de oprichting, op uitnodiging van het Leidse Njord. Natuurlijk wonnen de Lagaaiers die eerste editie. Tegen het winnen van de Varsity kan sowieso geen WK-goud of olympische medaille op. Dertig plakkaten met de namen van de winnende ploegen in schoonschrift hangen er in de loods, ten bewijze van evenzovele zeges. Varsity-winnaars zijn de helden van de vereniging. Mertens: “De Varsity is altijd de graadmeter geweest. Het gaat goed met Laga als die gewonnen wordt.”
Neem nou de zege van 1968. Die houdt de gemoederen nog altijd bezig. Op een dit jaar verschenen dvd wordt de valse start van Laga door het Amsterdamse Nereus weer eens aangehaald. Mertens: “Laga heeft de eigenschap heel scherp te starten. Als de starter zegt ‘opgelet’ zijn ze al weg. De starter destijds heeft dat goedgekeurd.” Door de beeldjes stuk voor stuk stil te zetten is te zien dat Nereus toch de snelste was. Voor de Amsterdammers aanleiding om alsnog uitbundig de overwinning te vieren. Een roeiwebsite wist te melden dat de Laga-vier uit 1968 een kort geding had aangespannen tegen de makers van de dvd. Een 1-aprilgrap, maar toch.
De Varsity is meer dan een louter sportieve strijd. ‘Varsity, dat is moddergooien, kroegjool en brassen’, noteert het Laga-gedenkboek uit 2001. In 1949 arriveren de Lagatoeschouwers pas halverwege het hoofdnummer. ‘Zij waren ter afkoeling en kalmering door de NS met hun trein op een zijspoor gezet, toen zij op weg waren naar de Varsity’. In 1954 komen vele Lagaaiers onder strenge politiebewaking te laat op het overwinningsfeest van Njord, omdat ze op het politiebureau in Utrecht enige tijd ‘ter controle’ opgehouden zijn. In 2004 loopt het dermate uit de hand, dat Laga een jaar uitgesloten wordt van het hoofdnummer.
Ook de eind jaren zestig onder meer op de spelen van Mexico succesvolle Hadriaan van Nes liet zich niet onbetuigd. Zo blijkt uit zijn internationale schorsing van een half jaar naar aanleiding van de toevoeging ‘Adieu, verdammter Schwein’ richting de secretaris van de internationale bond, tijdens het EK van 1967 in Vichy. En de in Laga-kringen niet voor niets als legendarisch bestempelde stuurman Rody Rijnders duwde daar ‘in een studentikoze bui’ zomaar miss Frankrijk het water in. Het was de heren van Laga een raadsel waarom de organisatie haar op het botenterrein liet rondlopen. Eigen schuld dus.
Tegen vrouwen hebben ze bij Laga sowieso lange tijd een beetje vreemd aangekeken. Zeker als die ook nog wilden roeien. Dat ging zonder dames toch echt harder, vonden de tegenstanders. De roeilustige vrouwen lieten zich echter niet tegenhouden. In 1976, het jaar van het eeuwfeest, verschenen de eerste roeisters op Laga. Vier jaar later werd het eerste damesblik getrokken tijdens de Varsity. Later zou Eeke van Nes, goed voor onder meer drie olympische medailles, zelfs de ‘blikkenlijst’ aanvoeren.
Belangrijke lieden binnen corps en roeivereniging pleitten ervoor dat Laga immer zijn identiteit zou blijven uitdragen door zich ‘sterk te maken voor behoud van het studentikoze karakter van de Varsity’. Dat is het bestaansrecht van de club.
In 2002 maakte Laga zich los van het DSC om een open vereniging te worden. Door de toegenomen studiedruk was het aantal actieve roeiers te sterk teruggelopen om de hoge ambities waar te maken. De afsplitsing leidde tot een ‘explosie’ aan nieuwe leden, vertelt Mertens. “De volgende stap is het omhoog brengen van de kwaliteit. We hebben een professionele coach aangenomen. Het plan werpt zeker vruchten af.” Maar gelukkig, zo wordt verzekerd, “qua tradities zullen we nooit loskomen van het DSC. Dat blijft een onderdeel van onze identiteit.”
Een foto uit 1937, genomen na het ‘turven’ van de boot, het inkerven van een streepje in de boot dat aanduidt dat er een nummer gewonnen is. (Foto: Laga lustrumboek 2001)
Onopgemerkt blijven ze meestal niet, de leden van het van oudsher aan het corps gelieerde Laga. Opzichtig gekleed in hun rode clubjasjes bouwden zij met hun ‘studentikoze’ gedrag een geduchte reputatie op. Op deze maandagmiddag straalt het fraaie, in Berlagiaanse stijl opgetrokken clubgebouw aan de Nieuwelaan niets dan rust uit. De uitgesleten stenen traptreden naar de clubruimte boven de loods duiden op een doorleefd bouwwerk. Binnen beaamt president Joost Mertens het corporale imago van de vereniging. “Van oudsher zijn Lagaaiers altijd een beetje rauwdouwers geweest. De andere kant is dat onze ambitie is gericht op topsport. Dat betekent vaak vroeg naar bed en geen alcohol. Er is hier bijvoorbeeld geen bar. Bij DSC kan gedronken worden. Dat verenigingsleven plus Laga kan goed naast elkaar.”
Lagaaiers staan ook bekend om hun tomeloze inzet en verbeten wil om te winnen. Volle prijzenkasten en ingelijste foto’s aan de muur getuigen van een sportief rijk verleden. Met als vroeg hoogtepunt de Olympische Spelen in Parijs in 1900, waar de Lagaaiers Franois Brandt en Roelof Klein in de twee het allereerste Nederlandse olympisch goud wonnen. Mede dankzij een uit het publiek langs de Seine getrokken – en tot op heden onbekend gebleven – jongetje van veertien als lichtgewicht stuurman.
Laga, dat zijn de talloze roeiers, maar ook de verzetshelden uit de oorlog. Dat is de heer Brzesowsky die een grote rol speelde bij de snelle wederopbouw. Dat is Harry Jongenelen, als bootsman na de oorlog 35 jaar lang ‘de vader van de vereniging’. Bovenal wordt de club vereenzelvigd met de Varsity. De jaarlijkse, prestigieuze krachtmeting ontstond een jaar na de oprichting, op uitnodiging van het Leidse Njord. Natuurlijk wonnen de Lagaaiers die eerste editie. Tegen het winnen van de Varsity kan sowieso geen WK-goud of olympische medaille op. Dertig plakkaten met de namen van de winnende ploegen in schoonschrift hangen er in de loods, ten bewijze van evenzovele zeges. Varsity-winnaars zijn de helden van de vereniging. Mertens: “De Varsity is altijd de graadmeter geweest. Het gaat goed met Laga als die gewonnen wordt.”
Neem nou de zege van 1968. Die houdt de gemoederen nog altijd bezig. Op een dit jaar verschenen dvd wordt de valse start van Laga door het Amsterdamse Nereus weer eens aangehaald. Mertens: “Laga heeft de eigenschap heel scherp te starten. Als de starter zegt ‘opgelet’ zijn ze al weg. De starter destijds heeft dat goedgekeurd.” Door de beeldjes stuk voor stuk stil te zetten is te zien dat Nereus toch de snelste was. Voor de Amsterdammers aanleiding om alsnog uitbundig de overwinning te vieren. Een roeiwebsite wist te melden dat de Laga-vier uit 1968 een kort geding had aangespannen tegen de makers van de dvd. Een 1-aprilgrap, maar toch.
De Varsity is meer dan een louter sportieve strijd. ‘Varsity, dat is moddergooien, kroegjool en brassen’, noteert het Laga-gedenkboek uit 2001. In 1949 arriveren de Lagatoeschouwers pas halverwege het hoofdnummer. ‘Zij waren ter afkoeling en kalmering door de NS met hun trein op een zijspoor gezet, toen zij op weg waren naar de Varsity’. In 1954 komen vele Lagaaiers onder strenge politiebewaking te laat op het overwinningsfeest van Njord, omdat ze op het politiebureau in Utrecht enige tijd ‘ter controle’ opgehouden zijn. In 2004 loopt het dermate uit de hand, dat Laga een jaar uitgesloten wordt van het hoofdnummer.
Ook de eind jaren zestig onder meer op de spelen van Mexico succesvolle Hadriaan van Nes liet zich niet onbetuigd. Zo blijkt uit zijn internationale schorsing van een half jaar naar aanleiding van de toevoeging ‘Adieu, verdammter Schwein’ richting de secretaris van de internationale bond, tijdens het EK van 1967 in Vichy. En de in Laga-kringen niet voor niets als legendarisch bestempelde stuurman Rody Rijnders duwde daar ‘in een studentikoze bui’ zomaar miss Frankrijk het water in. Het was de heren van Laga een raadsel waarom de organisatie haar op het botenterrein liet rondlopen. Eigen schuld dus.
Tegen vrouwen hebben ze bij Laga sowieso lange tijd een beetje vreemd aangekeken. Zeker als die ook nog wilden roeien. Dat ging zonder dames toch echt harder, vonden de tegenstanders. De roeilustige vrouwen lieten zich echter niet tegenhouden. In 1976, het jaar van het eeuwfeest, verschenen de eerste roeisters op Laga. Vier jaar later werd het eerste damesblik getrokken tijdens de Varsity. Later zou Eeke van Nes, goed voor onder meer drie olympische medailles, zelfs de ‘blikkenlijst’ aanvoeren.
Belangrijke lieden binnen corps en roeivereniging pleitten ervoor dat Laga immer zijn identiteit zou blijven uitdragen door zich ‘sterk te maken voor behoud van het studentikoze karakter van de Varsity’. Dat is het bestaansrecht van de club.
In 2002 maakte Laga zich los van het DSC om een open vereniging te worden. Door de toegenomen studiedruk was het aantal actieve roeiers te sterk teruggelopen om de hoge ambities waar te maken. De afsplitsing leidde tot een ‘explosie’ aan nieuwe leden, vertelt Mertens. “De volgende stap is het omhoog brengen van de kwaliteit. We hebben een professionele coach aangenomen. Het plan werpt zeker vruchten af.” Maar gelukkig, zo wordt verzekerd, “qua tradities zullen we nooit loskomen van het DSC. Dat blijft een onderdeel van onze identiteit.”
Een foto uit 1937, genomen na het ‘turven’ van de boot, het inkerven van een streepje in de boot dat aanduidt dat er een nummer gewonnen is. (Foto: Laga lustrumboek 2001)
Comments are closed.