Opinion

Onderzoeksdata delen: hulp van je vijand

Hoogleraar voedingsleer Martijn Katan is niet voor open data, omdat sommige belanghebbenden te kwader trouw zijn. Hij stelt een intern audit-systeem voor, en deelt data verder alleen met vertrouwelingen.

Openheid van maatschappij en data zijn een kwetsbaar goed, en de moeite waard om te beschermen.

Wetenschappers die data niet delen, verloochenen daarmee de wetenschap die zij dienen. Als anderen, waaronder ‘partijen met veel macht en middelen’, je conclusies onderuit halen op basis van je eigen data, dan had je wellicht ongelijk. We mogen vertrouwen op het zelfreinigend vermogen van die wetenschap.

Maar daarvoor is openbaarheid van data wel een vereiste. Had de vleesindustrie maar toegang gehad tot de Tilburgse data over vermeend agressieve vleeseters. En hadden de IPCC-onderzoekers hun data plus software maar gedeeld achter hun roemruchte hockeystickcurve. Juist de grootste tegenstanders worden dan je wetenschappelijke vrienden. Ze houden je scherp, en nog gratis ook. Dan auditors, die zijn niet gratis. Maar erger nog, indien intern, is er kans op vooringenomenheid.

Katans instituut, bestaand uit tweehonderd onderzoekers, zou beter in kwaliteits-tools vooraf kunnen investeren dan in controle achteraf. Dat zijn auditors ook echt ‘kijken in de pc van de onderzoeker’ doet vermoeden dat zoiets er niet is. Data horen niet meer op een pc thuis, maar duurzaam bij een datacentrum (Dans, 3TUDatacentrum). Waar het opvragen ervan gelogd wordt. Waar onafhankelijke auditors erbij kunnen. En natuurlijk je vrienden. Want over alle voordelen van data delen hebben we het nog niet eens gehad door de ‘vijandige’ toon van dit debat.


Dr.ir. Gerben de Boer is onderzoeker bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en bij Deltares. Met collega’s richtte hij OpenEarth.nl op, een community om data, modellen en tools te delen.

Tom Broens is eerstejaars student technische bestuurskunde en is na de kennismakingstijd ingetrokken in Studentenrusthuis In Den Wijngaard aan de Spoorsingel. In dit mannenhuis van Virgiel wonen twaalf mannen, onder wie drie huisjongstes. Hij heeft een eigen kamer, de andere twee HJ’s hebben samen een slaapkamer en een gemeenschappelijke studeerkamer. Naast het buitenzetten van de vuilnis en het schoonmaken van de koelkast moet hij elke morgen vroeg koffie zetten. Zijn kamer ligt namelijk naast de keuken. Als hij te vaak verzaakt, loopt hij het risico dat er een emmer water in zijn bed wordt gegooid, of dat zijn meubels buiten worden gezet.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.