De faculteit Bouwkunde wil toe naar technisch ontwerponderzoek dat de wetenschappelijke toets der kritiek doorstaat. BeoordelingHet onderzoek bij Bouwkunde moet volgens een internationale visitatiecommissie als ‘satisfactory’ worden beoordeeld; er zijn geen dieptepunten (wel ‘below standard’), noch is het predikaat ‘excellent’ van toepassing.
br />
Dit blijkt uit het vorige week verschenen rapport van een internationale visitatiecommissie, die vorig jaar september het onderzoek bij Bouwkunde bekeek. Belangrijkste uitkomst van het bezoek is een groot pakket aan maatregelen die Bouwkunde wil nemen om te komen tot een versterking van het technisch ontwerponderzoek.
Tegelijkertijd wil Bouwkunde zich een positie verwerven binnen het NWO, een grote onderzoeksfinancier waarvan de faculteit nu verstoken blijft omdat de bouwkunde als vakgebied niet in de werkgemeenschappen van dit gremium voorkomt.
Daarmee heeft deze visitatiecommissie een oud debat weer op scherp gezet: behoort het vakgebied van de bouwkunde tot het technisch wetenschappelijk domein of is het te toegepast van aard en ‘artistiekerig’? De commissie merkte dat het onderzoek zich moeilijk in wetenschappelijke criteria laat vangen en trekt als algemene conclusie dat het huidig onderzoek soms te weinig wetenschappelijk vernieuwend is.
Bouwkunde constateerde reeds in haar zelfstudie dat het onderzoek nog steeds te versnipperd en te mono-disciplinair is. De kwaliteit van de afgestudeerden staat buiten twijfel.
Ambitieus
De faculteit, die de commissie als ‘competent’, ‘integer en professioneel’ ervoer, onderkent de problematiek en heeft een ambitieus onderzoeksplan 1999-2003 opgesteld. Hoofdmoot van het plan is een thematische aanpak van onderzoekgebieden, die door verschillende disciplines binnen en buiten de faculteit zouden moeten worden aangepakt. Genoemd worden ondergronds en duurzaam bouwen. Daartoe worden onderzoek-ateliers ingericht en wil de faculteit aio-formatie vrijmaken voor een tweejarige postdoctorale ontwerpersopleiding.
Vice-decaan en directeur onderzoek prof.ir. J. Heeling schat dat de faculteit vier à vijf jaar nodig heeft om de structuur voor wetenschappelijk ontwerponderzoek neer te zetten. Hij verwacht veel van een ‘zware commissie’ die de opdracht krijgt tot een drietal essentiële zaken: ten eerste het wetenschapsgebied van Bouwkunde te formuleren, ten tweede te benoemen wat het ontwerponderzoek is en ten slotte uit te zoeken welke ontwerpmethoden geëigend zijn. ,,Dat moet goed boven water komen en helder gedefinieerd worden.”
Beoordeling
Het onderzoek bij Bouwkunde moet volgens een internationale visitatiecommissie als ‘satisfactory’ worden beoordeeld; er zijn geen dieptepunten (wel ‘below standard’), noch is het predikaat ‘excellent’ van toepassing.
Dit blijkt uit het vorige week verschenen rapport van een internationale visitatiecommissie, die vorig jaar september het onderzoek bij Bouwkunde bekeek. Belangrijkste uitkomst van het bezoek is een groot pakket aan maatregelen die Bouwkunde wil nemen om te komen tot een versterking van het technisch ontwerponderzoek.
Tegelijkertijd wil Bouwkunde zich een positie verwerven binnen het NWO, een grote onderzoeksfinancier waarvan de faculteit nu verstoken blijft omdat de bouwkunde als vakgebied niet in de werkgemeenschappen van dit gremium voorkomt.
Daarmee heeft deze visitatiecommissie een oud debat weer op scherp gezet: behoort het vakgebied van de bouwkunde tot het technisch wetenschappelijk domein of is het te toegepast van aard en ‘artistiekerig’? De commissie merkte dat het onderzoek zich moeilijk in wetenschappelijke criteria laat vangen en trekt als algemene conclusie dat het huidig onderzoek soms te weinig wetenschappelijk vernieuwend is.
Bouwkunde constateerde reeds in haar zelfstudie dat het onderzoek nog steeds te versnipperd en te mono-disciplinair is. De kwaliteit van de afgestudeerden staat buiten twijfel.
Ambitieus
De faculteit, die de commissie als ‘competent’, ‘integer en professioneel’ ervoer, onderkent de problematiek en heeft een ambitieus onderzoeksplan 1999-2003 opgesteld. Hoofdmoot van het plan is een thematische aanpak van onderzoekgebieden, die door verschillende disciplines binnen en buiten de faculteit zouden moeten worden aangepakt. Genoemd worden ondergronds en duurzaam bouwen. Daartoe worden onderzoek-ateliers ingericht en wil de faculteit aio-formatie vrijmaken voor een tweejarige postdoctorale ontwerpersopleiding.
Vice-decaan en directeur onderzoek prof.ir. J. Heeling schat dat de faculteit vier à vijf jaar nodig heeft om de structuur voor wetenschappelijk ontwerponderzoek neer te zetten. Hij verwacht veel van een ‘zware commissie’ die de opdracht krijgt tot een drietal essentiële zaken: ten eerste het wetenschapsgebied van Bouwkunde te formuleren, ten tweede te benoemen wat het ontwerponderzoek is en ten slotte uit te zoeken welke ontwerpmethoden geëigend zijn. ,,Dat moet goed boven water komen en helder gedefinieerd worden.”
Comments are closed.