Er komt een breed stelsel van onderzoekscholen, dat voor een groot deel voorziet in de tweede-faseopleidingen voor jonge onderzoekers. Wel dienen er, met financiële ondersteuning van de onderzoekorganisatie NWO, enkele topinstituten uit het stelsel voort te komen.
Deze centres of excellence moeten samenwerken met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties.
Dat schrijft staatssecretaris Nuis deze week aan de Tweede Kamer. Hij neemt daarmee een advies over dat de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid in januari van dit jaar opstelde. De aanbeveling om de erkenningsprocedure door de academie van wetenschappen (KNAW) te versoepelen voor nieuwe opleidingen die hun kwaliteit nog niet hebben bewezen legt Nuis echter naast zich neer. Ook het idee om de scholen bestuurlijk los te koppelen van de faculteiten waar ze uit voortkomen neemt hij niet over: ,,Op geen enkele wijze mag de indruk ontstaan dat hoogleraren en docenten, die in onderzoekscholen zijn opgenomen, geen rol meer spelen in het eerste-faseonderwijs.”
Nuis hoopt met zijn brief aan de Kamer een definitief einde te maken aan de discussie rond de vraag welke richting het stelsel van onderzoekscholen uit moet: breed of diep. Daarover ontstond in april vorig jaar flinke verwarring, toen de Tweede Kamer minister Ritzen het verwijt maakte dat hij de kans liet lopen om een beperkt aantal centra voor toponderzoek te vormen. Ritzen, die eerder had gepleit voor opheffing van alle beperkingen voor het aanvragen van een erkenning, zegde prompt toe het aantal scholen voorlopig te willen beperken tot dertig. Uiteindelijk moest hij echter het onderspit delven tegen de protesterende universiteiten en de erkenningscommissie van de KNAW (ECOS), die als onafhankelijke instantie het laatste woord heeft over de onderzoekscholen.
In januari van dit jaar werden maar liefst vijftig aanvragen ingediend, waarvan er 37 werden erkend. Dat bracht het totaal aantal erkende scholen op 61. Volgens een voorspelling, die voorzitter prof.dr. J.H. van der Waals van de ECOS eind vorig jaar deed, zullen er uiteindelijk honderd onderzoekscholen komen. Nuis heeft hier geen bezwaar tegen, zolang er ook maar een extra laag van topinstituten komt. (HOP/M.W.)
Er komt een breed stelsel van onderzoekscholen, dat voor een groot deel voorziet in de tweede-faseopleidingen voor jonge onderzoekers. Wel dienen er, met financiële ondersteuning van de onderzoekorganisatie NWO, enkele topinstituten uit het stelsel voort te komen. Deze centres of excellence moeten samenwerken met het bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties.
Dat schrijft staatssecretaris Nuis deze week aan de Tweede Kamer. Hij neemt daarmee een advies over dat de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid in januari van dit jaar opstelde. De aanbeveling om de erkenningsprocedure door de academie van wetenschappen (KNAW) te versoepelen voor nieuwe opleidingen die hun kwaliteit nog niet hebben bewezen legt Nuis echter naast zich neer. Ook het idee om de scholen bestuurlijk los te koppelen van de faculteiten waar ze uit voortkomen neemt hij niet over: ,,Op geen enkele wijze mag de indruk ontstaan dat hoogleraren en docenten, die in onderzoekscholen zijn opgenomen, geen rol meer spelen in het eerste-faseonderwijs.”
Nuis hoopt met zijn brief aan de Kamer een definitief einde te maken aan de discussie rond de vraag welke richting het stelsel van onderzoekscholen uit moet: breed of diep. Daarover ontstond in april vorig jaar flinke verwarring, toen de Tweede Kamer minister Ritzen het verwijt maakte dat hij de kans liet lopen om een beperkt aantal centra voor toponderzoek te vormen. Ritzen, die eerder had gepleit voor opheffing van alle beperkingen voor het aanvragen van een erkenning, zegde prompt toe het aantal scholen voorlopig te willen beperken tot dertig. Uiteindelijk moest hij echter het onderspit delven tegen de protesterende universiteiten en de erkenningscommissie van de KNAW (ECOS), die als onafhankelijke instantie het laatste woord heeft over de onderzoekscholen.
In januari van dit jaar werden maar liefst vijftig aanvragen ingediend, waarvan er 37 werden erkend. Dat bracht het totaal aantal erkende scholen op 61. Volgens een voorspelling, die voorzitter prof.dr. J.H. van der Waals van de ECOS eind vorig jaar deed, zullen er uiteindelijk honderd onderzoekscholen komen. Nuis heeft hier geen bezwaar tegen, zolang er ook maar een extra laag van topinstituten komt. (HOP/M.W.)
Comments are closed.