Iedere student kent ze wel. Van die docenten die tijdens colleges oeverloos doorpraten over ingewikkelde materie. Zonder dat er kop of staart zit aan hun verhaal.
De inhoud is vast interessant, maar niemand kan of wil nog luisteren en de slaperigheid slaat toe.
Voor die docenten, maar ook voor hun verbaal minder dramatisch presterende collega’s, is het Instituut voor Techniek en Communicatie van de faculteit Techniek Bestuur en Management een speciale cursus gestart. In deze masterclass ‘Verhalen in wetenschap en onderwijs’ leren TU-wetenschappers hun saaie relaas om te dopen in een verhaal waarvan het publiek wél wil weten hoe het afloopt.
Natuurkundige in ruste, componist en theatermaker Gijs Meeusen is verantwoordelijk voor deze kleine revolutie op de TU. Drie bijeenkomsten met zijn cursisten volstaan volgens hem om ervoor te zorgen dat de helft al meteen veel beter presenteert. De andere helft heeft na drie keer genoeg aanknopingspunten om dat resultaat met wat meer inspanning ook te bereiken. Hoe dan ook zorgt zijn cursus volgens hem voor ‘een wereld van verschil’.
Meeusen is ervan overtuigd dat van ieder onderwerp een goed verhaal te maken is. Maar dan is er wel conflict nodig. De wetenschapper in kwestie wil bijvoorbeeld een natuurkundig probleem oplossen, maar het lukt niet. Of hij wil een nieuwe toepassing realiseren, maar weet nog niet hoe. Daarmee is het begin van een goed verhaal geboren, want nu willen we weten hoe het verder gaat.
Het probleem met de wetenschappers van nu is dat ze meteen beginnen te vertellen over wat ze allemaal gedaan hebben in hun onderzoek, weet Meeusen. Zonder dus eerst duidelijk te maken wat het conflict is, dat hen had aangezet tot actie.
Vooral bij toegepaste wetenschap is dat volgens Meeusen niet zo moeilijk. In het werkboek bij de masterclass schrijft hij dat wetenschappers zich in die hoek te buiten kunnen gaan ‘aan ziektes rampen, honger en winstgevendheid’. “Kijk wel altijd kritisch naar de relatie tussen jouw resultaat en het conflict wat je introduceert”, voegt hij daaraan toe. “De wereld die ten onder gaat bij gebrek aan fossiele brandstoffen stevig aanzetten is goed, maar dan moet je ook kernfusie gerealiseerd hebben.”
Opleidingsdirecteur Erik Lagendijk van Technische Natuurwetenschappen deed mee aan de eerste masterclass van Meeusen. Hij is enthousiast. “Het was zeer nuttig. Je leert een verhaal spannend te maken, dat in origine van een dodelijke saaiheid is.” Lagendijk zag zijn medecursisten met sprongen vooruit gaan. “Van een waardeloze presentatie ging het naar een verhaal waar je naar wilt luisteren.”
Lagendijk heeft de cursus daarom ‘krachtig’ aanbevolen op zijn faculteit. Al wil hij niemand in een keurslijf duwen, zegt hij. “Verhalen vertellen is niet het enige element van docent zijn. En er zijn nu eenmaal verschillende types docenten in omloop. Niet iedereen kan of wil dit.”
Saskia Bonger
De cursus van januari is al volgeboekt. Docenten en wetenschappers die zich in de verhalen willen bekwamen, kunnen 20 maart, 3 en 24 april terecht bij IT&C.
Iedere student kent ze wel. Van die docenten die tijdens colleges oeverloos doorpraten over ingewikkelde materie. Zonder dat er kop of staart zit aan hun verhaal. De inhoud is vast interessant, maar niemand kan of wil nog luisteren en de slaperigheid slaat toe.
Voor die docenten, maar ook voor hun verbaal minder dramatisch presterende collega’s, is het Instituut voor Techniek en Communicatie van de faculteit Techniek Bestuur en Management een speciale cursus gestart. In deze masterclass ‘Verhalen in wetenschap en onderwijs’ leren TU-wetenschappers hun saaie relaas om te dopen in een verhaal waarvan het publiek wél wil weten hoe het afloopt.
Natuurkundige in ruste, componist en theatermaker Gijs Meeusen is verantwoordelijk voor deze kleine revolutie op de TU. Drie bijeenkomsten met zijn cursisten volstaan volgens hem om ervoor te zorgen dat de helft al meteen veel beter presenteert. De andere helft heeft na drie keer genoeg aanknopingspunten om dat resultaat met wat meer inspanning ook te bereiken. Hoe dan ook zorgt zijn cursus volgens hem voor ‘een wereld van verschil’.
Meeusen is ervan overtuigd dat van ieder onderwerp een goed verhaal te maken is. Maar dan is er wel conflict nodig. De wetenschapper in kwestie wil bijvoorbeeld een natuurkundig probleem oplossen, maar het lukt niet. Of hij wil een nieuwe toepassing realiseren, maar weet nog niet hoe. Daarmee is het begin van een goed verhaal geboren, want nu willen we weten hoe het verder gaat.
Het probleem met de wetenschappers van nu is dat ze meteen beginnen te vertellen over wat ze allemaal gedaan hebben in hun onderzoek, weet Meeusen. Zonder dus eerst duidelijk te maken wat het conflict is, dat hen had aangezet tot actie.
Vooral bij toegepaste wetenschap is dat volgens Meeusen niet zo moeilijk. In het werkboek bij de masterclass schrijft hij dat wetenschappers zich in die hoek te buiten kunnen gaan ‘aan ziektes rampen, honger en winstgevendheid’. “Kijk wel altijd kritisch naar de relatie tussen jouw resultaat en het conflict wat je introduceert”, voegt hij daaraan toe. “De wereld die ten onder gaat bij gebrek aan fossiele brandstoffen stevig aanzetten is goed, maar dan moet je ook kernfusie gerealiseerd hebben.”
Opleidingsdirecteur Erik Lagendijk van Technische Natuurwetenschappen deed mee aan de eerste masterclass van Meeusen. Hij is enthousiast. “Het was zeer nuttig. Je leert een verhaal spannend te maken, dat in origine van een dodelijke saaiheid is.” Lagendijk zag zijn medecursisten met sprongen vooruit gaan. “Van een waardeloze presentatie ging het naar een verhaal waar je naar wilt luisteren.”
Lagendijk heeft de cursus daarom ‘krachtig’ aanbevolen op zijn faculteit. Al wil hij niemand in een keurslijf duwen, zegt hij. “Verhalen vertellen is niet het enige element van docent zijn. En er zijn nu eenmaal verschillende types docenten in omloop. Niet iedereen kan of wil dit.”
Saskia Bonger
De cursus van januari is al volgeboekt. Docenten en wetenschappers die zich in de verhalen willen bekwamen, kunnen 20 maart, 3 en 24 april terecht bij IT&C.
Comments are closed.