Wetenschappers en kunstenaars probeerden afgelopen zaterdag tijdens het debat ‘kunst, wetenschap en de crisis’ de huidige financiële en maatschappelijke problemen het hoofd te bieden. Ze hopen samen op een nieuwe renaissance.
Het zijn spannende tijden. De crisis is in volle gang en veel mensen worden nerveus van de financiële wantoestanden bij banken. Een debat over ‘kunst, wetenschap en de crisis’ is daarom gedurfd. Helemaal als de centrale vraag tijdens het debat luidt: ‘kunnen kunst en wetenschap ons leiden naar een nieuwe renaissance?’
Een wedergeboorte, waarin wetenschap en kunst ons uit het moeras trekt, klinkt aanlokkelijk. De donkere Middeleeuwen werden per slot van rekening door wetenschappers en kunstenaars ook snel getransformeerd tot een nieuw tijdperk waarin hoop en verandering de hoofdrol speelden.
Raymond Browne, hoofd sport en cultuur bij de TU, gelooft dat er nu een nieuwe renaissance voor de deur staat. Daarom verzorgde hij samen met de gemeente Delft het debat. “De crisis is het teken dat we niet op dezelfde voet door kunnen leven in onze westerse samenleving. Veel mensen worden daar angstig van. Geert Wilders wordt niet voor niets zo bejubeld. Ik zie die nieuwe tijd die voor de deur staat juist opgewonden tegemoet. Kunst en wetenschap bieden hoop. We willen onderzoeken, vragen stellen en over grenzen heen kijken.”
Het idealisme van Browne en de andere deelnemers van het debat is te prijzen. Maar tegelijkertijd nemen ze wel veel hooi op hun vork. Want de renaissance vond vele honderden jaren geleden plaats. Leonardo da Vinci, wetenschapper en kunstenaar en Browne’s grote voorbeeld, stierf in 1519. De huidige geglobaliseerde wereld is er sindsdien niet eenvoudiger op geworden.
Het eerste deel van het debat komt niet echt van de grond. Kunstenaars en wetenschappers praten langs elkaar heen. De benadering is erg pragmatisch en de tegenstellingen groot. Een student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek roept: “Ik kan ook een paars vliegtuig maken en dat kunst noemen!” “De Applecomputer is een goed voorbeeld van de samenwerking tussen kunst en techniek”, roept een ander. “Het is een kek ontwerp en de gebruikers vertrouwen het merk. Als Apple een bank zou beginnen, zou dat een succes zijn. Wetenschap kan ook kunst zijn.”
Christina Della Giustina, kunstenaar en docent Fine Arts aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, vindt het voorbeeld maar niets. “Een kunstenaar is in de eerste plaats idealistisch. Ik wil iets moois maken. Soms doe ik daar jaren over en dan ben ik geen moment bezig met geld verdienen.” Kunstenaar Joost Rekveld vult haar aan. “Als je iets nieuws schept, ben je helemaal niet bezig een merk neer te zetten. Als je denkt goed geld te kunnen verdienen in de kunst, ben je gek. Dan kun je beter economie studeren. Focussen op winstbejag vind ik belachelijk.”
Wetenschappers grijnzen. “Volgens mij verschillen we helemaal niet zoveel van elkaar als we denken. Kunstenaars en wetenschappers zijn beiden nerds. Ook als wetenschapper ben je alleen maar bezig met het maken van innovatieve dingen, voor een bijzonder gering bedrag. Daar moeten we elkaar wel in kunnen vinden,” zegt Raymond Browne.
Zo slaan wetenschappers en kunstenaars toch nog de handen ineen. Browne is tevreden. “Het is goed om te ontdekken dat zowel wetenschappers als kunstenaars op zoek zijn naar inspiratie en eureka-momenten. Ik heb geen idee waar de nieuwe renaissance toe leidt, maar wie nieuwsgierig is, loopt voorop. Dat is beter dan angstig zijn als er nieuwe tijden voor de deur staan.”
Tot concrete plannen leidde het debat nog niet. Prof.ir. Karel Luyben, per 1 januari 2010 rector van de TU, was enthousiast over het debat, maar deed er nog geen nieuwe samenwerkingsideeën tussen kunstenaars en wetenschappers door op. “Ik vind het wel belangrijk dat er meer samenwerking komt. Bij het gastschrijverschap werkt het bijvoorbeeld al heel goed”, zegt Luyben. “Maar ik ben net nieuw, dus ik moet nog eens goed over de invulling nadenken.”
Delta, 13 december 2007
Nils Beers en David Czap richtten een bedrijf op om hun speedboot op zonne-energie aan de rijke man te brengen. Rijk, want de boot van ongeveer zeven ton is niet voor iedereen weggelegd.
“We krijgen extreem veel aandacht”, vertelt Nils Beers. In 2007 introduceerde hij zijn speedboot op zonne-energie op de Miljonair Fair. “Sindsdien schrijven superveel bladen heel enthousiast over ons”, zegt Beers, die samen met broer Michael en studiegenoot David Czap het bedrijf Czeers oprichtte om de boot aan de man te brengen.
In september vorig jaar waren ze op een jachtshow in Monaco. “Daar zaten we met de grote jachtbouwers der aarde om de tafel op prachtige boten”, vertelt Beers enthousiast. “Dat was het summum van cool.”
Maar terwijl de jonge ondernemers potentiële investeerders en kopers probeerden te interesseren, klopte de kredietcrisis aan de deur. “In Monaco hoorde je iedereen al praten over de mogelijke gevolgen. Maar we gingen toch naar huis met een paar goede leads.” Niet veel later stokte alles. “Er wordt geen boot meer verkocht, bij niemand meer. Iedereen wacht af.”
In zak en as zitten ze niet bij Czeers. “Maar we hebben er wel last van. Op het moment dat je hoopt te pieken, komt een crisis langs. Dat is jammer, maar het gaat ook wel weer voorbij”, zegt Beers. “Het is een onderdeel van ondernemen om oplossingen te zoeken om zulke periodes door te komen.”
Beers en Czap – Beers’ broer werkt inmiddels ergens anders – zoeken nu naar investeerders die geen of minder last hebben van de crisis. “Op genoeg plekken in de wereld is nog steeds veel geld. Dat moeten we zien te vinden.” De overheid is volgens Beers zo’n plek. “We hebben nu de eerste gesprekken over een zonneboot voor de politie.”
Bovendien denkt Beers binnen enkele maanden de zonnepanelen te kunnen verkopen die ze voor de boten gebruiken. “De zonnepanelen zijn geïntegreerd in de constructie. Je ziet de overgang niet tussen het paneel en het dek.” En de panelen zijn in iedere vorm te maken. Czeers wil daar een fabriek voor opzetten.
Ze verkochten pas één boot, ‘een Spartaanse versie’. Kunnen Beers en Czap hun hoofd boven water houden tot ze meer klanten vinden voor hun boot, hun adviezen en hun zonnepanelen? “We zijn maar met zijn tweeën en besteden bijna alles uit aan toeleveranciers. Dat kost een beetje marge, maar zo’n crisis doet wel minder pijn dan wanneer je tien man in dienst hebt.”
De jonge directeuren zouden nu eindelijk tijd hebben om hun tentamens te leren, maar zowel Czap als Beers stopten met hun studie. “We hadden tonnen aan financiering binnengehaald. We moesten een keuze maken.” Soms vindt hij het lastig dat hij geen studie heeft afgemaakt. “Ik kan nooit zeggen dat ik ben afgestudeerd. Daar heb ik nog geen last van gehad, maar het doet toch iets met mijn ego”, zegt Beers. Maar spijt heeft hij niet. “Wat ik heb geleerd in deze crash course ondernemen, leer je in twintig jaar studie nog niet.”
Comments are closed.