Daar ligt-ie dan. Een boekwerk van 284 pagina’s dik, een stevig dictaatje zou je in eerste instantie zeggen. Het is echter de concept-begroting voor het komende jaar, vol met tabellen, grafieken en nog wat toelichtende teksten.
Van de inhoud word je niet erg vrolijk. Voor 1995 een tekort van 30 miljoen gulden.
Bijna alle faculteiten en diensten ( beheerseenheden ) zullen gaan interen op hun reserves, het Bureau van de universiteit en de faculteiten Elektrotechniek en Lucht- en Ruimtevaart zullen zelfs een negatieve reserve krijgen na dit jaar. Er is in principe niets tegen incidenteel een uitgave uit de bedrijfsreserve te doen als daar van te voren rekening mee is gehouden, bijvoorbeeld bij aanschaf van dure apparatuur.
Zodra structureel uitgaven uit de reserves gedaan worden, is het tijd om aan de noodrem te trekken. Hier is nog niet erg veel van te merken. ,,Het komt wel goed”, lijken de meeste beheerseenheden te denken. Zien zij de donkere wolken uit Den Haag nog niet hangen en de studenteninstroom nog niet dalen door de demografische ontwikkelingen?
Af en toe krijg je het gevoel dat we de strijd in deze minder ruime tijden niet met de TU Delft als geheel voeren, maar dat elke beheerseenheid voor zich aan de gang is. Als de begroting niet sluitend te krijgen is, of als de eigen reserves opraken, dan lost het centraal niveau van de universiteit het wel op, zo lijken de beheerseenheden te denken. Maar ook het centraal niveau heeft het moeilijk en is toch zeker Sint Nicolaas niet. Op deze manier zullen we binnenkort geen reserves meer hebben.
Volgens Oras ligt een deel van de oplossing van dit probleem in het veranderen van de bestedingsmentaliteit. Men moet gaan beseffen dat elke gulden die een faculteit uitgeeft een ‘TU Delft-gulden’ is. Voor alle uitgaven die niet van strategisch belang zijn zullen andere beheerseenheden moeten bloeden, die dan eventueel hun strategische activiteiten en/of investeringen moeten verminderen.
Het is dan ook te hopen dat de beheerseenheden zich komend jaar beter aan de begroting houden dan in ’94. Vorig jaar bleken de tekorten soms wel twee tot drie keer groter te zijn dan begroot. De begrotingsdiscipline zal verbeterd moeten worden. Een groot deel van de kosten bestaat natuurlijk uit personeelskosten, en hierop is het moeilijk bezuinigen. Denk maar aan de wachtgeldregelingen. De bezuinigingen worden tot nu toe dan ook voornamelijk op de materiële middelen gerealiseerd.
Minste weerstand
Oras vindt dat er weloverwogen keuzes gemaakt moeten worden tussen activiteiten en dat niet de weg van de minste weerstand gevolgd moet worden. De inkomsten van de universiteit, voor het grootste deel bepaald door de bijdrage uit Den Haag, zullen de komende jaren eerder dalen dan stijgen. Daarom heeft de universiteit het streven om onder andere de derde-geldstroom (inkomsten van bedrijven en andere instanties) toe te laten nemen. In de strategienota staat het doel deze van 90tot 150 miljoen te laten groeien. In de begroting is het totaal van derde-geldstroominkomsten op 97,6 miljoen blijven steken. Het gestelde doel wordt duidelijk niet gerealiseerd, wat volgens Oras te wijten is aan de economische recessie en zeker ook aan het achterblijvende beleid.
De vraag blijft nu of de universiteitsraad akkoord moet gaan met deze begroting. De Oras-fractie denkt dat het weinig zin heeft hem af te keuren, omdat het op dit moment geen beleidsrijke veranderingen teweeg zal brengen op de faculteiten. In de periode van nu tot en met april, wanneer de Financiële Kaderstelling (middellange termijn beleid) uitkomt, zullen we ons moeten beraden over het beleid voor de komende barre tijden.
Hierbij zal ook aandacht besteed moeten worden aan het daadwerkelijk uitvoeren op decentraal niveau van maatregelen die op het centrale niveau genomen zijn. Vanaf nu zullen we prioriteiten moeten stellen op alle niveaus. Ook beheerseenheden moeten voor zichzelf (en voor hun omgeving) duidelijk maken, welke richting ze op willen. Ze kunnen niet alles aangrijpen wat op hun pad komt, er zullen keuzes gemaakt moeten worden.
Mariëlle van der Krol, Oras-fractie u-raad
Daar ligt-ie dan. Een boekwerk van 284 pagina’s dik, een stevig dictaatje zou je in eerste instantie zeggen. Het is echter de concept-begroting voor het komende jaar, vol met tabellen, grafieken en nog wat toelichtende teksten. Van de inhoud word je niet erg vrolijk. Voor 1995 een tekort van 30 miljoen gulden.
Bijna alle faculteiten en diensten ( beheerseenheden ) zullen gaan interen op hun reserves, het Bureau van de universiteit en de faculteiten Elektrotechniek en Lucht- en Ruimtevaart zullen zelfs een negatieve reserve krijgen na dit jaar. Er is in principe niets tegen incidenteel een uitgave uit de bedrijfsreserve te doen als daar van te voren rekening mee is gehouden, bijvoorbeeld bij aanschaf van dure apparatuur.
Zodra structureel uitgaven uit de reserves gedaan worden, is het tijd om aan de noodrem te trekken. Hier is nog niet erg veel van te merken. ,,Het komt wel goed”, lijken de meeste beheerseenheden te denken. Zien zij de donkere wolken uit Den Haag nog niet hangen en de studenteninstroom nog niet dalen door de demografische ontwikkelingen?
Af en toe krijg je het gevoel dat we de strijd in deze minder ruime tijden niet met de TU Delft als geheel voeren, maar dat elke beheerseenheid voor zich aan de gang is. Als de begroting niet sluitend te krijgen is, of als de eigen reserves opraken, dan lost het centraal niveau van de universiteit het wel op, zo lijken de beheerseenheden te denken. Maar ook het centraal niveau heeft het moeilijk en is toch zeker Sint Nicolaas niet. Op deze manier zullen we binnenkort geen reserves meer hebben.
Volgens Oras ligt een deel van de oplossing van dit probleem in het veranderen van de bestedingsmentaliteit. Men moet gaan beseffen dat elke gulden die een faculteit uitgeeft een ‘TU Delft-gulden’ is. Voor alle uitgaven die niet van strategisch belang zijn zullen andere beheerseenheden moeten bloeden, die dan eventueel hun strategische activiteiten en/of investeringen moeten verminderen.
Het is dan ook te hopen dat de beheerseenheden zich komend jaar beter aan de begroting houden dan in ’94. Vorig jaar bleken de tekorten soms wel twee tot drie keer groter te zijn dan begroot. De begrotingsdiscipline zal verbeterd moeten worden. Een groot deel van de kosten bestaat natuurlijk uit personeelskosten, en hierop is het moeilijk bezuinigen. Denk maar aan de wachtgeldregelingen. De bezuinigingen worden tot nu toe dan ook voornamelijk op de materiële middelen gerealiseerd.
Minste weerstand
Oras vindt dat er weloverwogen keuzes gemaakt moeten worden tussen activiteiten en dat niet de weg van de minste weerstand gevolgd moet worden. De inkomsten van de universiteit, voor het grootste deel bepaald door de bijdrage uit Den Haag, zullen de komende jaren eerder dalen dan stijgen. Daarom heeft de universiteit het streven om onder andere de derde-geldstroom (inkomsten van bedrijven en andere instanties) toe te laten nemen. In de strategienota staat het doel deze van 90tot 150 miljoen te laten groeien. In de begroting is het totaal van derde-geldstroominkomsten op 97,6 miljoen blijven steken. Het gestelde doel wordt duidelijk niet gerealiseerd, wat volgens Oras te wijten is aan de economische recessie en zeker ook aan het achterblijvende beleid.
De vraag blijft nu of de universiteitsraad akkoord moet gaan met deze begroting. De Oras-fractie denkt dat het weinig zin heeft hem af te keuren, omdat het op dit moment geen beleidsrijke veranderingen teweeg zal brengen op de faculteiten. In de periode van nu tot en met april, wanneer de Financiële Kaderstelling (middellange termijn beleid) uitkomt, zullen we ons moeten beraden over het beleid voor de komende barre tijden.
Hierbij zal ook aandacht besteed moeten worden aan het daadwerkelijk uitvoeren op decentraal niveau van maatregelen die op het centrale niveau genomen zijn. Vanaf nu zullen we prioriteiten moeten stellen op alle niveaus. Ook beheerseenheden moeten voor zichzelf (en voor hun omgeving) duidelijk maken, welke richting ze op willen. Ze kunnen niet alles aangrijpen wat op hun pad komt, er zullen keuzes gemaakt moeten worden.
Mariëlle van der Krol, Oras-fractie u-raad
Comments are closed.