Campus

‘In Nederland blijf ik in leven’

Vluchteling-student Zaid Al-Hilli studeert sinds 1 september aan de TU. Hij vluchtte ruim tweeënhalf jaar geleden uit Irak. Hij is zeer te spreken over de Nederlanders, maar hoopt wel dat Geert Wilders tot andere inzichten komt. “Hij had beter een film tegen Al Qaeda kunnen maken.”

WIE IS ZAID AL-HILLI?
Zaid Al-Hilli (1982) studeert sinds 1 september als vluchteling-student aan de TU Delft. Hij volgt nu een schakelprogramma om de master computer-engineering te kunnen doen. Zaid studeerde eerder computer science aan het Al Rafidain University College in Bagdad. In 2005 behaalde hij zijn diploma. “Met hoge cijfers. Ik was nummer twintig van honderd studenten.” Daarna haalde hij een diploma in networking (CCNA) en – omdat hij al sinds zijn jeugd journalist wil worden – hij volgde ongeveer een half jaar een training video-editing en grafisch ontwerp. Daarna werkte hij bij Iraqi Media Network, een door de overheid gefinancierd multimediabedrijf met onder meer tv-zenders, radiostations, tijdschriften en kranten. Na een aanslag en doodsbedreigingen vluchtte hij eind 2006 naar Syrië. Sinds begin 2008 woont hij in Nederland.

Al een beetje gewend hier?
“Ja, vanaf het begin vond ik het hier leuk. Dat komt vooral omdat ik echt een menselijke behandeling kreeg. Dat begon al bij de mensen van de IND toen ik in Heerlen aankwam. En die van het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers, red.), Sietse en Ina zijn echt vrienden voor mij. Eigenlijk vrijwel alle mensen waarmee ik te maken kreeg, ook op straat, in winkels. Nou ja, op een enkele uitzondering na. In Rotterdam vroeg ik een oudere man op straat eens iets en voor ik mijn vraag kon stellen, was het meteen: nee. En liep hij door. Misschien kwam het doordat hij in elke hand een tas had.”

De politieke partij PVV van Geert Wilders heeft het niet zo begrepen op allochtonen en wil een onderzoek naar wat ze kosten en opleveren. Wilders heeft inmiddels veel aanhang.
“Iedereen heeft zijn ideaal en mag zeggen wat hij wil. Maar de boodschap van Wilders is niet aardig. Stel dat hij zelf uit bijvoorbeeld Somalië zou komen, zich aan de regels houdt en hier iemand treft met zijn opvattingen. Hoe zou hij dat vinden?
Hij heeft ook die film gemaakt, ‘Fitna’, en daarmee keert hij zich tegen de islam. Maar dat is onterecht. Hij zou onderscheid moeten maken en had beter een film tegen ‘moslimterreur’ kunnen maken. Die terroristen zijn mensen die zich moslim noemen, maar volgens mij niets met de islam te maken hebben. Dat verschil zou hij moeten zien. Hopelijk komt hij tot een ander inzicht en wordt hij minder absoluut.” 

Wat is het lastigst bij een nieuwe start in een nieuw land?
“Voor mij eigenlijk alleen de taal. Dat kwam ook door mezelf. In de eerste drie maanden dat ik hier was, wilde ik het Nederlands niet horen. Ik kende de letters, de betekenis van de woorden en de klanken niet. Maar na die drie maanden zei ik tegen mezelf: ik woon hier en wil met de mensen kunnen praten. Toen ben ik het gaan proberen. Met mensen spreken, maar ook opschriften lezen en kijken wat het zou betekenen. Of vragen. Het is wel handig dat vrijwel elke Nederlander Engels spreekt, al denken er veel dat ze het heel goed spreken, terwijl dat soms nogal tegenvalt.”

Wat vind je bij je kennismaking met Nederland het leukst, mooist of meest verrassend?
“Eigenlijk twee dingen. Allereerst de bruggen die je overal ziet en die ook nog regelmatig open gaan, zoals de Hambrug vlak bij de campus. Je moet dan wachten en je kunt zien hoe de schipper door het gat moet sturen. Ik vind bruggen mooi. Zoals de Erasmusbrug in Rotterdam. Wat ik ook bijzonder vind, zijn de fietspaden. Zo mooi rood. In Irak heb je geen fietspaden. Ik had wel een fiets, maar daar reed je altijd tussen de auto’s.”

Een enkele reis Irak– Syrië – Nederland. Dat is een flinke stap.
“Ik had geen keus. Ik werkte als video-editor bij Iraqi Media Network, een door de overheid gefinancierd multimediabedrijf en mijn broer was daar talkshowhost. Op een dag, tegen het einde van 2006, reden we in onze auto naar het werk toen er een auto op ons afkwam. Er zaten drie gemaskerde mannen in met sjaals om hun hoofd. Jullie noemen ze geloof ik Arafat-sjaals. Ineens werd er een vuurwapen op ons gericht en geschoten. Gelukkig misten ze. Twee dagen na die mislukte aanslag kreeg ik een brief met de boodschap: ga weg of je wordt doodgeschoten.”

En toen besloot je te vluchten?
“Na die brief ben ik twee dagen thuis gebleven en durfde ik zelfs mijn mobiel niet meer op te nemen. In die dagen werd de ernst me duidelijk: mijn broer en ik, we waren journalist en ook nog in dienst van een semi-overheidsinstituut. Daarnaast speelden nog wat andere factoren. Ze wilden ons echt doden, daar was voor mij geen twijfel over. Ongeveer tien vrienden van mij waren al doodgeschoten. Veel hoogopgeleiden, waarvan veel van mijn generatie, waren al weggetrokken. Het was ook een tijd met veel autobommen. En elke dag vielen er honderd doden door schietpartijen. Zeker honderd doden. Toen heb ik thuis gezegd dat mijn broer en ik naar Syrië zouden gaan.”

Dat zal er voor jou en je familie flink hebben ingehakt.
“Ja. Maar, iedereen stond er achter. Mijn ouders zeiden dat het voor de veiligheid van mij en mijn broer het beste was om weg te gaan, maar ook voor hen als achterblijvers. Toch was het geen gemakkelijke beslissing om ze in Irak achter te laten. We hebben nu via de telefoon en internet contact met mijn ouders en mijn oma, maar ze hebben het soms moeilijk. Mijn broer en ik waren de linker- en rechterhand van mijn ouders en oma. Als er nu iets met hen is, wie moet hen dan helpen?”

Je was in Irak afgestudeerd en al aan het werk. Waarom keer je terug naar de universiteit?
“Ik wil niet meer werken als journalist. Dat komt door die aanslag. Journalist zijn is echt de gevaarlijkste baan ter wereld, volgens mij. Daarom doe ik hier de master computer engineering. Dat sluit aan op mijn studie in Bagdad én het leidt tot een Nederlands diploma. Ik wil graag een goed diploma. Uit ambitie, voor een gevoel van trots. En omdat ik een goede baan wil.”

Hoe ben je bij de TU Delft terechtgekomen?
“Het begon met internet. Ik heb gezocht op mijn studierichting en vond onder meer de TU in Delft en Eindhoven. Via een vriend heb ik daarna de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF benaderd. Zonder bemiddeling van UAF kun je als vluchteling niet studeren in Nederland. Ik ben er cliënt geworden en heel goed begeleid door Martin van der Randen. Hij geeft me advies, helpt om van alles te regelen. Hij is echt een enorme steun.”

Waarom de TU Delft?
“Alles klopte: ik heb hier de juiste studierichting op een goede universiteit en dicht bij Den Haag. Daar woon ik. Nu ik hier zit, merk ik dat het een goede keus was. Ik word goed opgevangen. De international office, de studieadviseur bij computer engineering, de mensen die Nederlandse les geven. Ze helpen me allemaal.”

Is de TU anders dan de universiteit in Irak?
“Het systeem is wel anders. Ik moest er vooral aan wennen dat je je hier voor elk vak moet inschrijven voordat je het kunt volgen. In Irak hoefde dat niet. Daar kreeg je een studieoverzicht en ging je gewoon naar de vakken die je moest volgen.”

Hoe gaat het met de studie?
“Dat is lastig te zeggen. Ik vind de studie nog een beetje moeilijk, want eigenlijk heb ik steeds net te weinig tijd om alles voor te bereiden. Veel dingen zijn nieuw en kosten nog veel tijd. Vooral de eerste twee weken heb ik veel tijd verloren doordat ik nog geen boeken had en veel moest regelen. Wat ik ook lastig vind, is dat je boeken hebt in het Nederlands en in het Engels en dat de colleges soms in het Nederlands gegeven worden en dan weer in het Engels. Daar moet ik aan wennen.”

Wil je de volgende zinnen aanvullen? Hier in Nederland voel ik me gelukkig want …
“… ik blijf leven en ik kan weer studeren.”

Maar ik voel me ook ongelukkig, want …
“… mijn ouders zijn niet hier.”

Nederlanders zijn soms behoorlijk raar, omdat …
“… het heel directe mensen zijn.”

Hollanders? Best volk want …
“… ze maken alles schematisch. Ze plannen werkelijk alles.”

Kader Abdolah, een Iraniër, vluchtte ooit vanuit Iran naar Nederland. Hij was in zijn land fysicus, maar besloot hier zijn leven radicaal om te gooien. Hij liet de natuurkunde de natuurkunde en volgde zijn jeugddroom om schrijver te worden. Zit een dergelijke ommezwaai er voor jou ook in?
“De computerrichting is mijn toekomst. Denk ik. Zo’n omslag als Kader Abdolah maakte, zie ik voor mij niet. Maar ik denk wel dat ik in mijn vrije tijd, als hobby, voor anderen grafische ontwerpen zal gaan maken.”

Wat is je grootste wens?
“Dat alle mensen in Irak kunnen leven zoals wij hier. In vrede, met goede overheidsdiensten, sociale voorzieningen en infrastructuur. En ik wil met mijn gezin onder één dak leven. Met mijn ouders, oma en broer.”

Hier?
“In Irak. Of hier. Nederland is een mooi land. Maar als ik hier niet kan blijven, dan ergens anders. De wereld is groot genoeg. Het belangrijkste is dat we als gezin samen kunnen leven.”

Student: Justine Timmermans, 25, bouwkunde
Medewerker:
Sharda Bijleveld, koffiejuffrouw

”Ik ga altijd naar koffiebar Sterk. Hier vind ik mijn rust in alle bouwkundedrukte en de energie om weer verder te gaan. Bovendien hebben ze echt de lekkerste koffie. En broodjes. Van die panini’s, niet eens duur. Sterk is een vast element geworden van bouwkunde. Er heerst een ongedwongen sfeer. Sharda en haar team zijn daar het gezicht van. Het is dan ook heel fijn en vertrouwd om de oude gezichten uit het vorige gebouw hier terug te zien. Bovendien is ze altijd aardig en snel. Het enorme espressoapparaat blinkt altijd. Dat lijkt me veel poetswerk. Heel eerlijk gezegd is een andere jongen uit het Sterk-team mijn favoriet, een aandoenlijke jongen met bruin kort haar. Maar die kon niet op de foto.”

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.