Campus

Muziek in C

De tien jonge componisten zijn direct enthousiast als Roger Herpers een nieuwe functie op zijn computer laat zien. ,,Hier doe ik normaal dágen over!” In het Cultureel Centrum beheerst woensdag de technologie de instrumenten.

Herpers, student muziektechnologie aan de Hogeschool voor de kunsten in Utrecht, geeft een workshop over Max, een programmeer-omgeving voor componisten.

‘s Avonds laten de studenten muziektechnologie horen wat er muzikaal uit computers te halen is. Midden in de grote zaal van het centrum staan twee rood en blauw verlichte vleugels en een beeldscherm. Verder niets. De vleugels, automatische piano’s, worden met razende snelheid foutloos bespeeld door, zo lijkt het, het beeldscherm. Een vreemde gewaarwording is het, zoals dertig mensen naar een leeg podium staren.

Frans-Jan Wind en Dyanne Donck pakken de computer op een heel andere wijze aan. Gewapend met twee IR-stralers bespelen zij al dansend de computer en een van de piano’s. Door met hun armen te zwaaien ontstaat de symphonie ‘Boom’, die de jaargetijden uitbeeldt.

Maar het kan ook andersom: muziek gegenereerd door een computer en gespeeld door mensen. Dit bewijst Tico Pierhagen die een compositie van Herpers’ computer uitvoert op een ‘gewone’ piano. Het staccato van de auto-piano’s is verdwenen en in plaats daarvan klinken lange, ‘menselijke’ tonen. Hoofddocent Hans Timmermans, die de avond presenteert: ,,Dát kunnen die computers niet.”

Voor de compositie van Jorrit Tamminga kondigt Timmermans aan dat deze het ontstaan van de aarde uitbeeldt. In de programmeertaal C geschreven zit het stuk vol met wiskundige verhoudingen. Dit is niet te horen. Woeste tonen overstromen de zaal en als tijdens het stuk twee verlate bezoekers binnensluipen, begrijpen zij niet waarom de rest van het publiek aanzienlijk zit te genieten van iets dat niet met gewone muziek te vergelijken is.

,,Maar muziek”, zegt Timmermans, ,,is gedefinieerd als georganiseerd geluid.” Hoe ruim dit te nemen is, bewijst student Bas Lentfert die na de pauze, getriggerd door zijn computer, een oliedrum met een stalen ketting bewerkt. Een oranje zwaailicht brandt waarschuwend. Lentfert gaat met een slijptol en schuurmachine het vat te lijf, en laat het publiek juichen als de vonken door de concertzaal vliegen.

De tien jonge componisten zijn direct enthousiast als Roger Herpers een nieuwe functie op zijn computer laat zien. ,,Hier doe ik normaal dágen over!” In het Cultureel Centrum beheerst woensdag de technologie de instrumenten. Herpers, student muziektechnologie aan de Hogeschool voor de kunsten in Utrecht, geeft een workshop over Max, een programmeer-omgeving voor componisten.

‘s Avonds laten de studenten muziektechnologie horen wat er muzikaal uit computers te halen is. Midden in de grote zaal van het centrum staan twee rood en blauw verlichte vleugels en een beeldscherm. Verder niets. De vleugels, automatische piano’s, worden met razende snelheid foutloos bespeeld door, zo lijkt het, het beeldscherm. Een vreemde gewaarwording is het, zoals dertig mensen naar een leeg podium staren.

Frans-Jan Wind en Dyanne Donck pakken de computer op een heel andere wijze aan. Gewapend met twee IR-stralers bespelen zij al dansend de computer en een van de piano’s. Door met hun armen te zwaaien ontstaat de symphonie ‘Boom’, die de jaargetijden uitbeeldt.

Maar het kan ook andersom: muziek gegenereerd door een computer en gespeeld door mensen. Dit bewijst Tico Pierhagen die een compositie van Herpers’ computer uitvoert op een ‘gewone’ piano. Het staccato van de auto-piano’s is verdwenen en in plaats daarvan klinken lange, ‘menselijke’ tonen. Hoofddocent Hans Timmermans, die de avond presenteert: ,,Dát kunnen die computers niet.”

Voor de compositie van Jorrit Tamminga kondigt Timmermans aan dat deze het ontstaan van de aarde uitbeeldt. In de programmeertaal C geschreven zit het stuk vol met wiskundige verhoudingen. Dit is niet te horen. Woeste tonen overstromen de zaal en als tijdens het stuk twee verlate bezoekers binnensluipen, begrijpen zij niet waarom de rest van het publiek aanzienlijk zit te genieten van iets dat niet met gewone muziek te vergelijken is.

,,Maar muziek”, zegt Timmermans, ,,is gedefinieerd als georganiseerd geluid.” Hoe ruim dit te nemen is, bewijst student Bas Lentfert die na de pauze, getriggerd door zijn computer, een oliedrum met een stalen ketting bewerkt. Een oranje zwaailicht brandt waarschuwend. Lentfert gaat met een slijptol en schuurmachine het vat te lijf, en laat het publiek juichen als de vonken door de concertzaal vliegen.

Editor Redactie

Do you have a question or comment about this article?

delta@tudelft.nl

Comments are closed.