Campus

Mores voor beginners

Studentenverenigingen worden door hun leden wel verdedigd als een ‘speeltuin voor het leven’, maar dan wel eentje met een groot hek eromheen.

Na de Ontvangstweek gaat het hek op slot, en gelden de ongeschreven huisregels weer, de zogenaamde mores. Een inleiding voor beginners.

Afstuderen . Wordt gevierd met een borrel, liefst op sociëteit. Daarbij wordt een boek aan de bibliotheek aangeboden. Een enkel klein clubje ontvoert hun leden naar de Markt in een bakfiets met een fles jenever. Na het zingen van ‘Allah is groot’ rond het beeld van Hugo wordt de laatste slok jenever aan Hugo aangeboden. Zie de lege flessen in Hugo’s armen.

Bar . De plek waar bier geschonken wordt. Ga nooit met de rug ernaartoe staan, dit schijnt een zware belediging voor de barman te zijn. Bovendien is het niet altijd verstandig om geld op de bar te leggen, leg het in de hand van de barman. Kleingeld dat op de grond valt is voor de schoonmakers (ook vijf-guldenmunten). De bar is heilig. Bij een enkele sociëtiet wordt de Donald Duck op de bar nog getolereerd. Lezen aan de bar is taboe, daar is de leestafel voor. Pas op: reik bij betaling niet met de hand tot over de bar. Het steken, brengen of laten vallen van een voorwerp achter de bar brengt op de meeste sociëteiten de verplichting van een rondje met zich mee of er vallen klappen.

Bestuur . Hebben hun eigen heiligdom, de bestuurskamer. Is omgeven met regels. Op de ene vereniging moet de jongste van het bestuur de restanten van alle champagneflessen uit het torentje halen. Op de andere vereniging is bier in de bestuurskamer verboden en mag de president in een pul pissen. De rest van het bestuur doet dat uit het raam. Bij een enkele vereniging heet het bestuur de senaat en is het zogenaamde bestuur de ordecommissie. Deze mannen (al 150 jaar geen vrouwen) zijn breed, dus geen ruzie mee maken. Een glas pils dat bij hen op tafel wordt gezet, geef je daarmee aan hen weg.

Bier . Belangrijkste levensvocht van de sociëteiten. Is dus ook omhuld met de meeste regels. Overigens krijg je alleen bij Virgiel, Jansbrug of de Bond een biertje, bij het Corps vraag je om een pilsje. Zo niet, dan krijg je een glas water met schuimkraag voor de zelfde prijs, of zonder schuimkraag in je nek gegoten.

Buitenland . De wereld houdt op bij Delft. De meeste verenigingen zijn verenigd in landelijke zusterverbanden. Intercorporale of AHC-feesten zijn dé gelegenheden waar Delfterikken meisjes strikken (althans, dat proberen). Hieronder valt ook het fenomeen inval/uitval: het binnenvechten bij een zustervereniging. Delftenaren staan als bot en lomp bekend, vooral gezien de fysieke uitwassen tijdens deze gevechten. Delftenaren genieten daarom (in hun eigen ogen) respect in andere steden.

Erebaantjes . Commissie- en bestuursleden worden gevraagd op hun ‘gaafheid’ binnen de vereniging. De ledenvergadering wordt door het bestuur als hinderlijk gezien. De moraal van ‘vroeger was alles beter’ maakt de verenigingen conservatiever dan elke andere instelling in Nederland, behalve de adel.

Gouden hek, schouw, kroonluchter . Nutteloze parafernalia uit vroeger tijden. Om niet nader opgehelderde redenen voorzien van het predikaat heilig. Afblijven dus. Straffen lopen uiteen van klappen, uitkleden tot brandslang. Let op voor Delfts-blauw servies aan de muur. Het slopen hiervan geeft aanleiding tot onbeperkt drinken op jouw rekening. Niet aan te raden bij de huidige grote ledentallen van verenigingen. Schildjes, vaandels en bordjes met logo’s worden meestal heftig verdedigd door de diegenen die bij de desbetreffende club horen.

Jacquet . Traditionele studentenkledij tot 18:00. Het vest wordt gedragen met onderste knoop open, de reden daarvoor is verloren gegaan in de tijd. Tegenwoordig lichtelijk in onbruik geraakt, behalve bij bestuurtjes (vooral studieverenigingen). Vroeger was elk tentamen verplicht in jacquet. Tegenwoordig wordt alleen het laatste tentamen van de studie in jacquet gedaan. In principe hebben Delfterikken bruine schoenen met rode sokken onder hun pak, in tegenstelling tot de rest van Nederland. Jacquet niet verwarren met rok, verplicht op gala (behalve als eerstejaars: smoking is op een enkele vereniging verplicht).

Kleding . Studenten zijn een andere stand dan burgers. Vermijd korte broeken, witte sokken, gympen, handtasjes. Jassen in de sociëteitszaal worden niet zachtzinnig verwijderd. Let op dames: in handtasjes mag zo hier en daar gekotst worden. Hoeden worden niet gewaardeerd, maar verenigingsbaretten zijn vaak wel toegestaan (inmiddels vrijwel uitgestorven).

Lustrum . Dé smoes voor een nog groter feest. Een enkele vereniging heeft alleen bij het lustrum een gala, een andere club weet Versailles te strikken voor een eeuwgala. Ook het lustrumterrein wekt veel bewondering: een oud gebouw wordt voor de gelegenheid verbouwd, beschilderd en ingericht tot partycentrum. De Delftsche inventiviteit viert hier hoogtij, zie de tram die als loopbrug in het oude TU-gebouw aan de Ezelsveldlaan heeft gehangen.

Meubilair . Onvermijdelijk voor de vermoeide borrelaar. Over het algemeen voorzien van ingewikkelde regels. Hoe groter en hoe meer met leer bekleed, hoe hoger de betrokkene in de pikorde moet staan. Pikorde wordt afgemeten aan jaren op de vereniging. Als introducé ben je even oud als de persoon die je introduceert.

Netwerk . Iedereen op de vereniging gaat door dezelfde KMT, doet dezelfde rotklusjes als eerstejaars. Dat resulteert in een hechte groep, die veel een beroep doen op elkaar. Kamers, bijbaantjes, banen, allerhande waardevolle tips worden alleen binnen de vereniging vergeven.

Oude lul . Machtig doch obsoleet. Bij de ene vereniging is hij de scheidsrechter die beslist over de uitvoering van de mores. Bij een andere vereniging mag een achtstejaars met motor desociëteitszaal in om een biertje te komen tappen. Of je mag van het balkon de sociëteitszaal in springen, waarbij eerstejaars verplicht zijn je op te vangen. Het verdient aanbeveling dit even aan te kondigen aan de betreffende sjaars.

Proosten . Het klinken van de glazen gaat gepaard met een specifieke groet. Goedemorgen voor Virgilianen, Môge voor Corps-leden. Bij andere verenigingen wisselt de groet per club of groepering. Het klinken van niet-alcoholica gaat wel gepaard met het woord prut. Zo niet, dan sneuvelt de inhoud van het glas.

Studie . Ondanks andere berichten studeren leden van verenigingen niet veel langer. Elke vereniging heeft een soort studiesysteem met ouderejaars, dat in beperkte mate functioneert. Beter werkt het samen leren door clubgenoten die voor dezelfde tentamens blokken. Dit uit zich in collectieve uitjes naar de UB (Leiden), KB (Den Haag) of gewoon de TU-bieb.

Vozen . Het onzedelijk betasten of kussen van den medemens. Wordt over het algemeen als ongezellig ervaren, tenzij op feesten. Brandslangen en water worden ingezet om de betrokkenen af te koelen. Mocht dat niet helpen, dan wordt ook wel chocomel gebruikt. Op een enkele vereniging wordt na de onsuccesvolle afkoelprocedure het biljart aangeboden als de plek waar het karwei afgemaakt kan worden, maar dan wel onder toeziend oog van de voorzitter.

Zelfcensuur . Voor alles loyaal aan de vereniging. Dat betekent: niet lekken naar de pers over uitwassen, niemand vertellen over de KMT. In alles de vereniging verdedigen, ook als dat onredelijk is. In het bijzonder valt hier ook onder het niet opschrijven van de mores.

,,,

Studentenverenigingen worden door hun leden wel verdedigd als een ‘speeltuin voor het leven’, maar dan wel eentje met een groot hek eromheen. Na de Ontvangstweek gaat het hek op slot, en gelden de ongeschreven huisregels weer, de zogenaamde mores. Een inleiding voor beginners.

Afstuderen . Wordt gevierd met een borrel, liefst op sociëteit. Daarbij wordt een boek aan de bibliotheek aangeboden. Een enkel klein clubje ontvoert hun leden naar de Markt in een bakfiets met een fles jenever. Na het zingen van ‘Allah is groot’ rond het beeld van Hugo wordt de laatste slok jenever aan Hugo aangeboden. Zie de lege flessen in Hugo’s armen.

Bar . De plek waar bier geschonken wordt. Ga nooit met de rug ernaartoe staan, dit schijnt een zware belediging voor de barman te zijn. Bovendien is het niet altijd verstandig om geld op de bar te leggen, leg het in de hand van de barman. Kleingeld dat op de grond valt is voor de schoonmakers (ook vijf-guldenmunten). De bar is heilig. Bij een enkele sociëtiet wordt de Donald Duck op de bar nog getolereerd. Lezen aan de bar is taboe, daar is de leestafel voor. Pas op: reik bij betaling niet met de hand tot over de bar. Het steken, brengen of laten vallen van een voorwerp achter de bar brengt op de meeste sociëteiten de verplichting van een rondje met zich mee of er vallen klappen.

Bestuur . Hebben hun eigen heiligdom, de bestuurskamer. Is omgeven met regels. Op de ene vereniging moet de jongste van het bestuur de restanten van alle champagneflessen uit het torentje halen. Op de andere vereniging is bier in de bestuurskamer verboden en mag de president in een pul pissen. De rest van het bestuur doet dat uit het raam. Bij een enkele vereniging heet het bestuur de senaat en is het zogenaamde bestuur de ordecommissie. Deze mannen (al 150 jaar geen vrouwen) zijn breed, dus geen ruzie mee maken. Een glas pils dat bij hen op tafel wordt gezet, geef je daarmee aan hen weg.

Bier . Belangrijkste levensvocht van de sociëteiten. Is dus ook omhuld met de meeste regels. Overigens krijg je alleen bij Virgiel, Jansbrug of de Bond een biertje, bij het Corps vraag je om een pilsje. Zo niet, dan krijg je een glas water met schuimkraag voor de zelfde prijs, of zonder schuimkraag in je nek gegoten.

Buitenland . De wereld houdt op bij Delft. De meeste verenigingen zijn verenigd in landelijke zusterverbanden. Intercorporale of AHC-feesten zijn dé gelegenheden waar Delfterikken meisjes strikken (althans, dat proberen). Hieronder valt ook het fenomeen inval/uitval: het binnenvechten bij een zustervereniging. Delftenaren staan als bot en lomp bekend, vooral gezien de fysieke uitwassen tijdens deze gevechten. Delftenaren genieten daarom (in hun eigen ogen) respect in andere steden.

Erebaantjes . Commissie- en bestuursleden worden gevraagd op hun ‘gaafheid’ binnen de vereniging. De ledenvergadering wordt door het bestuur als hinderlijk gezien. De moraal van ‘vroeger was alles beter’ maakt de verenigingen conservatiever dan elke andere instelling in Nederland, behalve de adel.

Gouden hek, schouw, kroonluchter . Nutteloze parafernalia uit vroeger tijden. Om niet nader opgehelderde redenen voorzien van het predikaat heilig. Afblijven dus. Straffen lopen uiteen van klappen, uitkleden tot brandslang. Let op voor Delfts-blauw servies aan de muur. Het slopen hiervan geeft aanleiding tot onbeperkt drinken op jouw rekening. Niet aan te raden bij de huidige grote ledentallen van verenigingen. Schildjes, vaandels en bordjes met logo’s worden meestal heftig verdedigd door de diegenen die bij de desbetreffende club horen.

Jacquet . Traditionele studentenkledij tot 18:00. Het vest wordt gedragen met onderste knoop open, de reden daarvoor is verloren gegaan in de tijd. Tegenwoordig lichtelijk in onbruik geraakt, behalve bij bestuurtjes (vooral studieverenigingen). Vroeger was elk tentamen verplicht in jacquet. Tegenwoordig wordt alleen het laatste tentamen van de studie in jacquet gedaan. In principe hebben Delfterikken bruine schoenen met rode sokken onder hun pak, in tegenstelling tot de rest van Nederland. Jacquet niet verwarren met rok, verplicht op gala (behalve als eerstejaars: smoking is op een enkele vereniging verplicht).

Kleding . Studenten zijn een andere stand dan burgers. Vermijd korte broeken, witte sokken, gympen, handtasjes. Jassen in de sociëteitszaal worden niet zachtzinnig verwijderd. Let op dames: in handtasjes mag zo hier en daar gekotst worden. Hoeden worden niet gewaardeerd, maar verenigingsbaretten zijn vaak wel toegestaan (inmiddels vrijwel uitgestorven).

Lustrum . Dé smoes voor een nog groter feest. Een enkele vereniging heeft alleen bij het lustrum een gala, een andere club weet Versailles te strikken voor een eeuwgala. Ook het lustrumterrein wekt veel bewondering: een oud gebouw wordt voor de gelegenheid verbouwd, beschilderd en ingericht tot partycentrum. De Delftsche inventiviteit viert hier hoogtij, zie de tram die als loopbrug in het oude TU-gebouw aan de Ezelsveldlaan heeft gehangen.

Meubilair . Onvermijdelijk voor de vermoeide borrelaar. Over het algemeen voorzien van ingewikkelde regels. Hoe groter en hoe meer met leer bekleed, hoe hoger de betrokkene in de pikorde moet staan. Pikorde wordt afgemeten aan jaren op de vereniging. Als introducé ben je even oud als de persoon die je introduceert.

Netwerk . Iedereen op de vereniging gaat door dezelfde KMT, doet dezelfde rotklusjes als eerstejaars. Dat resulteert in een hechte groep, die veel een beroep doen op elkaar. Kamers, bijbaantjes, banen, allerhande waardevolle tips worden alleen binnen de vereniging vergeven.

Oude lul . Machtig doch obsoleet. Bij de ene vereniging is hij de scheidsrechter die beslist over de uitvoering van de mores. Bij een andere vereniging mag een achtstejaars met motor desociëteitszaal in om een biertje te komen tappen. Of je mag van het balkon de sociëteitszaal in springen, waarbij eerstejaars verplicht zijn je op te vangen. Het verdient aanbeveling dit even aan te kondigen aan de betreffende sjaars.

Proosten . Het klinken van de glazen gaat gepaard met een specifieke groet. Goedemorgen voor Virgilianen, Môge voor Corps-leden. Bij andere verenigingen wisselt de groet per club of groepering. Het klinken van niet-alcoholica gaat wel gepaard met het woord prut. Zo niet, dan sneuvelt de inhoud van het glas.

Studie . Ondanks andere berichten studeren leden van verenigingen niet veel langer. Elke vereniging heeft een soort studiesysteem met ouderejaars, dat in beperkte mate functioneert. Beter werkt het samen leren door clubgenoten die voor dezelfde tentamens blokken. Dit uit zich in collectieve uitjes naar de UB (Leiden), KB (Den Haag) of gewoon de TU-bieb.

Vozen . Het onzedelijk betasten of kussen van den medemens. Wordt over het algemeen als ongezellig ervaren, tenzij op feesten. Brandslangen en water worden ingezet om de betrokkenen af te koelen. Mocht dat niet helpen, dan wordt ook wel chocomel gebruikt. Op een enkele vereniging wordt na de onsuccesvolle afkoelprocedure het biljart aangeboden als de plek waar het karwei afgemaakt kan worden, maar dan wel onder toeziend oog van de voorzitter.

Zelfcensuur . Voor alles loyaal aan de vereniging. Dat betekent: niet lekken naar de pers over uitwassen, niemand vertellen over de KMT. In alles de vereniging verdedigen, ook als dat onredelijk is. In het bijzonder valt hier ook onder het niet opschrijven van de mores.

Studentenverenigingen worden door hun leden wel verdedigd als een ‘speeltuin voor het leven’, maar dan wel eentje met een groot hek eromheen. Na de Ontvangstweek gaat het hek op slot, en gelden de ongeschreven huisregels weer, de zogenaamde mores. Een inleiding voor beginners.

Afstuderen . Wordt gevierd met een borrel, liefst op sociëteit. Daarbij wordt een boek aan de bibliotheek aangeboden. Een enkel klein clubje ontvoert hun leden naar de Markt in een bakfiets met een fles jenever. Na het zingen van ‘Allah is groot’ rond het beeld van Hugo wordt de laatste slok jenever aan Hugo aangeboden. Zie de lege flessen in Hugo’s armen.

Bar . De plek waar bier geschonken wordt. Ga nooit met de rug ernaartoe staan, dit schijnt een zware belediging voor de barman te zijn. Bovendien is het niet altijd verstandig om geld op de bar te leggen, leg het in de hand van de barman. Kleingeld dat op de grond valt is voor de schoonmakers (ook vijf-guldenmunten). De bar is heilig. Bij een enkele sociëtiet wordt de Donald Duck op de bar nog getolereerd. Lezen aan de bar is taboe, daar is de leestafel voor. Pas op: reik bij betaling niet met de hand tot over de bar. Het steken, brengen of laten vallen van een voorwerp achter de bar brengt op de meeste sociëteiten de verplichting van een rondje met zich mee of er vallen klappen.

Bestuur . Hebben hun eigen heiligdom, de bestuurskamer. Is omgeven met regels. Op de ene vereniging moet de jongste van het bestuur de restanten van alle champagneflessen uit het torentje halen. Op de andere vereniging is bier in de bestuurskamer verboden en mag de president in een pul pissen. De rest van het bestuur doet dat uit het raam. Bij een enkele vereniging heet het bestuur de senaat en is het zogenaamde bestuur de ordecommissie. Deze mannen (al 150 jaar geen vrouwen) zijn breed, dus geen ruzie mee maken. Een glas pils dat bij hen op tafel wordt gezet, geef je daarmee aan hen weg.

Bier . Belangrijkste levensvocht van de sociëteiten. Is dus ook omhuld met de meeste regels. Overigens krijg je alleen bij Virgiel, Jansbrug of de Bond een biertje, bij het Corps vraag je om een pilsje. Zo niet, dan krijg je een glas water met schuimkraag voor de zelfde prijs, of zonder schuimkraag in je nek gegoten.

Buitenland . De wereld houdt op bij Delft. De meeste verenigingen zijn verenigd in landelijke zusterverbanden. Intercorporale of AHC-feesten zijn dé gelegenheden waar Delfterikken meisjes strikken (althans, dat proberen). Hieronder valt ook het fenomeen inval/uitval: het binnenvechten bij een zustervereniging. Delftenaren staan als bot en lomp bekend, vooral gezien de fysieke uitwassen tijdens deze gevechten. Delftenaren genieten daarom (in hun eigen ogen) respect in andere steden.

Erebaantjes . Commissie- en bestuursleden worden gevraagd op hun ‘gaafheid’ binnen de vereniging. De ledenvergadering wordt door het bestuur als hinderlijk gezien. De moraal van ‘vroeger was alles beter’ maakt de verenigingen conservatiever dan elke andere instelling in Nederland, behalve de adel.

Gouden hek, schouw, kroonluchter . Nutteloze parafernalia uit vroeger tijden. Om niet nader opgehelderde redenen voorzien van het predikaat heilig. Afblijven dus. Straffen lopen uiteen van klappen, uitkleden tot brandslang. Let op voor Delfts-blauw servies aan de muur. Het slopen hiervan geeft aanleiding tot onbeperkt drinken op jouw rekening. Niet aan te raden bij de huidige grote ledentallen van verenigingen. Schildjes, vaandels en bordjes met logo’s worden meestal heftig verdedigd door de diegenen die bij de desbetreffende club horen.

Jacquet . Traditionele studentenkledij tot 18:00. Het vest wordt gedragen met onderste knoop open, de reden daarvoor is verloren gegaan in de tijd. Tegenwoordig lichtelijk in onbruik geraakt, behalve bij bestuurtjes (vooral studieverenigingen). Vroeger was elk tentamen verplicht in jacquet. Tegenwoordig wordt alleen het laatste tentamen van de studie in jacquet gedaan. In principe hebben Delfterikken bruine schoenen met rode sokken onder hun pak, in tegenstelling tot de rest van Nederland. Jacquet niet verwarren met rok, verplicht op gala (behalve als eerstejaars: smoking is op een enkele vereniging verplicht).

Kleding . Studenten zijn een andere stand dan burgers. Vermijd korte broeken, witte sokken, gympen, handtasjes. Jassen in de sociëteitszaal worden niet zachtzinnig verwijderd. Let op dames: in handtasjes mag zo hier en daar gekotst worden. Hoeden worden niet gewaardeerd, maar verenigingsbaretten zijn vaak wel toegestaan (inmiddels vrijwel uitgestorven).

Lustrum . Dé smoes voor een nog groter feest. Een enkele vereniging heeft alleen bij het lustrum een gala, een andere club weet Versailles te strikken voor een eeuwgala. Ook het lustrumterrein wekt veel bewondering: een oud gebouw wordt voor de gelegenheid verbouwd, beschilderd en ingericht tot partycentrum. De Delftsche inventiviteit viert hier hoogtij, zie de tram die als loopbrug in het oude TU-gebouw aan de Ezelsveldlaan heeft gehangen.

Meubilair . Onvermijdelijk voor de vermoeide borrelaar. Over het algemeen voorzien van ingewikkelde regels. Hoe groter en hoe meer met leer bekleed, hoe hoger de betrokkene in de pikorde moet staan. Pikorde wordt afgemeten aan jaren op de vereniging. Als introducé ben je even oud als de persoon die je introduceert.

Netwerk . Iedereen op de vereniging gaat door dezelfde KMT, doet dezelfde rotklusjes als eerstejaars. Dat resulteert in een hechte groep, die veel een beroep doen op elkaar. Kamers, bijbaantjes, banen, allerhande waardevolle tips worden alleen binnen de vereniging vergeven.

Oude lul . Machtig doch obsoleet. Bij de ene vereniging is hij de scheidsrechter die beslist over de uitvoering van de mores. Bij een andere vereniging mag een achtstejaars met motor desociëteitszaal in om een biertje te komen tappen. Of je mag van het balkon de sociëteitszaal in springen, waarbij eerstejaars verplicht zijn je op te vangen. Het verdient aanbeveling dit even aan te kondigen aan de betreffende sjaars.

Proosten . Het klinken van de glazen gaat gepaard met een specifieke groet. Goedemorgen voor Virgilianen, Môge voor Corps-leden. Bij andere verenigingen wisselt de groet per club of groepering. Het klinken van niet-alcoholica gaat wel gepaard met het woord prut. Zo niet, dan sneuvelt de inhoud van het glas.

Studie . Ondanks andere berichten studeren leden van verenigingen niet veel langer. Elke vereniging heeft een soort studiesysteem met ouderejaars, dat in beperkte mate functioneert. Beter werkt het samen leren door clubgenoten die voor dezelfde tentamens blokken. Dit uit zich in collectieve uitjes naar de UB (Leiden), KB (Den Haag) of gewoon de TU-bieb.

Vozen . Het onzedelijk betasten of kussen van den medemens. Wordt over het algemeen als ongezellig ervaren, tenzij op feesten. Brandslangen en water worden ingezet om de betrokkenen af te koelen. Mocht dat niet helpen, dan wordt ook wel chocomel gebruikt. Op een enkele vereniging wordt na de onsuccesvolle afkoelprocedure het biljart aangeboden als de plek waar het karwei afgemaakt kan worden, maar dan wel onder toeziend oog van de voorzitter.

Zelfcensuur . Voor alles loyaal aan de vereniging. Dat betekent: niet lekken naar de pers over uitwassen, niemand vertellen over de KMT. In alles de vereniging verdedigen, ook als dat onredelijk is. In het bijzonder valt hier ook onder het niet opschrijven van de mores.